1 Corinthians 14:3

Opdat de gemeente opbouwing ontvangt

In het hoofdstuk waarmee je nu een begin maakt, wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gaven: profeteren en spreken in talen. Je hebt misschien wel eens over het spreken in talen gehoord. Het wordt ook wel, ten onrechte, ‘spreken in tongen’ genoemd. Het gaat echter niet om het gebruik van het lichaamsdeel ‘tong’, maar om het spreken in een taal, waarbij uiteraard de tong wordt gebruikt.

Door de manier waarop je soms over het spreken in talen hoort praten, kun je in verwarring raken. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over een ‘second blessing’, een ‘tweede zegen’. Men bedoelt daarmee dat je wel bekeerd bent en de Heilige Geest hebt ontvangen, maar dat je, om een volwaardig christen te zijn, in ‘tongen’ moet kunnen spreken. Van deze redenering klopt niets.

Het spreken in talen wordt op een duidelijke wijze in de Bijbel naar voren gebracht, zoals je ook in dit hoofdstuk zult zien. Het gaat in dit hoofdstuk om een vergelijking tussen profeteren en het spreken in talen. Je zult zien dat de balans duidelijk doorslaat naar profeteren. De oorzaak daarvan is, dat profeteren tot opbouwing van de gemeente is. De Korinthiërs, en ook jij, worden dan ook opgeroepen het meest naar die gave te streven.

1Ko 14:1. In 1 Korinthiërs 13 heb je gezien dat de liefde het motief moet zijn om een gave, welke dat ook is, uit te oefenen. Welnu, als je je door de liefde wilt laten leiden – en hier staat zelfs dat je ernaar moet jagen, dat wil zeggen je ten volle ervoor inzetten –, zul je graag met je gave de gemeente willen dienen. Liefde is: anderen dienen en niet jezelf.

Het beste komt de dienst aan de gemeente tot uiting in het profeteren en daar kun je naar streven. Je moet dan wel weten wat profeteren is. In 1 Petrus 4 staat daarvan een mooie definitie: “Als iemand spreekt, laat het zijn als uitspraken van God” (1Pt 4:11a). Dat wil zeggen dat iemand die iets doorgeeft, dat moet doen als de mond van God, ofwel dat wat gezegd wordt, van Hem afkomstig is.

Om zo de uitspraken van God te kunnen doorgeven moet iemand wel in zijn dagelijks leven dicht bij God leven. Dat is niet het voorrecht van slechts een enkeling, dat mag het verlangen van ieder kind van God zijn. Het behoort vanzelfsprekend te zijn dat iedere gelovige dat verlangen heeft. Er zijn echter allerlei dingen die je in de weg kunnen staan om dicht bij God te leven. Daarom staat er dat je ernaar moet streven.

1Ko 14:2. Bij het spreken in talen is het heel anders dan bij profeteren. Deze gave richt zich niet tot mensen, maar tot God. Dat lijkt wel veel hoger, en dat hebben de Korinthiërs ook gedacht en dat denken nu nog steeds veel christenen, maar dat is het niet. Tenminste, dat lijkt mij de eerlijke uitkomst van de uitvoerige vergelijking die Paulus in dit hoofdstuk tussen deze twee gaven maakt.

1Ko 14:3. Een wijdverbreid misverstand is dat profeteren zoals het hier in de gemeente gebeurt, in verband zou staan met het voorspellen van de toekomst. Je hoort regelmatig van mensen die zichzelf presenteren als profeten. In verschillende groeperingen in de christenheid staan zij op om dingen te zeggen die in de toekomst met anderen zullen gebeuren. Soms komt het nog uit ook. Zoiets gaat tegen het Woord van God in. Hoe jouw leven verder zal verlopen, weet God alleen en dat zal Hij jou persoonlijk van stap tot stap duidelijk maken als jij met Hem leeft.

Iets anders is het als jij een verkeerde weg gaat en iemand waarschuwt jou dat het verkeerd met je zal aflopen als je zo doorgaat. Maar dat is geen nieuws, want dat staat in het Woord van God. Je kunt zeggen dat de broeder of zuster die jou dan waarschuwt, aan het profeteren is, en wel in de zin van vermanen.

“Vermaning” is volgens 1Ko 14:3 een onderdeel van profeteren. Wie zo met zijn of haar medegelovigen omgaat, is erop uit om de ander te dienen. Vermanen is één manier waarop profeteren tot uiting kan komen. Er worden nog twee andere elementen genoemd en wel het spreken tot opbouwing en tot vertroosting.

Bij “opbouwing” gaat het erom het geloofsleven van de gemeenteleden vastigheid te geven. Door de gelovigen vanuit de Bijbel te laten zien welke plaats ze door het werk van de Heer Jezus voor God en in de wereld hebben gekregen, zullen ze beter in staat zijn te leven zoals God het graag ziet.

Ook “vertroosting” is een onmisbaar element in het profeteren. Zolang de gelovigen op aarde leven, hebben ze met verdrietige dingen te maken. God en de Heer Jezus weten dat en geven vertroosting waar die nodig is.

Zie je dat het, om te kunnen profeteren, nodig is om dicht bij God te leven? Alleen Hij weet waar de harten van de Zijnen behoefte aan hebben. Het geweldige in een samenkomst waar “twee of drie profeten spreken” (1Ko 14:29) is dan ook dat iedere aanwezige iets te horen krijgt waar hij of zij wat aan heeft, zonder dat de spreker weet wat ieder precies bezighoudt.

Heb je het nog nooit meegemaakt dat er in een samenkomst iets gezegd werd en dat het leek alsof het alleen voor jou bedoeld was? Je zat ergens mee en het woord dat gesproken werd, was het antwoord op jouw probleem. Dat is nu profetie. Je voelt je in de directe tegenwoordigheid van God.

Zo ervaart de Samaritaanse vrouw het, als de Heer Jezus met haar in gesprek is, in Johannes 4. Deze vrouw is een vrouw van lichte zeden. De Heer zegt tegen haar dat ze vijf mannen heeft gehad en dat ze met de man die ze nu heeft, niet getrouwd is, wat wil zeggen dat ze ongetrouwd met hem samenwoont. De vrouw zegt dan: “Heer, ik zie dat U een Profeet bent” (Jh 4:19). Zij voelt zich in Gods licht staan, waar niets te verbergen valt.

Een soortgelijke ontdekking hebben velen gedaan die in een evangelieprediking hebben gehoord over de verlorenheid van de mens. Velen hebben gezegd van degene die het Woord predikte: ‘Het lijkt wel of die man mijn leven kent.’ Voor velen is het tot zegen geworden, zoals voor de Samaritaanse vrouw, omdat ze hebben erkend dat ze God tot hen hebben horen spreken.

Dat is wat God nog steeds wil doen door de profetie. Hij wil spreken tot harten en gewetens, zowel van gelovigen als van ongelovigen, om hen uiteindelijk te zegenen. Daar wil Hij speciaal de samenkomsten van de gemeente voor gebruiken, want daar gaat het in dit hoofdstuk om.

1Ko 14:4. Het punt waarom het gaat, is dat een gave bedoeld is om er anderen mee op te bouwen. En wat gebeurt er als iemand in talen spreekt? Hij bouwt alleen zichzelf op. Verder heeft niemand er wat aan, niemand verstaat het. Daarom geeft Paulus duidelijk de voorkeur aan het profeteren boven het spreken in talen.

1Ko 14:5. Hij zegt zelfs dat wie profeteert meer is dan wie in talen spreekt. Dat is best een gevoelige tik die hij hier aan de Korinthiërs uitdeelt. Die zijn dol op het spreken in talen. Toch kan in één bepaald geval het spreken in talen wel nut hebben voor de gemeente en dat is in het geval er uitgelegd wordt wat in die taal is gesproken.

1Ko 14:6. Paulus wil voor de gelovigen in Korinthe, en in alle plaatsen over de hele wereld, van nut zijn. Dat is hij niet als hij ergens komt en daar in talen gaat spreken. Hij zou persoonlijk wel veel bewondering oogsten. Die mensen zouden zeggen: ‘Tsjonge, die man kan er wat van.’ Maar de gemeente zou er niet door opgebouwd worden.

Nee, als hij de gelovigen bezoekt, wil hij graag komen met een “openbaring”. Hij wil hun iets van God en de Heer Jezus vertellen wat ze nog niet weten. Het Woord van God is op dat moment nog niet compleet en daarom geeft God dan nog openbaringen. Wij hebben het voltooide Woord van God. Daardoor zijn nieuwe openbaringen niet meer nodig (Ko 1:25).

Hij wil ook graag komen met “kennis”. Hij weet veel van het Oude Testament. Welke waarde dat heeft voor de gelovigen, heeft hij in 1 Korinthiërs 10 laten zien (1Ko 10:1-13) en daar zou hij nog heel wat aan toe kunnen voegen.

Of hij wil hen dienen met “profetie”. Wat een opbouwing, vermaning en vertroosting zou hij hun kunnen meedelen!

De “leer” is ook belangrijk, de brief aan de Romeinen is daarvan een bewijs.

Kijk, dat zijn dingen waar de gelovigen wat aan hebben, dat kunnen ze opnemen met hun hart, daar kunnen ze mee aan het werk gaan.

Lees nog eens 1 Korinthiërs 14:1-6.

Verwerking: Aan welke voorwaarde(n) moet je voldoen om te kunnen profeteren?

Copyright information for DutKingComments