1 Kings 8:37

Vierde bede

Hier treffen ziekte en honger het land (Lv 26:19; 25; Dt 28:22-23; 38). Er wordt niet direct over zonde gesproken. De honger is het gevolg van plagen en vijanden die over het volk komen vanwege de plagen van het hart van ieder van de leden van Gods volk. Er wordt gebeden tot God om te vragen waarom Hij die plagen laat komen. De plagen zijn instrumenten die God gebruikt om Zijn volk te tuchtigen. Ze worden de aanleiding tot het zelfonderzoek van ieder lid en dat zal tot de ontdekking voeren dat het leven niet zo is als God het wenst. Dat heeft er niet mee te doen of er concrete zonden zijn, maar dat er traagheid is in het dienen van God.

Wij kunnen onszelf niet bedriegen als we in Gods tegenwoordigheid zijn. God zal vergeven als ieder de toestand van zijn hart erkent, want alleen Hij kent het hart. Wij oordelen vaak over onze broeder alsof we precies zijn hart kennen. Als er zelfonderzoek komt – en dat is Gods bedoeling met honger –, komt er aan het licht wat er in ons hart is. Het gaat erom dat ieder zijn eigen hart doorzoekt en niet de oplossing zoekt in wat een ander allemaal heeft gedaan of gedaan zou kunnen hebben. Als ieder dat zegt in oprechtheid, zal er weer zegen komen.

Het gaat in dit geval om persoonlijke ontrouw. Als we dat constateren, is de oorzaak daarvan vaak het niet juist stellen van onze prioriteiten. We lopen dan hard voor onze eigen huizen, terwijl we het huis van God aan zijn lot overlaten (Hg 1:9b). Dat moeten we belijden en we moeten Gods huis weer op de eerste plaats stellen. God zal daarna weer zegen geven.

Copyright information for DutKingComments