1 Kings 17:5

Elia bij de beek Krith

Elia verdwijnt even plotseling van het toneel als hij erop is verschenen. Na het brengen van zijn boodschap komt het woord van de HEERE tot hem. Hij moet zich verbergen op een plek waar God voor hem zal zorgen. Het lijkt er niet op dat hij zich al direct verbergt voor Achab. Het is voorstelbaar dat Achab pas later naar hem op zoek gaat, als de uitwerking van zijn gebed duidelijk wordt. Elia gehoorzaamt en gaat naar de plek die God hem heeft gezegd. In de teruggetrokkenheid vormt God Zijn dienaar.

Openlijk optreden stelt de dienaar bloot aan het gevaar van zelfverheffing. Bij God in de verborgenheid heeft hij niemand anders dan God. Hier leert hij zichzelf in Gods tegenwoordigheid zien en leert hij Wie God is voor hem. Er is “een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken” (Pr 3:7b). Voor Elia is de tijd om te zwijgen nu gekomen, tot de volgende aanwijzing van God komt om weer te spreken. Het is een tijd van verdere voorbereiding op zijn dienst in de openbaarheid die we in het volgende hoofdstuk zien, als hij voor het hele volk staat. Ook andere dienaren hebben een dergelijke periode gekend. We zien het bij Mozes, David, Johannes de doper, Paulus en ook bij de Heer Jezus.

De HEERE voorziet Elia van brood en vlees door middel van onreine vogels, raven, en van water uit de beek. De profeet Obadja, zo zien we in het volgende hoofdstuk, voorziet honderd profeten van de HEERE van brood en water (1Kn 18:4). Raven zorgen niet voor hun jongen, maar God onderhoudt ze (Ps 147:9; Jb 39:3). In Zijn soevereiniteit zet Hij echter de raven in voor anderen (vgl. Ps 50:11). Zo heeft Hij altijd middelen ter beschikking om de Zijnen te voorzien van wat zij nodig hebben, zelfs al handelen die middelen daarin tegen hun natuur. De wijze waarop God voor Elia zorgt, is tegelijk een schande voor Israël. Blijkbaar is er niemand in Israël die voor de profeet wil zorgen.

Het brood en het vlees dat de raven hem brengen, spreekt van de Heer Jezus. Hij is “het brood van het leven” (Jh 6:35). De Heer Jezus zegt van het ‘brood’ ook het volgende: “En het brood dat Ik zal geven, is Mijn vlees voor het leven van de wereld” (Jh 6:51b). In Johannes 6 stelt Hij Zichzelf voor als het voedsel dat het middel is dat ons bevrijdt van alles wat onder de dood ligt. Als we uit Hem leven, worden we daarvan vrij. Dat kunnen wij leren uit wat Elia hier beleeft.

Drie keer heeft Elia de bijzondere voorzieningen van Gods zorg voor zijn onderhoud ervaren: hier bij de beek Krith door de raven, verderop in dit hoofdstuk bij de weduwe door het meel en de olie die niet opraken en in 1 Koningen 19 waar de Engel van de HEERE hem een koek en water geeft (1Kn 19:5-8).

Copyright information for DutKingComments