1 Kings 22:19-23

De boodschap van Micha

Daar staat Micha tegenover vierhonderd profeten, vertegenwoordigers van de godsdienstige klasse en ook tegenover de hoogste regeerders, de vertegenwoordigers van het hele volk. Omdat de regeerders over Gods volk regeren, zijn zij ook godsdienstige leiders. Alleen de aanblik al moet grote indruk op Micha maken. De grimmige, vijandige sfeer zal hem tegemoet geslagen zijn. De eenling tegenover de massa. Er is al op hem ingepraat door de bode die hem heeft opgehaald om mee te praten en zich niet als een eenling tegenover allen uit te spreken.

Door de kracht van het geloof en het vertrouwen op de HEERE bezwijkt Micha niet voor de druk. Integendeel, hij spot met het hele gezelschap. Dit blijkt uit zijn eerste antwoord. In dit antwoord lijkt hij hetzelfde te zeggen als de andere profeten hebben gezegd en lijkt hij zich dus bij hen aan te sluiten. Maar er is een zwaar sarcastische ondertoon in wat hij zegt. Hij imiteert de vierhonderd en doet alsof hij een van hen is. Achab voelt dat ook goed aan. Hij beseft dat wat Micha zegt, sarcastisch bedoeld is. Daarom neemt hij geen genoegen met dit antwoord. Hij wil weten wat de echte boodschap van Micha is.

Micha antwoordt daarop met wat hij in een visioen heeft gezien en gehoord. Hij beschrijft dat de voorgenomen missie zal uitlopen op een verstrooiing van het volk. De oorzaak daarvan is dat het volk geen leider heeft die op God vertrouwt. Een leider die het volk op God laat vertrouwen, houdt Gods volk bij elkaar (Nm 27:16-17). Een leider die geen rekening houdt met God, laat het volk in de steek en de schapen worden een prooi van de wolf (Jh 10:12). Bij de Heer Jezus is bewogenheid over schapen die geen herder hebben (Mt 9:36) en tot Zijn discipelen spreekt Hij over het slaan van de herder en het verstrooien van de schapen (Mt 26:31).

Na deze profetie richt Achab het woord tot Josafat en wijst op zijn gelijk met wat hij over Micha heeft gezegd. Zie je wel dat Micha een onheilsprofeet is? Maar Achab kijkt niet verder, verblinde ogen door de vorst van de duisternis als hij heeft.

Maar Micha is nog niet klaar. Hij heeft nog een verdere boodschap. Uit die boodschap blijkt dat er een onzichtbare wereld is die deze vierhonderd profeten laat zeggen wat Achab graag hoort. Micha mag dan wel als een gevangene voor Achab staan, het woord van de HEERE laat zich niet binden. Achab heeft de afgoden en daarmee de demonen gediend. Als dode afgod bestaat de Baäl niet; de Baäl bestaat echter wel door de demonen die erachter schuilgaan. In de onzichtbare wereld spannen de demonen samen om mensen op het verkeerde been te zetten met de dood als eindresultaat.

We kunnen wel een toepassing maken voor vandaag. In de grote christenheid gaat het niet meer om wat Gods Woord zegt, maar om wat men graag hoort en wat aansluit op de beleving. Vooral de charismatische beweging is hiervoor verantwoordelijk. We moeten in veel gevallen concluderen dat hier geestelijke machten achter zitten die de mensen wegvoeren van Christus en van het Woord van God omdat het puur om het gevoel van de mens gaat.

Het wordt steeds duidelijker hoe verkeerd bepaalde invloeden zijn, in het bijzonder door liederen die gezongen worden. In verschillende liederen worden uitspraken gedaan over bijvoorbeeld de verzoening, die aspecten van de verzoening van de Heer Jezus wegnemen of ze belichten op een manier die niet in overeenstemming is met het Woord. Daar moeten we duidelijk voor waarschuwen, want dat voert mensen weg van de gehoorzaamheid aan het Woord en van het unieke van Christus en Zijn werk. [Zie het boekje ‘Verzoening’] Daarom moeten we ook duidelijk voor onszelf zijn door in elke situatie te vragen naar de wil van God, wat erop neerkomt dat we vragen: Wat zegt het Woord van God?

Micha zegt vanuit een nieuw visioen dat de demonen uiteindelijk onder het gezag van God staan. Wat Micha ziet in het visioen, wordt ons menselijk voorgesteld, opdat we het kunnen begrijpen. We worden getuige van een discussie die ontstaat. De een zegt dit, de ander dat, allemaal heel menselijk. Dan komt er een geest die zegt: “Ík zal hem misleiden.” Na een vraag van de HEERE en een antwoord van de geest, zegt de HEERE: “U mag misleiden, en u zult er ook toe in staat zijn. Vertrek en doe het zo.” We zien duidelijk dat de HEERE in dit hele gebeuren de regie heeft. Hij bepaalt uiteindelijk de inzet van boze geesten en het succes van hun onderneming. Ook de boze geesten dienen Zijn doel, tegen hun wil in.

We zien het onheil dat God over Achab besloten heeft. Dat onheil staat vast (1Kn 22:23), daar is geen verandering in aan te brengen. Ook staat vast hoe dat onheil zal plaatsvinden: “En de HEERE zei: Wie zal Achab misleiden, zodat hij zal optrekken en bij Ramoth in Gilead zal vallen [in de strijd]” (1Kn 22:20)?

Door deze boodschap wordt de opstand in het hart van Zedekia openbaar. Zedekia claimt dat wat hij heeft gezegd door de Geest is en dat dit niet door Micha kan zijn. Zijn aanmatigende woorden laat hij vergezeld gaan met geweld. Hij geeft Micha een kaakslag. Mensen van de wereld kunnen niet aannemen dat de vierhonderd ongelijk hebben en dat de ene gelijk heeft. Micha zou de enige zijn die de Geest van de HEERE heeft? Er is een eenstemmig getuigenis van de massa. Hebben alleen die weinige trouwe christenen gelijk?

Micha protesteert niet tegen de mishandeling. Hij zegt alleen dat wel duidelijk zal worden dat zijn woorden waarheid zijn. Dat zal Zedekia merken als hij op de vlucht is en angstig zoekt naar een plek waar hij veilig kan zijn voor het oordeel, een plek die hij tevergeefs zal zoeken.

De ‘beloning’ die Achab voor Micha heeft voor het spreken van de waarheid, is opsluiting in de gevangenis. De woorden die Achab spreekt bij het bevel tot opsluiting, geven Micha een nieuwe aanleiding om te getuigen. Er is geen enkele angst bij deze man Gods te bemerken. Geweld en gevangenis brengen hem niet tot een verandering van zijn boodschap. Hij doet geen water bij de wijn, maar predikt het zuivere Woord van God. Elke mishandeling brengt hem tot het uitspreken van een bevestiging van wat hij heeft gezegd.

In dit alles is geen enkele aanmatiging of zelfverheffing. Hij wijst erop dat hij Gods woorden heeft gesproken en dat de waarheid ervan bewezen zal worden in de vervulling van wat hij heeft aangekondigd. Hij waagt het zelfs om erbij te zeggen dat hij een leugenaar zal blijken te zijn als Achab in vrede terugkomt, als zijn woorden dus niet zullen uitkomen (vgl. Dt 13:1-4; Dt 18:20-22).

In zijn slotwoorden richt hij zich niet meer tot Achab, maar tot alle volken. Hij maakt zijn woorden tot een getuigenis voor alle volken. Later zal een andere profeet Micha dezelfde woorden spreken (Mi 1:2). Het is een woord dat betrekking heeft op de Heer Jezus en de tijd dat Hij bekend zal zijn onder de volken.

Copyright information for DutKingComments