1 John 5:11-12

Gods getuigenis over Zijn Zoon

1Jh 5:6a. Johannes gaat nu nader in op de Persoon Die hij zojuist ‘Jezus, de Zoon van God’ heeft genoemd (1Jh 5:5). Hij vertelt Wie Hij is en ook over het werk dat Hij heeft volbracht. Hij wijst eerst op Hem als Degene Die gekomen is. Dat ziet op Zijn komst op aarde en Zijn hele verblijf op aarde. Daarmee heeft Hij uitvoering gegeven aan wat Hij tot God zei bij Zijn komen in de wereld: ”Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God” (Hb 10:5-7). Het toont aan dat Hij bij de Vader was en in de wereld is gekomen.

Zijn hele verblijf op aarde werd gekenmerkt door ‘water’. Dat wil zeggen dat Hij volkomen geleefd heeft door het Woord van God (Mt 4:4), waarvan het water een beeld is (Ef 5:26).

1Jh 5:6b. Hij is echter “niet door het water alleen” gekomen. Zijn onberispelijke, Godverheerlijkende leven alleen zou jou geen behoudenis hebben gebracht. Hij is ook gekomen “door het bloed”. Zijn volmaakt aan God toegewijde leven moest eindigen met het storten van Zijn bloed. Hij moest Zijn bloed geven voor jouw zonden. Zijn kruiswerk is niet los te maken van Zijn leven op aarde. Zonder Zijn bloed is er geen leven voor ons. Jezus Christus heeft geleefd door het Woord van God en heeft Zijn bloed gegeven.

Toen Christus was gestorven, kwam er uit Zijn zijde bloed en water (Jh 19:34) als het bewijs dat Hij werkelijk gestorven was. Het is tevens een getuigenis dat wij daardoor het eeuwige leven konden ontvangen. In zijn evangelie spreekt Johannes eerst over ‘bloed’ en daarna over ‘water’. Je kunt dat de historische volgorde noemen. Zo gebeurde het op het kruis. Het bloed is voor God de grondslag om mensen van hun zonden te kunnen verlossen. Daardoor kan Hij mensen het eeuwige leven schenken. Het water plaatst meer de reiniging van de zonden van de zondaar door de kracht van het Woord op de voorgrond.

Hier in zijn brief spreekt Johannes eerst over ‘water’ en daarna over ‘bloed’. Je kunt dat de praktische volgorde noemen. Zo ben jij ermee in aanraking gekomen. Eerst heeft het water je gereinigd van je zonden, want die waren het grote obstakel tussen jou en God. Vervolgens heb je gezien dat het bloed al je zonden voor God heeft weggedaan. Water ziet meer op wat jij nodig had en bloed ziet meer op wat voor God nodig was.

1Jh 5:6c. Op het getuigenis van het water en het bloed volgt nog het getuigenis van de Geest. “De Geest is het Die getuigt” van de Heer Jezus, Wie Hij is en wat Hij heeft gedaan. Water en bloed zijn beeldende of symbolische getuigen. Zij stellen iets voor. De Geest is geen symbolische, maar een persoonlijke Getuige. De Geest wordt als Getuige aangevoerd na de getuigen die in hun betekenis spreken van het leven (water) en het sterven van de Heer Jezus (bloed). Hij is als Getuige gekomen nadat de Heer Jezus was opgestaan en verheerlijkt (Jh 7:39). Door de Geest leren we de betekenis van de beeldende of symbolische getuigen. ‘De Geest is de waarheid.’ Je hebt de waarheid van God gevonden door het werk van de Geest van de waarheid.

1Jh 5:7. Zo zijn er drie getuigen met elk een bijzonder getuigenis, terwijl ze samen een eenheid in hun getuigenis vormen. Geen van de getuigen staat los van de andere getuigen. De Geest spreekt uit het Woord. De Geest spreekt over het water en het bloed vanuit het Woord en daarom heb je het volkomen en onbetwistbare getuigenis van deze drie getuigen aangenomen. Het getuigenis is absoluut betrouwbaar, want “in de mond van twee of drie getuigen zal elke zaak vaststaan” (2Ko 13:1).

1Jh 5:8. Johannes noemt de getuigen nog een keer in 1Jh 5:8 (1Jh 5:6), maar nu noemt hij de Geest het eerst. Hij doet dat omdat de Geest jou ertoe heeft gebracht het getuigenis over de Zoon van God aan te nemen. Het is door het werk van de Geest in je hart dat je hebt begrepen en aangenomen Wie de Heer Jezus is en wat Hij heeft gedaan. De drie getuigen zijn “eenstemmig” in hun getuigenis over wat je nodig had om deel te krijgen aan het eeuwige leven dat je is gegeven in de Zoon. Dit drievoudige getuigenis geeft de ontwijfelbare zekerheid dat je de Zoon als je leven hebt.

1Jh 5:9. Johannes vergelijkt “het getuigenis van God” met “het getuigenis van de mensen”, waarmee hij vooral dat van de dwaalleraren zal bedoelen. Mensen kunnen zeggen wat ze willen, maar als ze de betekenis van het water en het bloed niet kennen en daarom ook de Geest niet bezitten, zijn ze leugenaars. Er zijn er die beweren dat ze je kunnen vertellen hoe je in verbinding kunt komen met de Zoon zonder het bloed. Ze spreken bijvoorbeeld over Jezus in verbinding met ‘het water alleen’. Dat wil zeggen dat ze Hem als een goed mens en een navolgenswaardig voorbeeld voorstellen. Over Hem als het Zoenoffer dat een zondaar nodig heeft, reppen ze echter met geen woord.

Je moet daarom goed luisteren naar het getuigenis van God, dat groter is dan het getuigenis van welk mens ook. God heeft van Zijn Zoon getuigd toen Hij gedoopt werd in de Jordaan en ook bij Zijn verheerlijking op de berg (Mt 3:17; Mt 17:5). Het getuigenis heeft toen geklonken, maar de klank is niet weggestorven. Het getuigenis weerklinkt in volle, onverminderde kracht tot op vandaag en zal dat tot in eeuwigheid doen.

1Jh 5:10. Als dit nu het getuigenis is dat de drie-enige God over Zijn Zoon heeft getuigd, wat zul je dan nog naar één enkel woord luisteren dat mensen die de Geest niet hebben over de Zoon zeggen? Het mogen de geleerdste mensen zijn, met de meest klinkende namen die op de indrukwekkendste manier over Jezus spreken, maar ze zijn blinden en dwazen. Behalve dat hun getuigenis vals is, heb je het ook helemaal niet nodig. Je hebt het getuigenis in jezelf. Je gelooft in de Zoon van God. Je hebt het getuigenis van God over Zijn Zoon aangenomen, je hebt daarmee ingestemd. Daardoor heb je nieuw leven gekregen. Dat bezit je, dat zit in je. Dat nieuwe leven is compleet, het hoeft niet aangevuld te worden. Het moet wel groeien, maar dat is iets anders dan dat er iets aan ontbreekt, waarvan die valse leraren beweren dat ze je dat zouden kunnen geven.

Die valse leraren hebben niet geloofd “in het getuigenis dat God heeft gegeven over Zijn Zoon”. Zij geloven eenvoudig niet wat God heeft gezegd en hebben Hem daarmee tot een leugenaar gemaakt. Zo zijn er ook vandaag velen die zich christen noemen, maar Gods Woord betwisten. Ze leggen wat God heeft gezegd op hun eigen manier uit. Zij menen het beter te weten dan God en verklaren Hem daarmee tot leugenaar.

1Jh 5:11. Wat ze ook mogen beweren, het getuigenis staat vast en is onaantastbaar voor de gemeenste en grofste aanvallen. Je hoeft van de heftigste tegenstand dan ook niet onder de indruk te komen. De inhoud van het getuigenis is dat God je eeuwig leven heeft gegeven, en dit leven is in Zijn Zoon. Daarom staat het volkomen los van iets van de mens en is het tevens onaantastbaar voor welke dwaalleer ook.

Je mag weten, en het ook beleven, dat je door het bezit van het eeuwige leven dat je van God hebt gekregen, in betrekking tot God bent gebracht. Ook al weet je lang niet alles wat het eeuwige leven inhoudt, je hebt het ontvangen, het is in jou. Bedenk daarbij wel dat dit leven het leven is dat “in Zijn Zoon” is. Het leven dat je hebt, is Hij. Hij is de waarachtige God en het eeuwige leven, zoals verderop staat (1Jh 5:20). Je kunt het vergelijken met je hand, die wel leven heeft, maar alleen in verbinding met je lichaam. Het leven van je hand is het leven van de hele mens. Als je de hand van het lichaam scheidt, is het leven eruit. Op dezelfde manier heeft ook een blad aan een boom leven. Zo is het eeuwige leven niet te genieten of te beleven buiten de Zoon.

1Jh 5:12. Ondanks wat iemand ook mag zeggen of beweren, de korte en krachtige conclusie is: Heb je de Zoon, dan heb je het leven en alles wat dat inhoudt; heb je de Zoon niet, dan heb je niets en mis je alles wat met het leven verbonden is. Het grote verschil wordt uitgemaakt door het wel of niet hebben van de Zoon van God als je leven.

1Jh 5:13. Johannes gaat zijn brief besluiten. Als inleiding op zijn slotwoorden laat hij je weten waarom hij al het voorgaande heeft geschreven. Als het gaat om de zekerheid van wat is gezegd, legt de Bijbel de nadruk op het geschreven Woord. Hij heeft “geschreven”, opdat je met je hart en niet alleen met je verstand weet dat je eeuwig leven hebt.

Je weet dat je het bezit omdat je hebt gezien wat het eeuwige leven is. Je hebt namelijk gezien Wie Jezus Christus is, dat Hij de Zoon van God is. Je gelooft in Hem, in Zijn Naam. Zijn Naam is een aanduiding voor de volle openbaring van Wie Hij is. Het omvat alle glans en luister die deze Naam inhoudt. Om daarvan meer te leren kennen zul je Gods Woord moeten lezen en onderzoeken. Alles wat je daarin over Hem ontdekt, zul je met de grootste liefde en dankbaarheid in je hart opnemen.

Het is ermee als met het volk Israël aan wie alle zegeningen van het beloofde land waren gegeven nog voordat ze erin getrokken waren. In het boek Deuteronomium stelt Mozes het volk de rijke zegeningen van het land voor. Maar om daadwerkelijk van die zegeningen te genieten moest het volk het land stap voor stap in bezit gaan nemen (Jz 1:2-3).

Zo ben jij gezegend met alle geestelijke zegening in de hemelse gewesten (Ef 1:3), die je zou kunnen samenvatten met wat Johannes hier “eeuwig leven” noemt. Je bent in het hemelse land, maar je moet de schatten ervan gaan ontdekken. Je moet in geestelijke zin je voet erop zetten. Elke plaats waarop je je voet zet, mag je je eigendom noemen, terwijl het hele land in principe aan je is gegeven. Als je zo stap voor stap ontdekt wat je allemaal is gegeven in de gave van het eeuwige leven, zul je ook verlangend zijn daar de Vader voor te danken (vgl. Dt 26:1-2; Jh 4:10; 14; 23-24).

Lees nog eens 1 Johannes 5:6-13.

Verwerking: Waaruit bestaat het getuigenis dat God heeft getuigd over Zijn Zoon en wat is de betekenis ervan?

Copyright information for DutKingComments