1 Kings 6:34

De wanden, vloer en deuren

Op de wanden van het huis worden “cherubs, dadelpalmen en ontluikende bloemen” aangebracht. De cherubs herinneren aan het paradijs (Gn 3:24). Zij waken over een dienst in het heiligdom, niet om die tegen te houden, maar om de dienst in overeenstemming met God te laten plaatsvinden. In de tempel is het paradijs als het ware weer open voor de mens. Dat is mogelijk omdat de Heer Jezus de overwinning, waarvan de dadelpalmen spreken, over zonde en dood heeft behaald op het kruis. Als gevolg daarvan is er nieuw leven mogelijk, wat wordt weergegeven door de ontluikende bloemen.

De vloer is van goud. Er wordt gelopen op de basis van Gods heerlijkheid die in Christus zichtbaar is geworden en die het deel is van ieder die gelooft. Deze gouden vloer doet denken aan de straat van goud in het nieuwe Jeruzalem (Op 21:21b).

De deuren zijn een beeld van Christus door Wie wij alleen tot God kunnen komen (Jh 10:7). “Want door Hem hebben wij … in één Geest de toegang tot de Vader” (Ef 2:18). Dit is het grote voorrecht voor ons, die door genade gered zijn. Op de deuren is hetzelfde ingesneden beeldwerk als op de muren van het huis. Dat herinnert eraan dat wij Christus gelijk zullen zijn als we bij Hem zijn en het werk van genade volkomen is (1Jh 3:3).

Copyright information for DutKingComments