1 Chronicles 10:7

De Filistijnen onteren Saul

Saul heeft zijn opdracht, het land van de Filistijnen te bevrijden, niet vervuld. Integendeel, als hij gestorven is, komen de Filistijnen en gaan in de steden wonen die door de Israƫlieten verlaten zijn (1Sm 31:7). En waarvoor Saul bang is geweest, dat de spot met hem zou worden gedreven, gebeurt toch. Als de Filistijnen hem en zijn zonen vinden, ontdoen ze hem van zijn wapenrusting en zijn hoofd.

De Filistijnen sturen het hoofd en de wapenrusting van Saul rond in hun land. Dat doen ze om de boodschap van hun overwinning aan hun afgoden en aan het volk te brengen. Het toont de dwaasheid van hun afgoden aan. Hun afgoden weten niet wat er is gebeurd en moeten op de hoogte worden gebracht. Dan wordt de wapenrusting van Saul als eerbetoon aan hun god in diens huis gelegd. Het hoofd van Saul wordt mogelijk in het huis van hun afgoden gelegd (1Sm 31:8-10; vgl. 1Sm 17:54; 57).

Copyright information for DutKingComments