‏ 1 Peter 1:11

Beproeving van het geloof

1Pt 1:6. De tijd van zegen en rust die met het vrederijk zal aanbreken, verheugt het hart van de pelgrim en bemoedigt hem om in het geloof voorwaarts te gaan. Het duurt niet lang meer, nog slechts ”een korte tijd”, en dan heb je het doel bereikt. Het is een korte tijd in vergelijking met de eeuwigheid en ook in vergelijking met de tijd van het vrederijk die duizend jaar duurt (vgl. 2Ko 4:17).

In die korte tijd krijg je te maken met “allerlei verzoekingen”. Petrus zegt er wel bij “zo nodig”. Als je in je geloofsleven met verzoekingen te maken krijgt, is dat omdat God het nodig acht je geloof te beproeven. Pas als we het moeilijk krijgen, zal blijken wat ons geloof waard is, of we echt op God vertrouwen. Als alles ons voor de wind gaat, is het niet moeilijk om te geloven.

Verzoekingen of beproevingen zijn niet fijn, ze zijn geen oorzaak van vreugde, maar van verdriet. Toch kan er tegelijk ook vreugde zijn als je wordt verzocht. Het mag immers een oorzaak van vreugde zijn als je eraan denkt dat de verzoeking het bewijs is dat God Zich met je bezighoudt. Een verzoeking waarmee je te maken krijgt, laat zien dat Hij belang in je stelt. Zo stelt Jakobus het voor (Jk 1:3). Enerzijds is er verdriet, anderzijds is er vreugde (vgl. 2Ko 6:10).

1Pt 1:7. Er zijn “allerlei” of verschillende soorten verzoekingen die God zendt of toelaat in het leven van de gelovige om zijn geloof te testen. Zoals gezegd, doet Hij dat alleen als Hij het nodig vindt. Er staat Hem namelijk een doel voor ogen en dat is dat het geloof tot uiting komt. Verzoekingen zijn ook beproevingen, want het doel van de test is niet alleen het geloof tot uiting te laten komen, maar ook om het zuiverder te maken. Voor God is het geloof van de Zijnen “veel kostbaarder dan … goud”. Goud is het waardevolste metaal in de schepping, maar het is vergankelijk. Het geloof daarentegen is niet van voorbijgaande aard.

Om goud zo zuiver mogelijk te maken wordt het ontdaan van alles wat de waarde ervan vermindert. Daarvoor is een proces nodig waarbij het in het vuur wordt gehouden en wordt gesmolten. Alles wat niet goud is, komt bovendrijven en wordt verwijderd. Zo is het ook met het geloof dat in de vuurgloed van de verdrukking (1Pt 4:10) van alle oneigenlijke elementen wordt gezuiverd (Ps 66:10; Sp 17:3). Beproevingen maken het geloof steeds zuiverder (Jb 23:10). Ook de profeet Maleachi spreekt over een louteringsproces dat de gelovigen uit Israël in de grote verdrukking moeten ondergaan en wel met het oog op de komst van de Messias (Ml 3:1-3).

Het louteringsproces wordt door de Goddelijke Smelter voltrokken. Hij bepaalt de hoogte van de temperatuur van het vuur van de beproeving met het oog op de zuiverheid van het geloof. Daarbij zal Hij niet gaan boven wat het geloof kan dragen (1Ko 10:13).

Het resultaat van Zijn volmaakte wijsheid zal volledig zichtbaar worden bij de openbaring van Jezus Christus, Die dan zal worden verheerlijkt in Zijn heiligen en bewonderd in allen die hebben geloofd (2Th 1:10). Dan zal voor aller oog zichtbaar worden hoe kostbaar dat geloof is, dat deze gelovigen op aarde in staat stelde alles te verdragen. De onzichtbare Christus Die door de wereld wel verworpen was, maar Die voor hen alles betekende, zal zichtbaar worden als het ware motief van hun leven. Hem zal alle lof en eer en heerlijkheid worden toegebracht voor Zijn alles te boven gaande liefde en genade. Deze liefde en genade hebben aan de Zijnen de kracht gegeven om onder de moeilijkste omstandigheden op Hem te blijven vertrouwen.

1Pt 1:8. Nog is Petrus niet klaar met het voorstellen van de heerlijkheden die verbonden zijn met de Heer Jezus en het geloof in Hem. Je leven in geloof bestaat niet alleen uit verwachten en uitzien, maar ook uit iets wat je nu al bezit en dat is Hijzelf. Je ziet Hem niet, je hebt Hem zelfs nog nooit gezien, maar toch heb je Hem lief. Dat komt door je nieuwe natuur die de Geliefde liefheeft. Daardoor heb je ogen van het hart en zie je in het geloof (Ef 1:18; Hb 11:10; 27; Jh 8:56).

Hem liefhebben en je in Hem verheugen heeft een beslissende en vormende invloed op je hart. Het maakt je hart vast en vult het met vreugde, hoe het ook in je leven gaat. Je hebt de Heer Jezus nooit gezien, ook Zijn bloed niet, evenmin als Zijn werk aan het kruis. Toch is het allemaal volkomen waar. Dat geloof je. Het geeft je een vreugde die je onmogelijk in woorden kunt weergeven. Je hele hart en leven zijn ervan vervuld. Het is een “verheerlijkte vreugde”, dat wil zeggen dat deze vreugde niet van de aarde is en hier ook niet past, maar van de hemel komt. ‘Verheerlijkt’ wil zeggen vervuld van roem. Het is een vreugde die vol is van de roem die de Heer Jezus toekomt.

1Pt 1:9. Het genot van die vreugde geeft ook het besef van de “behoudenis van [uw] zielen”. De behoudenis van de ziel is “het einde van geloof”, dat wil zeggen het doel van het geloof, dat wat door het geloof tot stand komt. Je hebt in het geloof de Heer Jezus aangenomen als Degene Die voor jouw zonden aan het kruis wilde sterven. Dat heeft je direct de behoudenis van je ziel gegeven. Dat je ziel behouden is, houdt in dat je innerlijk volkomen bevrijd bent van de gevolgen van de zonde en dat je ook vrij bent van de vruchten en de ellende van de zonde.

Je lichaam is echter nog niet behouden (Rm 8:23). Je kunt nog ziek worden bijvoorbeeld. Ook de schepping is nog niet behouden, maar zucht nog onder de gevolgen van de zonde (Rm 8:22). De volle behoudenis moet nog komen, daar hoop je nog op en daar zie je volhardend naar uit (Rm 8:24-25).

1Pt 1:10. De profeten van het Oude Testament hebben over deze behoudenis geprofeteerd. Zij hebben gesproken over een tijd van vrede en gerechtigheid op aarde onder de zegenrijke regering van de Heer Jezus. Ze hebben begrepen dat ze spraken over dingen die zij zelf niet bezaten, maar die voor hen die er wel deel aan zouden hebben, “genade” betekende. Die genade is het deel van de lezers van deze brief. Is het geen grote genade te mogen geloven in Hem door Wie de behoudenis volkomen is waargemaakt in je ziel en door Wie de behoudenis volkomen waargemaakt zal worden in de schepping?

1Pt 1:11. De profeten hebben de grootste belangstelling getoond voor de dingen waarover de “Geest van Christus” hen liet schrijven. Ze hebben zich ervoor ingespannen om de dingen te begrijpen waarover ze schreven. Dat er met de openbaring van de Messias een heerlijke tijd zou komen, was voor hen geen verborgenheid. Maar dat de Messias eerst zou moeten lijden en dat daarna de tijd van allerlei heerlijkheden zou aanbreken, dat konden ze niet begrijpen. Is het inderdaad niet een grote genade te mogen weten dat de Messias Jezus Die op aarde geleden heeft, nu al in de hemel met eer en heerlijkheid gekroond is (Hb 2:9) en dat Hij binnenkort met Zijn heerlijkheid de wereld zal vervullen?

1Pt 1:12. Gods Geest heeft de profeten duidelijk gemaakt dat wat zij aankondigden, niet voor henzelf was, maar voor de Joodse lezers van de brief en ook voor ons. Je ogen zijn daarvoor geopend door hen die jou het evangelie hebben verkondigd. Dit zijn de nieuwtestamentische evangelisten, want, zo zegt Petrus, zij hebben gesproken “door [de] Heilige Geest Die van [de] hemel is gezonden”. De Heilige Geest kon immers pas komen, nadat de Heer Jezus door God in de hemel was verheerlijkt (Jh 7:39; Hd 2:33). Wat de Heilige Geest nu in het evangelie heeft geopenbaard, betreft een verheerlijkte Christus en de verbinding van de gelovigen met Hem.

Dan lees je over een tweede groep belangstellenden: de engelen. Er zijn dus twee groepen belangstellenden voor deze dingen: profeten en engelen. Maar engelen hebben zelf geen deel aan de dingen waarin ze belangstellen. De engelen zijn begerig inzicht te krijgen in het geheim hoe God van moordenaars van Zijn Zoon aanbidders van Zijn Zoon heeft gemaakt. Ze herinneren zich de opstand onder de engelen, toen de satan en zijn aanhangers tegen God in opstand kwamen. Ze weten hoe deze afvallige engelen ervoor hebben gezorgd dat ook de mens in opstand tegen God is gekomen. En nu geeft God aan gevallen, opstandige mensen behoudenis. Dat verbaast de engelen bovenmate en daar zouden ze graag meer van begrijpen.

Daarin zijn engelen een voorbeeld voor veel christenen die, terwijl zij wel deel aan deze dingen hebben, er geen belangstelling voor tonen. Ik neem aan dat dit niet voor jou geldt, want anders zou je dit commentaar niet lezen.

Lees nog eens 1 Petrus 1:6-12.

Verwerking: Hoe wordt jouw geloof zuiver gemaakt en hoe beleef jij je vreugde in de Heer?

Copyright information for DutKingComments