1 Kings 14:1-5

De zoon van Jerobeam wordt ziek

Jerobeam blijft volharden in zijn zonde. In het vorige hoofdstuk lezen we dat de hoofdsom van zijn zonde te maken heeft met de dienst aan God (1Kn 13:33). Wie ook maar priester wil zijn, die stelt hij aan. Hij gaat volledig voorbij aan het recht van God; hij zet God aan de kant.

God kan dit niet tolereren. Hij brengt tucht over Jerobeam door zijn zoon ziek te maken. Het zal zijn lievelingszoon zijn, want Jerobeam is erg in zorg over de afloop van de ziekte. Mogelijk is het de troonopvolger. God weet hoe Hij mensen nog een keer moet aanspreken (Jb 33:29-30). “Want niet van harte verdrukt Hij en bedroeft Hij mensenkinderen” (Kl 3:33), maar Hij “aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geeft” (Ps 10:14).

Jerobeam echter legt het niet in Gods hand, maar verwacht het van een mens, Ahia. Hij neemt daarbij wel de toevlucht tot een echte profeet van de HEERE en niet tot een van zijn afgodsbeelden. Innerlijk weet hij wel dat die hem niet kunnen helpen. Hij richt zich echter niet in geloof tot de profeet, maar in bijgeloof. Deze profeet heeft zo’n geweldige boodschap voor hem gehad door hem te zeggen dat hij koning zou worden. Zou de profeet dan nu ook niet een goede boodschap voor hem hebben?

Jerobeam stuurt zijn vrouw erop uit, niet om de profeet om voorbede te vragen, maar om hem als een medium te raadplegen, om te weten hoe het met de jongen zal gaan. Alleen moet ze zich wel verkleden. Ook hieruit blijkt dat Jerobeam God niet echt zoekt en kent. Wie meent nu dat hij God voor de gek kan houden door een verkleedpartij, door zich anders voor te doen dan hij in werkelijkheid is? Alsof God niet verder kijkt dan de buitenkant. Het gaat God juist om de binnenkant! Niet dat de buitenkant, het uiterlijk, onbelangrijk is. God wil dat het uiterlijk een eerlijke weergave van het innerlijk is en geen schijnvertoning. [Het is de moeite waard om in de Bijbel na te gaan welke verkleedpartijen of vermommingen daar voorkomen en wat ze te betekenen hebben.]

De vrouw van Jerobeam neemt een geschenk mee (vgl. 1Sm 9:7-8). Het is het geschenk dat een eenvoudige burgervrouw zou kunnen brengen. Het lijkt erop dat Jerobeam hiermee aan de profeet een gunstige profetie wil ontlokken. Ze gaat naar Silo, dat ook in het tienstammenrijk ligt. Ahia woont dus ook in dat rijk, echter niet als de oude profeet in Bethel, maar ver ervan verwijderd. Silo is ook de plaats waar de HEERE vroeger nog heeft gewoond, waar de tabernakel heeft gestaan. God wil en kan deze profeet nog een keer gebruiken.

De vrouw van Jerobeam ontmoet Ahia

De profeet Ahia is blind. Menselijkerwijs is er een dubbel nadeel: een blinde profeet en een verklede vrouw. Maar de blinde profeet staat in verbinding met de God, van Wie geldt: “En geen schepsel is voor Hem onzichtbaar, maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen van Hem met Wie wij te doen hebben” (Hb 4:13). Hij ontvangt van God de woorden die hij moet spreken. Direct al spreekt hij de vrouw met haar ware naam aan. Dat moet een schok voor haar zijn geweest. Ze is ontdekt!

Copyright information for DutKingComments