1 Chronicles 16:1

Inleiding

Dit hoofdstuk sluit de beschrijving van de grote gebeurtenis van het plaatsen van de ark in de koningsstad af. Daarmee wordt de openbare aanbidding van God gedurende de regering van David bevestigd. Dat de ark niet naar Gibeon is gebracht, waar ook het altaar staat en wat er van de tabernakel over is, is van grote betekenis. Het betekent het oordeel over het hele stelsel dat met de tabernakel verbonden is.

Offers en zegen

Als de ark in de tent is gezet en als het ware tot rust is gekomen van zijn omzwervingen, is het gevolg dat er offers worden gebracht. Het neerzetten van de ark bewerkt aanbidding, waarvan het brandoffer spreekt, en gemeenschap, waarvan het dank- of vredeoffer spreekt. Van een zondoffer is hier geen sprake, dat past niet bij deze gebeurtenis.

Na het brengen van de genoemde offers deelt David zegen uit aan het hele volk. David is de koning-priester die als een ware Melchizedek voedsel uitdeelt (Gn 14:18). Ieder lid, zonder onderscheid tussen man en vrouw, krijgt “een rond brood, een klomp dadels en een rozijnenkoek”. Als het om de zegeningen gaat die de gelovige in Christus heeft ontvangen, is er geen verschil tussen man en vrouw (Gl 3:28).

Het ‘voedselpakket’ dat David uitdeelt, vertegenwoordigt in beeld een rijke zegen. Het ronde brood spreekt van de Heer Jezus: Hij is het brood van het leven. De klomp dadels spreekt van overwinning: dadels komen van de dadelpalmen, de palmboom is een symbool van overwinning. De rozijnenkoek spreekt van duurzame vreugde: rozijnen zijn gedroogde druiven en van druiven wordt de wijn gemaakt die het hart van God en mensen verheugt (Ri 9:13).

We zien deze duurzame vreugde bij de apostel Paulus in de brief aan de Filippenzen. Zelfs de tranen die bij hem opkomen (Fp 3:18), zijn niet in staat de aanwezigheid van die vreugde te verdrijven die zo kenmerkend is voor die brief. Dat heeft te maken met het feit dat het leven voor hem Christus is, wat we kunnen verbinden met de ark die gezet wordt “midden in de tent die David ervoor gespannen had”. Als Christus, van Wie de ark een beeld is, in ons leven centraal staat, is duurzame vreugde ons deel die we ook kunnen doorgeven. Dat doet David in het beeld van de rozijnenkoeken en dat doet Paulus naar de gelovigen in Filippi in zijn brief aan hen.

In beeld kunnen we hier zien dat de Heer Jezus in het midden van de gemeente is als die tot Zijn Naam samenkomt (Mt 18:20). De gemeente is een plaats waar aanbidding en gemeenschap plaatsvinden, met als gevolg dat ieder lid geestelijk voedsel ontvangt.

Copyright information for DutKingComments