1 John 2:2

Voorspraak en zoenoffer

1Jh 2:1. Uit wat Johannes in het voorgaande heeft gezegd, kunnen twee misverstanden ontstaan. Het eerste is dat er een soort moedeloosheid over je kan komen. Je kunt het immers ook niet helpen als je zondigt, want de zonde is toch nog in je? Het tweede is dat je zou kunnen denken: ‘Wat geeft het als ik zondig, want als ik zondig, kan ik het toch weer belijden.’ Als antwoord op deze vragen klinkt het woord van Johannes: “Mijn kinderen, ik schrijf u deze dingen, opdat u niet zondigt.” Goed, zeg je dan, dat wil ik best aanvaarden, maar het komt helaas toch voor dat ik zondig. Wel, zegt Johannes, in het geval dat je zondigt, mag je weten dat je een Voorspraak bij de Vader hebt.

Je ziet aan de manier waarop Johannes dit opmerkt, dat hij het mogelijk acht dat je zondigt, maar niet dat hij het onvermijdelijk acht. Maar als het gebeurt, hoef je niet in wanhoop te verzinken. Niet dat zonde niet erg is. Zonde is altijd vreselijk. Hoe vreselijk zonde is, zie je het best op het kruis van Golgotha, waar God Zijn niets sparend oordeel over de zonde op Zijn geliefde Zoon liet komen. Tegelijk is dat de basis voor het werk van Jezus Christus als Voorspraak bij de Vader voor het geval het mocht gebeuren dat je zondigt.

Als je zondigt, wordt daardoor je gemeenschap met de Vader verstoord. Je blijft wel Zijn kind, maar je kunt door de zonde die je hebt gedaan, daar niet van genieten. Als een van mijn kinderen iets doet, waardoor hij straf verdient, kan ik hem niet laten merken dat ik van hem houd. Ik houd wel van hem, maar er is een breuk in de relatie gekomen. Wat er tussen ons is gekomen, moet eerst worden opgelost door belijdenis.

De Heer Jezus doet als “Voorspraak bij de Vader” wat nodig is om je verhouding tot de Vader te herstellen. Hoe Hij dat doet, zie je bij de verloochening door Petrus. De Heer brengt Petrus tot belijdenis door hem te herinneren aan wat Hij tegen hem had gezegd (Lk 22:61-62). Door die belijdenis is de gemeenschap van Petrus met de Heer hersteld. Als jij tot belijdenis van een zonde komt, is dat Zijn werk.

Hij neemt het als de “Rechtvaardige” voor je op bij de Vader. Hij vertegenwoordigt je bij de Vader als Degene Die over de zonde die jij moet belijden het oordeel heeft gedragen. Hij is de Rechtvaardige omdat Hij het recht van God in Zijn leven altijd volmaakt heeft gedaan.

1Jh 2:2. Ook aan Gods recht ten opzichte van de zonde heeft Hij volmaakt voldaan. Hij is namelijk het “zoenoffer” voor die zonde die jij hebt gedaan. Het werk dat Hij heeft volbracht, is de basis van het herstel van je gemeenschap met de Vader.

Hij is uiteraard niet alleen het zoenoffer voor die ene zonde die je hebt gedaan. Je mag weten dat Hij het zoenoffer is voor al je zonden en ook voor alle zonden van al Gods kinderen. Dat kan natuurlijk ook niet anders. Toen Hij het werk op het kruis volbracht, wist Hij precies wie vanaf Adam in Hem geloofd hebben en wie in de toekomst nog zouden geloven. Van die allen kende Hij ook al hun zonden en is daarvoor het zoenoffer geworden.

En daarbij blijft het niet. Het gaat nog verder. Hij is ook het zoenoffer voor de hele wereld. Nu moet je nog een keer goed lezen wat er staat. Er staat niet dat Hij het zoenoffer voor de zonden van de hele wereld is. Zo lezen sommigen het wel en komen dan tot de foute conclusie van de dwaalleer van de zogenaamde ‘alverzoening’ of van de minder vergaande dwaling van de zogenaamde ‘algemene verzoening’. [Zie uitvoeriger het boekje: ‘De verzoening – dwaling &dwaalleer’ op www.oudesporen.nl.]

Volgens hen die de dwaalleer van de alverzoening verdedigen, worden alle mensen en zelfs de satan en zijn engelen ten slotte behouden. Dit is een verwerpelijke conclusie die in strijd is met de duidelijke uitspraken van de Schrift over een eindeloze pijniging van onboetvaardige zondaars in de hel (Op 20:10). Laat je hierin niet misleiden!

Het werk van de Heer Jezus is zo groot en de waarde van Zijn bloed strekt zo ver, dat God op grond daarvan ieder mens kan behouden. Dat is Gods kant van de waarheid. De andere kant van de waarheid is dat alleen de mens die zich bekeert, er deel aan krijgt. Deze dingen gaan ons logisch denken te boven. Wij kunnen slechts de verschillende aspecten van Gods waarheid apart bekijken en Hem bewonderen en aanbidden voor wat we dan zien.

Lees nog eens 1 Johannes 2:1-2.

Verwerking: Wat leer je in deze verzen over het werk van Christus?

Copyright information for DutKingComments