1 Chronicles 23:14

David verdeelt de Levieten in afdelingen

De verdeling van de Levieten in afdelingen in dit gedeelte is om het overzicht te houden en ook dat niemand zich aan zijn taak kan onttrekken. “God is niet [een God] van verwarring maar van vrede” (1Ko 14:33a). Een goede verdeling van taken bevordert de vrede. De toepassing voor ons is niet een kwestie van menselijk organiseren, maar dat wij acht geven op de Heilige Geest “Die aan ieder afzonderlijk toedeelt zoals Hij wil” (1Ko 12:11; vgl. 1Ko 12:18). Er is ook zorg als een familie klein is (1Kr 23:11). Dan mogen families samenwerken.

De omschrijving van de taak van de Levieten (1Kr 23:13) is veel omvangrijker, want de taak van de priesters is groot aan inhoud. In de eerste plaats moet de priester zorgen voor de heiligheid van de allerheiligste dingen. Dit vraagt een constante omgang met de heilige God. Vervolgens brengt hij reukoffers, dat ziet op de gebeden (Ps 141:2). Het is zijn voorrecht de HEERE te dienen, wat geldt voor zijn hele leven en bijzonder in het heiligdom. Daarvoor is hij priester. Een priester is op God gericht. Alleen daardoor is hij in staat om anderen buiten het heiligdom “in Zijn Naam tot in eeuwigheid te zegenen”. Zijn dienst is een zaak voor zijn hele leven; het zegenen in de Naam van de HEERE is een zaak die voor de eeuwigheid wordt gedaan. Samengevat zien we dat priesters heiligen, offeren, dienen en zegenen.

Voor ons betekent het dat wij allereerst een heilig leven moeten leiden. Dat is nodig willen wij een juist besef van de allerheiligste dingen hebben. Dat brengt ons ertoe offers te brengen aan God en ons hele leven dienstbaar te zijn aan Hem. Dat is niet beperkt tot de gemeentelijke samenkomst. De oproep is dat wij “voortdurend een lofoffer brengen aan God, dat is [de] vrucht van [de] lippen die Zijn Naam belijden” (Hb 13:15). Het is zelfs zo, dat wij zelf een levend offer behoren te zijn (Rm 12:1), terwijl ook de resultaten van de priesterdienst worden genoemd omdat die resultaten aan God worden gebracht (vgl. Rm 15:16).

Aan ons priesterschap zijn twee aspecten. Het ene aspect is het heilig priesterdom, waarbij wij geestelijke offers brengen aan God in het hemelse heiligdom. Het andere aspect is het koninklijk priesterdom, waarbij wij met zegen voor de mensen om ons heen uit het hemelse heiligdom komen (1Pt 2:5; 9).

We moeten onze priesterlijke taak dan ook niet beperken tot de eredienst op zondag. Ons hele leven moet eredienst zijn. Alle gelovigen zijn geroepen tot deze priesterdienst. Als we niet tot een dergelijke dienst komen, ligt de oorzaak daarvan vaak in verhinderingen die we aan onszelf te wijten hebben of vanwege onkunde of verkeerd onderwijs.

Mozes wordt “de man Gods” genoemd (1Kr 23:14; Dt 33:1; Ps 90:1). Deze bijzondere titel betekent niet dat zijn zonen de status van priester krijgen. Zij zijn ‘gewoon’ Levieten (1Kr 23:15-17).

Copyright information for DutKingComments