1 Peter 1:4-5

Een levende hoop

1Pt 1:3. Na zijn inleidende woorden, waarin hij de grootheid en het werk van de drie-enige God naar voren heeft gebracht, spreekt Petrus een lofprijzing uit. Hij is vol van wat de God en Vader van de Heer Jezus heeft gedaan. Hij kan niet anders dan Hem loven. Dat is altijd het resultaat als je onder de indruk komt van Wie God is.

Omdat hij vol is van God, ziet hij nog meer van God, Wie Hij is en wat Hij heeft gedaan. Hij spreekt vol bewondering over Gods “grote barmhartigheid” waardoor Hij tot daden is gekomen die ons alleen maar kunnen verbazen. ‘Barmhartigheid’ is ontferming over mensen bij wie de nood zó groot is, dat de ondergang dreigt, terwijl ze zelf geen enkele mogelijkheid hebben om uit die nood te komen. Het gaat om totaal hulpeloze mensen die op geen enkele manier deel konden krijgen aan de zegeningen van God. Dat is de gelegenheid voor God om Zijn ‘grote barmhartigheid’ te tonen.

Petrus spreekt over grote barmhartigheid in verband met de wedergeboorte van een zondaar en de zegeningen die daaraan verbonden zijn. De God en Vader van onze Heer Jezus Christus heeft jou “wedergeboren doen worden”. Dat is werkelijk grote barmhartigheid! Je hebt je ellende en verlorenheid gevoeld en je volkomen onvermogen daar zelf verandering in aan te brengen. Je stond volledig buiten Gods zegeningen. Maar God was met ontferming over jou bewogen en heeft je nieuw leven gegeven.

Dat je wedergeboren bent, houdt in dat de oorsprong van je nieuwe leven ‘van boven’ is (Jh 3:3). Je bent uit God geboren. Daar heb je zelf niets aan gedaan, net zoals je zelf niets hebt gedaan aan je natuurlijke geboorte.

Je natuurlijke geboorte heeft je wel leven gegeven, maar geen enkele hoop op een gelukkige toekomst. Integendeel, je bent in ongerechtigheid geboren en in zonde ontvangen (Ps 51:7). De gevolgen daarvan zijn ook in je leven zichtbaar geworden. De dood en de hel waren als gevolg daarvan je eindbestemming. Door de wedergeboorte die God, door “Zijn grote barmhartigheid”, in jou heeft gewerkt, is in die eindbestemming een radicale verandering gekomen. Je bent namelijk wedergeboren “tot een levende hoop”.

De hoop die Petrus hier voorstelt, is heel anders dan het uitzicht op de dood en de hel. Deze hoop gaat ook veel verder dan het vooruitzicht van een koninkrijk op aarde onder de heerschappij van de Messias, waarnaar Gods aardse volk steeds heeft uitgezien en nog steeds uitziet. De levende hoop is namelijk verbonden met een uit de doden opgestane Jezus Christus. De levende hoop die Petrus hier voorstelt, is geen aardse maar een hemelse hoop en ziet daarom niet op het beërven van het land Kanaän. “Door [de] opstanding van Jezus Christus uit [de] doden” wordt het oog gericht op een deel in een andere wereld.

Christus heeft niet alleen Zijn bloed gegeven en is gestorven, maar Hij is ook opgestaan. Je ziet een levende Heer. Daardoor heb je een levende hoop en zie je over de dood heen alles wat daar met Hem verbonden is. Zonder Zijn opstanding zou er geen hoop zijn (1Ko 15:19-20). Een levende hoop is een hoop die je levendig voor ogen staat. Het betreft niet iets onzekers, maar deze hoop is een absolute zekerheid. Door het nieuwe leven ben je zeker van die hoop.

Je kunt deze hoop zowel objectief als subjectief bezien. Daarmee bedoel ik dat je die hoop kunt zien als iets dat vóór je ligt, iets waarnaar je uitkijkt. Dat is de erfenis die in de volgende verzen wordt voorgesteld. Je kunt die hoop ook zien als iets dat in je is, iets dat je voelt en beleeft. Dat is de hoop op die erfenis, het verlangen ernaar, waardoor je wordt gemotiveerd om met vreugde je weg als pelgrim door dit leven te gaan.

1Pt 1:4. Door de opstanding van de Heer Jezus is de hoop op de erfenis jouw deel geworden. Het is een erfenis die volmaakt zeker je deel zal zijn. Zij ligt voor je klaar en is door niets aan te tasten en door niemand te roven. Het erfdeel ligt vast in de hemelen en wordt daar in Jezus Christus, de opgestane en verheerlijkte Mens, voor jou bewaard.

Niets is in staat die erfenis in waarde te doen verminderen:

1. Zij is “onvergankelijk”, dat wil zeggen niet aan te tasten door de dood, waardoor zij uiteindelijk zou vergaan.

2. Zij is ook “onbevlekt”, dat wil zeggen vrij van elke smet en ook niet door iets van de zonde aan te tasten.

3. Zij is tevens “onverwelkelijk”, dat wil zeggen zonder enige ontsiering of zelfs maar vermindering van haar schoonheid en niet aan te tasten door de tand van de tijd.

Deze erfenis is verbonden aan ‘de Erfgenaam van alle dingen’ (Hb 1:2). Daarom is zij onaantastbaar voor de dood, het vuil en het verval.

Het erfdeel is het koninkrijk van de Heer Jezus dat deze Israëlieten aan wie Petrus schrijft, eenmaal zullen ingaan, evenals jij en ik. Het betreft echter niet het koninkrijk op aarde of het aardse deel van het koninkrijk, dat er zeker ook zal zijn, maar het hemelse deel van het koninkrijk. Wanneer de Heer Jezus openbaar regeert over hemel en aarde, mogen alle gelovigen die zijn gestorven of opgenomen voordat het vrederijk aanbreekt, vanuit de hemel met Hem regeren over allen die in de hemel zijn (engelen, 1Ko 6:3) en die op de aarde zijn en over alles wat op aarde is (1Ko 6:2). Het is het beste deel dat in het koninkrijk denkbaar is.

1Pt 1:5. De erfenis wordt voor jou bewaard door God op een plaats waar geen dief en mot en roest haar kan wegnemen of aantasten. Maar hoe zit het met de erfgenamen? Die zijn toch zwak en onmachtig om zichzelf te bewaren? Dat is zeker waar. Daarom heeft Petrus ook voor de erfgenamen een bemoedigend woord. Zij worden namelijk door de kracht van God voor de erfenis bewaard. Je mag eraan vasthouden dat de erfenis voor jou wordt bewaard en dat jij voor de erfenis wordt bewaard.

En waardoor gebeurt dat? Door niets minder dan de “kracht van God”. Zo zwak als jij bent, zo sterk is God. Jij wordt voor de erfenis bewaard door een bewaking die er voortdurend is en die niet misleid of overweldigd kan worden. Dát is even een zekerheid dat jij als erfgenaam de erfenis in bezit zult nemen!

Dat er sprake is van ‘bewaard worden’, betekent dat er gevaar aanwezig is. Dat moet je je bewust zijn. De bewaking moet je niet zorgeloos maken. Je mag weten – en dat mag je rust geven – dat jij wordt bewaard door de trouw en kracht van God. Tegelijk is er ook iets wat jij moet doen. Om Gods bewarende kracht te ervaren is van jouw kant “geloof” nodig. Geloof geeft aan God de Hem toekomende plaats en houdt jou op je plaats van vertrouwen in Hem. Daarbij houd je je vast aan de uitspraken van Zijn Woord. Het geloof is noodzakelijk, totdat het erfdeel in bezit wordt genomen.

Dat Zijn bewaring gebeurt door middel van geloof, betekent dat het alleen geldt voor de gelovigen. Het betekent ook dat de gelovigen de verantwoordelijkheid hebben zich voor die bewaring aan Hem toe te vertrouwen. Geloven wil immers zeggen: vertrouwen. Hij neemt de Zijnen niet bij de hand om hen op sleeptouw te nemen en zo naar het einddoel te brengen. Hij werkt door geloof, waarbij Hij er ook voor zorgt dat het geloof niet ophoudt. Petrus heeft die bewaring meegemaakt. Nadat hij de Heer verloochend had, is hij hersteld omdat de Heer voor hem had gebeden dat zijn geloof niet zou ophouden (Lk 22:32).

Zoals is gezegd, is geloof nodig zolang we nog onderweg zijn naar het einddoel. Petrus noemt dat einddoel “[de] behoudenis die gereed is om in [de] laatste tijd geopenbaard te worden”. De behoudenis is hier nog toekomst. De behoudenis is wat ons uiteindelijke deel zal zijn als we bij de Heer zijn en met Hem naar de aarde komen.

Dat de behoudenis gereed is, wil zeggen dat alles wat daarvoor nodig is, gedaan is. Dat de behoudenis nog niet is aangebroken, heeft te maken met de lankmoedigheid van God, Die niet wil dat iemand verloren gaat (2Pt 3:9).

Met “[de] laatste tijd” bedoelt Petrus dat met het aanbreken van de behoudenis de voleinding van de tijd gekomen is. Het is het vrederijk, waar alle tijden hun vervulling zullen vinden (Ef 1:10). Dan wordt de behoudenis geopenbaard, zichtbaar. Na het vrederijk zal er geen nieuwe tijdsperiode meer komen, maar zal de eeuwigheid aanbreken.

Lees nog eens 1 Petrus 1:3-5.

Verwerking: Hoe levend is voor jou ‘de levende hoop’ die je hebt gekregen?

Copyright information for DutKingComments