1 Chronicles 11:17

Drie helden halen water voor David

De drie helden die water voor David halen, worden gekenmerkt door liefde tot David. Wat deze drie mannen doen, kan voor het ongeloof een onredelijke of misschien wel een onzinnige liefde lijken. De aanleiding voor deze liefdedaad is een jeugdherinnering die David uitspreekt. Hij zou wel willen dat iemand hem water uit de bron van Bethlehem, waar hij is opgegroeid, te drinken zou geven. Dit verlangen spreekt hij uit zonder iemand rechtstreeks aan te spreken. Hij geeft geen bevel, maar slaakt als het ware een verzuchting.

Deze verzuchting, dit verlangen, wordt door deze mensen opgevangen. Wat ze uit Davids mond en hart horen, is voldoende om zich ervoor in te zetten dat David krijgt wat hij verlangt. Ze handelen niet op grond van een bevel, maar op grond van een wens. Ze overleggen niet, maar gaan. Ze moeten twee keer door de vijandelijke linies breken. Dat weerhoudt hen er niet van toch te gaan. Ze volbrengen hun missie en brengen – we kunnen ons voorstellen, met stralende gezichten – het water bij David. Juist omdat er geen enkel zinnig argument is te bedenken voor hun handeling, kan het enige motief hun liefde tot David zijn.

David waardeert hun daad. Het dringt diep tot hem door welke inspanningen deze mannen hebben geleverd en welke gevaren ze hebben getrotseerd. Daarom wil hij het water dat zij bij hem brengen niet drinken, maar giet het uit als een plengoffer. Dit water staat voor hem gelijk aan hun “bloed”, dat is “hun leven”, dat zij voor hem in de waagschaal hebben gesteld (1Kr 11:19). De mannen kennen de betekenis van het plengoffer. Daarom is, wat David doet, voor hen geen belediging, maar een bewijs van zijn grote waardering voor hun daad. Het uitgieten van het water is overigens de enige daad die, tussen de vermelding van alle heldendaden van zijn mannen, van David zelf wordt vermeld.

Copyright information for DutKingComments