1 Kings 18:26-30

Baäl wordt aangeroepen

De profeten van de Baäl maken alles gereed op de wijze die Elia heeft aangegeven. Dan barst het spektakel los. Indrukwekkend moet dat zijn geweest. Achthonderdvijftig profeten is heel veel. Op een afstand staat de eenzame Elia. Iets verder staat de massa van het volk, nog steeds zwijgend. Het maakt hen nog niet uit van wie de regen komt, van de Baäl of van God.

Elia zwijgt niet. Als de profeten al een hele tijd zonder enig resultaat bezig zijn om hun god tot enige actie te bewegen, begint Elia met bijtende spot hun dwaze pogingen belachelijk te maken. De profeten van God hebben altijd gespot met de afgoden (Js 44:12-20). Elia maakt hun god belachelijk door te veronderstellen dat hij in gepeins verzonken is. Hij is een god die geen twee dingen tegelijk kan doen. Het kan ook zijn dat hij zich heeft afgezonderd, dat wil zeggen dat hij op het toilet is om zijn behoefte te doen en dan kan hij hen natuurlijk niet horen. Dat kan hij ook niet als hij op reis is, want hij is een zeer beperkte god met slechts een klein gebied als zijn terrein.

Daartegenover is de God van Elia, onze God, de almachtige God, de God van het heelal, Die hemel en aarde geschapen heeft en alles in stand houdt. Hij is ook de alomtegenwoordige God, Die overal aanwezig is, en de alwetende God, Die bij alles betrokken is en Wie niets ontgaat.

Naar hun heidense gewoonten snijden de profeten zichzelf om het medelijden van hun god op te wekken. Wat een god die met zulke handelingen tot actie zou moeten worden gebracht! Maar al het geploeter en alle zelfkastijding van de profeten worden met volkomen stilzwijgen van de kant van de Baäl beantwoord. Natuurlijk blijft de Baäl dood, want er is maar één levende God. Wat een afgang voor de profeten van de Baäl.

Zo gaan ze door tot de tijd van het graanoffer ofwel het avondgraanoffer. Het hele hoofdstuk licht hier op tegen de achtergrond van het kruis. Het is het negende uur. Op dat uur stierf Christus als het ware graanoffer en brandoffer op het kruis. Het is het ogenblik dat Daniël antwoord krijgt op zijn gebed, evenals Ezra, en evenals Cornelius, de eerste bekeerling uit de heidenen (Dn 9:21; Ea 9:4-5; Hd 10:3). Als de goden zwijgen en het volk zwijgt, antwoordt de God van Elia.

Elia maakt het offer klaar

Dan is het de beurt van Elia. Hij beveelt het volk naar voren te komen, bij hem. Hij leidt de aandacht van de Baäl af om die op zichzelf en vervolgens op de HEERE te richten. Ze komen. Ze moeten goed zien dat hij het altaar van de HEERE, dat omver gehaald is, herstelt. Hij bouwt geen nieuw, ander altaar. Ook vernieuwt hij het oude altaar niet. Hij herbouwt het altaar van twaalf stenen naar “het getal van de stammen van de zonen van Jakob”, die door Gods genade tot “Israël” is gemaakt. ‘Jakob’ is de naam van zwakheid en falen. Op grond daarvan zou er oordeel moeten komen. Maar de HEERE heeft hem de naam ‘Israël’ gegeven. Dat is wat God van hem heeft gemaakt en dan is er zegen.

Met het herstel van het altaar geeft Elia uitdrukking aan de eenheid van het volk van God. Dat doet hij als eenling, de man Gods, maar wel “in de Naam van de HEERE”. Hij belijdt daarmee Zijn gezag. Het gezag van die Naam is ook nu nog de grondslag om de eenheid van de gemeente zichtbaar te maken, al zijn we maar met enkelen (Mt 18:20). Het komt aan op persoonlijke trouw in de erkenning van het gezag van de Naam van de Heer Jezus.

Hij richt het altaar verder in voor het doel waarvoor hij het bouwt: dat God Zichzelf erdoor zal verheerlijken. Hij legt hout op het altaar. Daarna slacht hij de jonge stier van de tweede keus. Vervolgens geeft hij opdracht water over het altaar uit te gieten. Dat gebeurt door middel van in totaal twaalf kruiken water, wat ook weer herinnert aan de twaalf stammen. Hij doet dat in drie keer, zoals hij zich ook drie keer over de jongen heeft uitgestrekt (1Kn 17:21). Alleen God kan leven uit de dood geven, waarvan het getal drie ook spreekt.

Met deze handelwijze voorkomt Elia elke verdachtmaking dat hij toch nog de een of andere truc zou hebben gebruikt om het vuur over het offer te brengen. Elk menselijk ingrijpen wordt uitgeschakeld. Praktisch gezien zal hij het water uit een bron in de buurt hebben laten halen. Geestelijk gezien zien we dat een man Gods altijd verborgen bronnen heeft.

Copyright information for DutKingComments