1 Corinthians 3:22-23

Alles is van jou

1Ko 3:16. Paulus gaat nog even verder over het bouwen aan Gods huis, “Gods tempel”. Met de tempel wordt hier niet bedoeld een zichtbaar stenen gebouw, zoals dat in Jeruzalem heeft gestaan. Je hoort wel over een kerkgebouw spreken als ‘het huis van God’, maar in het Nieuwe Testament – dat wil zeggen, sinds het ontstaan van de gemeente – horen we niet meer over een aards gebouw als een huis van God. Het huis van God wordt nu gevormd door alle ware gelovigen in wie de Heilige Geest woont.

1Ko 3:17. Zoals gezegd, wordt in dit hoofdstuk de bouw van het huis gezien als iets wat mensen doen. Je hebt in de vorige verzen twee groepen van bouwers voor je gehad. Nu hoor je van een derde groep van bouwers aan Gods huis. Dat zijn mensen die de tempel van God willen verderven. Dat liegt er niet om. Het gaat om mensen die er bewust op uit zijn om het werk van God te verwoesten. In de vorige verzen wordt de mogelijkheid opengelaten dat iemand met verkeerd materiaal bouwt. Dat kan gebeuren, maar van opzet is daarbij geen sprake. Zo iemand blijft zelf dan ook behouden, al is het als door vuur heen. Hij verliest alles, maar hij redt als het ware nog net het vege lijf. Maar van mensen die het erop toeleggen de tempel van God te verderven, staat dat God hen zal verderven.

Hoe moet je je nu voorstellen dat de tempel van God verdorven wordt? Laat God dat dan toe? Eerst moet je er weer aan denken dat de gelovigen samen de tempel van God vormen. De Korinthiërs moeten daar ook aan herinnerd worden: “Weet u niet dat u Gods tempel bent?” Zij zijn de tempel van God in wie de Geest van God woont. Als je daar goed over nadenkt, kom je tot de conclusie dat de Heilige Geest de Enige is Die in de tempel van God recht van spreken heeft.

Stel je nu voor dat er in de tempel van God, dat wil zeggen in de gemeente, mensen naar voren komen die dingen gaan leren die duidelijk in strijd zijn met het Woord van God. Dan wordt de gemeente van God een plaats waar de Heilige Geest en het Woord van God opzij worden gezet en waar mensen hun eigen ideeën over God en Zijn Woord naar voren brengen. Het listige van de manier waarop ze deze dingen brengen, is dat ze zich uitgeven voor mensen die het kunnen weten. Vaak hebben ze een hoge opleiding gevolgd, kunnen ze prachtig spreken en laten ze het geweten met rust.

Het best kun je ze herkennen aan de manier waarop ze over de Heer Jezus spreken. Soms spreken ze platvloers over Hem, als Iemand Die dicht bij je staat en net zo is als jij, met dezelfde lusten en begeerten. Hier heb je zoiets listigs. Hij stáát ook dicht bij je. In de Bijbel staat dat Hij “in alle dingen verzocht is als wij”. Maar er staat nog iets achter en wel “met uitzondering van [de] zonde” (Hb 4:15).

Soms ook spreken ze eerbiedig en verheven over Hem als Iemand Die ver boven je staat. Hij wordt dan voorgesteld als een soort engel, door wie je veel over God te weten kunt komen. Ook hier is het weer zo listig. Je kunt inderdaad veel over God te weten komen door Hem. Maar de waarheid over Hem gaat veel verder. Je kunt alles over God te weten komen en wel alleen door Hem, want Hij is God Zelf. Daardoor is Hij ook veel hoger dan de engelen. Dat kun je lezen in Hebreeën 1 (Hb 1:5-13).

Door op deze listige wijze over de Heer Jezus te praten wordt de tempel van God verdorven. Het huis van God wordt hier “de tempel” genoemd om de klemtoon te leggen op de eer die God in Zijn huis toekomt. God wordt geëerd wanneer de Heer Jezus wordt geëerd, en Hem wordt oneer aangedaan als de Heer Jezus oneer wordt aangedaan. Ook wordt de tempel van God “heilig” genoemd. Het is een gebouw waarin niets van de wereld en haar wijsheid gevonden mag worden.

1Ko 3:18. In de gemeente moet “niemand zichzelf bedriegen” door te menen dat hij de wijsheid in pacht heeft. De wijsheid die het in de wereld doet, mag niet binnendringen in de gemeente. Dat soort wijsheid is in de gemeente van God levensgevaarlijk. Daardoor vergeet je dat de ware wijsheid alleen bij God en bij Christus te vinden is. Nog een keer zegt Paulus dat de wijsheid van deze wereld dwaasheid is voor God. Het zal wel nodig zijn dat hij het herhaalt, want hij heeft het ook al in het eerste hoofdstuk gezegd (1Ko 1:20).

We komen kennelijk vlug onder de indruk van de wijsheid van de wereld. Nogmaals: vergeet niet dat die wijsheid dwaasheid is voor God. Om echt wijs te worden moet je eerst dwaas worden. Dwaas worden betekent niet dat je gek gaat doen. Dwaas worden betekent hier dat je niet meer wilt rekenen op de bekwaamheden van de knappe mensen van deze wereld of op je eigen verstand.

1Ko 3:19-21. Je wilt je op Gods wijsheid richten die je in Christus hebt ontdekt. Dat is voor de wereld dwaasheid, maar God noemt je dan wijs. Verder lees je dat God “de wijzen vangt in hun sluwheid”. Al die mensen die God uitschakelen, Hem wegredeneren, zullen door Hem ontmaskerd worden. Hij zal ze laten zien wie ze zijn door hen voor te houden hoe ze bezig zijn geweest en wat de resultaten van hun werk zijn geweest. Alles wat ze hebben overlegd, heeft geen enkel resultaat opgeleverd. Integendeel, de chaos is groter geworden. Alles wat mensen hebben uitgedacht, blijkt inhoudsloos te zijn. Deze leegheid van de menselijke wijsheid moet al voldoende reden zijn om niet in mensen te roemen.

1Ko 3:22-23. Er volgt nog een reden waarom het dom is om in mensen te roemen. Het roemen in mensen betekent een enorme beperking van de rijkdommen die de gelovige bezit. Als Paulus de ‘grote’ man is, gaat dat ten koste van Apollos. De aanhanger van Paulus heeft in Paulus iets ontdekt wat hij in Apollos mist. Daarom spreekt Paulus hem zo aan en meent hij Apollos wel te kunnen missen. Zo worden de dienaren met elkaar vergeleken en dan wordt er een keus gemaakt. Dat gebeurt vandaag de dag nog steeds. Als je daaraan meedoet, leef je beneden je voorrechten, want iedere dienaar is er voor jou en niet alleen die ene, die jouw favoriet is.

En niet alleen de dienaren zijn aan jou gegeven, maar ook alle andere dingen. Het hele terrein waarop jij je bevindt, de “wereld”, is van jou. Dat komt omdat jij van Christus bent. Zo is het ook met “leven” en “dood”. Het leven is van jou omdat Christus jouw leven is. De dood is van jou omdat Christus de dood heeft overwonnen. De “tegenwoordige” en de “toekomstige” dingen, het is allemaal van jou, omdat jij “van Christus” bent. Christus overziet het heden en de toekomst. Niets loopt Hem uit de hand, niet in jouw leven en niet in het grote wereldgebeuren. Hij zal alles zo besturen, dat in alles God wordt verheerlijkt.

“Christus is van God” wil zeggen dat God door Christus alles zal volbrengen wat Hij Zich heeft voorgenomen. Het eindresultaat zal te zien zijn als Christus alle dingen aan God de Vader geeft en “God alles in allen zal zijn” (1Ko 15:28). Van die Christus ben jij, bij Hem hoor je. Is dat geen grote rijkdom?

Lees nog eens 1 Korinthiërs 3:16-23.

Verwerking: Als alles van jou is, kun je er dan maar mee doen wat je wilt? Hoe gebruik jij wat van jou is?

Copyright information for DutKingComments