‏ 1 John 4:7

God is liefde

1Jh 4:7. Na het waarschuwende onderwijs met betrekking tot dwaalgeesten in de vorige verzen richt Johannes zich weer op de natuur van God die jij als kind van God hebt gekregen. Hij begint weer met je aan te spreken als ‘geliefde’. Daarmee wil Johannes je laten voelen dat hij je liefheeft, want je hebt evenals hij de Heer Jezus als je leven. Hij zegt er tevens mee dat je een ‘geliefde’ van God bent. Gód heeft je lief.

Dat je de natuur van God hebt, moet zichtbaar worden, want liefde op zich kun je niet zien. De liefde die je voor de ander hebt, “is uit God”. Dat de liefde uit God is, wil niet zeggen dat elke vorm van liefde afkomstig is van God. Uit het verband blijkt dat het om Goddelijke liefde gaat. Je leest in Gods Woord ook over de liefde van de mens die hij van zijn Schepper heeft gekregen. Dat wordt wel ‘natuurlijke liefde’ genoemd en daarmee wordt bijvoorbeeld de liefde van ouders voor hun kinderen bedoeld en omgekeerd. Die liefde heeft God ook gegeven. Die liefde kan echter verkoelen. Met natuurlijke liefde bedoelt God niet een verkeerde liefde, zoals bijvoorbeeld homofiele liefde. Dat is een onnatuurlijke liefde.

De Goddelijke liefde kan nooit verkoelen. Die liefde is onafhankelijk van de reactie van degene aan wie ze wordt bewezen. Die liefde is in jou en is het bewijs dat je uit God geboren bent en God kent. Je ziet hoe liefhebben wordt verbonden aan de bron van herkomst en de kennis daarvan. Leven – door geboorte uit God – en kennen – van Degene uit Wie je geboren bent – horen bij elkaar. Door de nieuwe geboorte heb je een gekende relatie met Hem. Je weet bij Wie je hoort, je kent Hem.

1Jh 4:8. Iemand bij wie de Goddelijke liefde ontbreekt, heeft geen relatie met God. Zo iemand heeft God zelfs nooit gekend, er is nooit enige relatie met Hem geweest. Hoe mooi iemand ook over Hem kan spreken, hij is een bedrieger en misleider. God niet kennen betekent dat er geen gemeenschap met God is. Het woord ‘kennen’ heeft in de Bijbel de betekenis van ‘gemeenschap hebben met’. De betekenis van ‘kennen’ komt mooi tot uiting in Genesis 4. In de Herziene Statenvertaling lees je daar: “En Adam had gemeenschap met Eva, zijn vrouw” (Gn 4:1) Letterlijk staat er: ‘Adam kende Eva’, zoals de voetnoot bij Genesis 4:1 in de genoemde vertaling vermeldt. Gemeenschap is een zaak van de diepste intimiteit. Het spreekt dan ook boekdelen als Johannes hier ‘liefhebben’ van God verbindt met ‘kennen’ van God, omdat God liefde is.

Het echte liefhebben komt van God, “want God is liefde”. Alleen als er Goddelijke liefde is, is er liefde voor elkaar, een liefde die voortkomt uit gemeenschap met God. Als we over God spreken als liefde en dat Zijn liefde in ons is en wij daardoor met die liefde kunnen liefhebben, kun je dat met een zee vergelijken. Als hier staat ‘God is liefde’, sta je als het ware bij de zee. Dat Hij als liefde in je woont, kun je vergelijken met een emmer die gevuld is met water uit de zee. Als je de emmer in de zee onderdompelt, kun je zeggen dat de zee in de emmer is. Zo is het met je hart dat ondergedompeld is in de liefde van God. Je moet er maar eens over nadenken en het zal je overweldigen.

1Jh 4:9. God heeft een groot bewijs gegeven van het feit dat Hij liefde is. Liefde is onzichtbaar en moet worden geopenbaard. God bewoont een ontoegankelijk licht (1Tm 6:16). Nooit zouden wij iets van Hem hebben gekend als Hij Zich niet had geopenbaard. Hij heeft Zijn liefde zichtbaar gemaakt door “Zijn eniggeboren Zoon” te geven, of beter, zoals er staat, “in de wereld” te zenden.

Wij hadden God nooit kunnen kennen als Hij dit niet had gedaan. Wij hadden nooit iets geweten van het geheim in God van de wederkerige liefde tussen de Vader en de Zoon. Johannes spreekt over de ‘eniggeboren Zoon’. Dat wil niet zeggen dat Hij pas Zoon is geworden bij Zijn geboorte. Hij is altijd de eniggeboren Zoon geweest. ‘Eniggeboren’ betekent uniek, enig in Zijn soort. Als zodanig heeft de Vader Hem gezonden en is Hij gekomen.

Je leest dat die liefde “ten aanzien van ons geopenbaard” is. Dat houdt in dat het bewijs van Gods liefde volledig buiten jou ligt. Dwaalleraren spreken ook over liefde, maar dan als een mystieke ervaring om daardoor iets van God te leren kennen. Daarvoor moet je dan tot jezelf inkeren en afgaan op je eigen gevoelens. Zo is het niet. ‘Ten aanzien van’ jou betekent dat het wel buiten jou ligt, maar ook dat jij die openbaring hebt mogen waarnemen, erkennen en aanvaarden. Daardoor heb je leven ontvangen.

1Jh 4:10. Je had geen leven, want je was dood in overtredingen en zonden (Ef 2:1). Doordat je dood was, was het onmogelijk om God lief te hebben. Behalve dat je dood was, was je ook schuldig omdat je God niet liefhad. Daarom had je verzoening nodig. Ook daarin heeft de liefde van God voorzien. Een zoenoffer was nodig om aan de heiligheid en gerechtigheid van God te voldoen.

Bij jou en mij was geen liefde voor God. Alles in Gods liefde is van Hem uitgegaan. Zijn hart is naar jou uitgegaan omdat Hij ook jou deel wilde laten uitmaken van een gezelschap van mensen dat Hij in Zijn tegenwoordigheid, aan Zijn hart, wilde brengen. Alles wat dat in de weg stond, heeft Hij weggenomen door Zijn Zoon als “zoenoffer voor onze zonden”, ook voor die van jou, te zenden. Je ziet hierin de grote prijs die Hij daarvoor heeft willen betalen.

Dat God liefde is, moet niet worden verlaagd tot ‘God kan liefhebben’, alsof er momenten zijn dat Hij niet liefheeft. Gods liefde is duidelijk geworden op het kruis van Golgotha. Daardoor weet je wat liefde is. De maatstaf is dat God in Zijn liefde Zijn Zoon heeft gegeven voor zonden die Hij Zelf niet heeft gedaan.

1Jh 4:11. Johannes trekt nu de volgende conclusie: als God ons op die verheven en indrukwekkende wijze heeft liefgehad, kan het niet anders dan dat ook wij elkaar liefhebben. Zo maken ook wij zichtbaar dat God liefde is.

1Jh 4:12. Niemand heeft God ooit kunnen zien, maar Gods liefde is zichtbaar geworden door Zijn Zoon Die Hij in de wereld heeft gezonden (Jh 1:18). De Zoon is echter niet meer op aarde, maar de familie van God wel. Deze familie heeft de Zoon als hun leven. Wat eerst de Zoon heeft gedaan toen Hij op aarde was, behoort nu te gebeuren door de familie van God. En hoe maakt de familie van God het mogelijk dat God wordt aanschouwd? Door elkaar lief te hebben!

Het openlijke getuigenis van Wie God is, wordt gegeven als er liefde is onder de gelovigen, onder hen die de natuur van God hebben. Uit jouw liefde tot je broeder en zuster blijkt dat God Zijn verblijf in jou heeft en dat Zijn liefde in jou volmaakt is. Dat wil zeggen dat Zijn liefde in jou volledig tot uitdrukking komt als jij je broeder en zuster liefhebt. Al je handelingen tegenover je broeder en zuster zijn dan in wezen Gods handelingen. De liefde tot de ander komt in jou tot zijn volle recht en doel.

Als God, Die de bron van liefde is, Zijn verblijf in jou heeft – en dat is zo! –, werkt de liefde in jou niet anders dan in Hem, Die de bron ervan is. Waar de liefde van God vanuit die bron tot uiting komt, kan dat alleen gebeuren in de volmaaktheid die de bron eigen is.

Je weet het inmiddels, maar ik herinner je er nog een keer aan, dat Johannes de dingen voorstelt in hun wezen en niet naar de soms matige praktijk die wij laten zien. Dat mag je niet blind maken voor de verkeerde dingen, maar dat is hier niet aan de orde. Je wordt hier gezien in verbinding met het zoenoffer waardoor je zonden zijn weggenomen. God ziet je zonder zonden en zo moet je hier ook naar jezelf en de ander kijken.

1Jh 4:13. Mocht je je afvragen hoe je kunt weten dat God in jou verblijft en dat jij in God verblijft, dan geeft Johannes nog een zekerheid. Je mag dat namelijk weten door het feit dat God jou “van Zijn Geest gegeven heeft”. Daardoor heb je nu al deel aan dezelfde sfeer van gemeenschap die je straks zult genieten in het huis van de Vader. “Van Zijn Geest” houdt in dat de volheid van het genot nog moet komen in het Vaderhuis. De Geest is je gegeven omdat alleen de Geest weet wat in God is (1Ko 2:11). Je hebt de kennis van de waarheid – dat jij in God bent en Hij in jou is – niet uit jezelf of een mens, maar uit Gods Geest. Door de Geest deel je met God wat van Hem is.

1Jh 4:14. De Geest geeft je innerlijk de verzekering dat jij in God verblijft en dat God in jou verblijft. Maar er wordt nog iets aan toegevoegd wat uiterlijk is, dat wil zeggen wat buiten jou ligt, maar wat jij wel ziet en waarvan je getuigt. Je hebt de Geest niet gezien en je getuigt ook niet van allerlei geestesgaven die jijzelf of anderen zouden hebben. Wat de Geest je heeft laten zien en waarvoor Hij jou de kracht geeft om daarvan te getuigen, heeft betrekking op de Zoon, Die door de Vader “als Heiland van de wereld” gezonden is.

Het ‘aanschouwen’ en ‘getuigen’ van deze dingen zijn ook prachtige uitingen van het nieuwe leven dat je hebt gekregen. Daardoor kunnen ook zij die daaraan nog geen deel hebben, ervan horen, en als zij zich bekeren er ook deel aan krijgen.

Lees nog eens 1 Johannes 4:7-14.

Verwerking: Hoe heb jij de liefde van God leren kennen en hoe werkt die liefde in jou?

Copyright information for DutKingComments