1 Kings 18:39

Elia roept tot God en God antwoordt

Dan richt hij, die nadrukkelijk “de profeet Elia” wordt genoemd, zich tot God. Hij doet dat zonder show zoals de profeten van de Baäl, maar kort, eenvoudig, indringend, vooral vertrouwend en met het oog op de terugkeer van het volk naar God. De hele kracht van God is in deze ene man geconcentreerd. Hij richt zich tot de “HEERE, de God van” – de beloften aan – “Abraham, Izak en Israël”. Als alles is verspeeld, kan er alleen nog maar een beroep worden gedaan op de God van de beloften. We zien ook dat Elia spreekt over God als de “God van … Israël”, dat is weer wat God van Jakob heeft gemaakt en niet wat Jakob in zichzelf is.

Elia spreekt niet over de HEERE ‘mijn’ God. Dat doet hij wel in zijn persoonlijk gebed. Hier is het een openbaar gebed en bidt hij dat God Zich als de God van Zijn volk Israël bekend zal maken. Tevens bidt hij voor zichzelf dat duidelijk zal worden dat hij met Hem verbonden is en handelt in Zijn opdracht en die opdracht uitvoert zoals Hij hem heeft gezegd. Hij bidt op de tijd dat men het avondoffer brengt. Dat is een prachtig ogenblik. Het is het tijdstip waarop later de Heer Jezus zal sterven op het kruis als de grondslag voor de eenheid van Gods volk. Op grond van dat offer verhoort God gebeden. Het is het uur dat de Heer Jezus ook riep, maar geen antwoord kreeg. God neemt het offer van Elia aan en het volk erkent dat de HEERE God is.

Elia bidt dat duidelijk zal worden dat God hun hart tot inkeer heeft gebracht. Herstel begint met hen die geloof hebben en in de stilte en in het openbaar hebben gebeden. Dan valt het vuur op het brandoffer. Een brandoffer wordt gebracht opdat de mens die het brengt voor God aangenaam zal zijn (Lv 1:9; 13; 17), niet op grond van wat de mens in zichzelf is, maar op grond van het welgevallen dat God in het offer heeft. Wij mogen weten dat wij aangenaam zijn voor God omdat Hij ons ziet in de Geliefde (Ef 1:6).

Het gevolg is niet alleen dat het volk gespaard blijft, dat het oordeel aan hen voorbijgaat, maar dat het hart van het volk naar God terugkeert en het weer op God vertrouwt. Het gevolg is ook dat het hart van God weer naar dit volk is gekeerd en naar hen uitgaat. Dat zien we als we kijken naar het brandoffer dat de Heer Jezus op het kruis was voor God. Dat brandoffer brengt Elia.

Het vuur verteert alles. Als het volk dat ziet, valt het neer en belijdt luid dat de HEERE God is. Het is van belang dat dit ook bij ons zo is. Dat zal blijken uit een radicaal wegdoen van alle elementen die de plaats van God hebben ingenomen. Uit ons leven moet alles worden weggedaan wat die belijdenis in de weg staat of er niet mee in overeenstemming is. Elia is radicaal. Het lijkt hard, maar het gaat om de heiligheid van God.

De eerste opdracht voor dit teruggekeerde volk is de profeten van de Baäl om te brengen. Niemand mag ontkomen. Zo moet er worden gehandeld. Zo moet er ook onbarmhartig worden gehandeld met mensen die een dwaalleer brengen. Dat gebeurt in onze tijd niet door hen te doden, maar door elke gemeenschap met hen te verbreken en te weigeren. Hun woord gaat voort als de kanker en met kanker kun je geen geduld hebben (vgl. Dt 13:5; 9-11; Dt 18:20). De slachting gebeurt bij de beek Kison, waar eens de Kanaänieten gedood werden (Ri 4:7; 13; Ri 5:21; Ps 83:10).

Copyright information for DutKingComments