1 Kings 2:19

Salomo handelt met Adonia

Na het aantreden van Salomo als koning is nog niet alle tegenstand volledig uitgebannen. Er is nog iemand die het door God aan Salomo gegeven gezag aan zichzelf wil trekken. Voor een dergelijk gevaar moeten we steeds waakzaam zijn, zowel bij onszelf als bij anderen. Salomo’s broer Adonia wil nog een greep naar de macht doen. Hij wil dat doen door langs een omweg Abisag tot vrouw te nemen.

Hij kleedt zijn machtsgreep op listige wijze in. Hij doet het voorkomen alsof hij een klein verzoek heeft, dat echter zeer ingrijpend is. Hij gebruikt daarvoor Bathseba. Zij is wantrouwend en vraagt of zijn komst vrede is. Hij spreekt echter heel overtuigend, zelfs met gebruikmaking van de naam van de HEERE. De gevoelens van Bathseba worden gerustgesteld. Zij ziet achter het verzoek niets bijzonders en zegt hem toe naar de koning te gaan.

Salomo behandelt zijn moeder met de nodige eer. Hij geeft haar gelegenheid haar “klein verzoek” te doen en zegt haar toe haar niet af te wijzen. Bathseba doet haar verzoek. Salomo doorziet echter wat erachter steekt (vgl. 2Sm 3:7; 2Sm 16:21). Naar oosterse gewoonte was het huwelijk met de vrouw of bijvrouw van een overleden koning tegelijk een claim op de troon. Hij weet ook dat Abjathar en Joab erbij betrokken zijn.

Salomo handelt in gerechtigheid ten oordeel met Adonia vanwege zijn kwaadaardige opzet. Hij zendt Benaja om het vonnis te voltrekken. Benaja is de man die eerst overwinningen in het verborgene behaalde ten gunste van Gods volk. Nu deelt hij in de openlijke regering van Salomo en is hij een handhaver van het recht van God.

Benaja is een bijzondere man. Zijn naam betekent ‘door de HEERE opgebouwd’ of ‘de HEERE heeft inzicht, is wijs’. Verschillende personen dragen die naam; maar de man die zo nauw aan David is verbonden, komt voor in 2 Samuel 8; 20; 23; 1 Koningen 1; 2; 4. [Zie het artikel over Benaja.]

Copyright information for DutKingComments