1 Kings 4:31

De wijsheid van Salomo

Alles wat Salomo aan wijsheid, inzicht en verstand bezit, heeft hij van God ontvangen. Hij regeert daardoor niet alleen, maar hij krijgt er ook ‘naamsbekendheid’ (1Kn 4:31) door, dat wil zeggen dat men met respect over hem spreekt.

Wijsheid, inzicht en verstand zijn verschillende begrippen die aantonen hoezeer hij een man van inzicht is. “Wijsheid” is meer de praktische levenswijsheid, de bekwaamheid in doen en handelen en om het doelmatige te kiezen. “Inzicht” is meer de scherpte van het verstand om bij moeilijke en ingewikkelde problemen juist te oordelen. Begrip of “verstand” is de geestelijke bekwaamheid om de meest uiteenlopende gebieden van wetenschap te bevatten.

Zijn wijsheid, inzicht en verstand worden omschreven als “[overvloedig] als het zand dat aan de oever van de zee is”. Deze woorden worden ook gebruikt om de omvang van het volk mee aan te duiden (1Kn 4:20; Gn 22:17a). Dit betekent dat zijn begrip zo groot is, dat hij het hele volk omvat. Hij draagt zorg voor al hun behoeften en maakt al hun aangelegenheden tot de zijne. Dat zal de Heer Jezus in het vrederijk doen voor iedereen en dat doet Hij nu voor al de Zijnen.

Zijn wijsheid wordt vergeleken met andere wijsheden. Hij is wijzer dan “alle mensen van het Oosten, en dan alle wijsheid van de Egyptenaren”. Mogelijk zijn de mensen uit het Oosten de Chaldeeën of Babyloniërs. Dat gebied en ook Egypte zijn gebieden die bekend staan om hun wijsheid. De wijzen komen uit het oosten (Mt 2:1) en Mozes is “onderwezen in alle wijsheid van de Egyptenaren” (Hd 7:22; Js 19:11-12).

Er is een wereldse wijsheid, maar Salomo is wijzer dan alle wijsheid van de wereld. De wijsheid van de wereld heeft een bepaalde waarde op aards terrein. Die wijsheid mag echter geen invloed hebben onder de gelovigen met betrekking tot het kennen van Christus, omdat die schade toebrengt aan de wijsheid die alleen in Christus is (Ko 2:8). Christus is de “wijsheid van Godswege” (1Ko 1:30).

Zijn wijsheid is ook groter dan alle wijze mensen uit Gods volk. Er worden mensen genoemd uit Juda, onder wie de zangers Ethan en Heman die door David zijn uitgekozen (1Kr 15:19; 1Kr 25:5). Van Ethan en Heman hebben we psalmen in de Bijbel (Psalmen 89; 88). Het zijn wijze mannen die God heeft kunnen gebruiken voor psalmen waarin de grootste wijsheid tot uiting komt. Ethan spreekt in zijn psalm (Psalm 89) over de genade, en Heman (Psalm 88) spreekt over iemand die diep onder de indruk is van de gevolgen van ongehoorzaamheid tegenover God.

In zijn spreuken, zijn liederen en zijn kennis komt de voortreffelijke geest, waarmee Salomo door God is begiftigd, tot uiting. Hij heeft zijn kennis en wijsheid niet voor zichzelf gehouden, maar die aan anderen doorgegeven, opdat die daar ook hun voordeel mee kunnen doen. Ook voor ons zijn sommige uitingen bewaard gebleven, tot ons nut. Van zijn drieduizend spreuken hebben we er in het boek Spreuken ongeveer zeshonderd in de Bijbel. Van zijn duizend en vijf liederen hebben we in de Bijbel het boek Hooglied en enkele psalmen (Psalmen 72; 127). Van alles wat hij heeft gesproken en geschreven, hebben we slechts dat deel in de Bijbel. Dat is het deel dat van blijvende waarde is voor Gods volk door alle tijden heen.

Hij heeft gesproken over de grote en kleine dingen van de schepping, over de indrukwekkendste (“de ceder”) en onopvallendste (“de hysop”) delen ervan. Over de ceder en de hysop wordt ook gesproken bij de reiniging van de melaatse, waar we zien dat het grote en kleine van de mens allemaal in het oordeel moet worden gebracht (Lv 14:4-7). Hij spreekt ook over de dieren, die we ook in Genesis 1 hebben. Hij kent ze, zoals Adam ze kende. Adam heerste erover en Salomo heerst er door zijn wijsheid over.

Zijn kennis geeft hem de heerschappij. Hij kent het leven van elk levend wezen en elke plant. Hij kent hun oorsprong, hun ontwikkeling, hun verhouding tot elkaar en tot het geheel van de schepping. Vandaag zou hij ‘een wandelende encyclopedie’ worden genoemd. Hoewel zijn kennis van de schepping niet volmaakt is, herinnert het ons aan de tijd dat alle geheimen van de schepping geopenbaard zullen worden door Hem, Die de nu nog zuchtende schepping zal verlossen van de vloek (Rm 8:21). Dan zal alles in volkomen harmonie met elkaar worden hersteld.

De roem van zijn wijsheid gaat uit over de hele aarde (1Kn 4:34). In de volgende hoofdstukken hebben we twee voorbeelden van regeerders die van ver komen om zijn wijsheid te horen. Dat zijn Hiram, de koning van Tyrus (1Kn 5:1), en de koningin van Sjeba (1Kn 10:1).

Copyright information for DutKingComments