1 Peter 2:25

Leven voor de gerechtigheid

1Pt 2:22. In het voorbeeld dat de Heer Jezus heeft nagelaten om na te volgen wijst Petrus op wat de Heer niet heeft gedaan en wat Hij wel heeft gedaan. Wat Hij niet heeft gedaan, staat in verbinding met Hemzelf en de mensen om Hem heen. Wat Hij wel heeft gedaan, staat in verbinding met Zijn Vader.

Zoals in het vorige stukje is gezegd, zie je het voorbeeld van de Heer op bijzondere wijze in de evangeliën. Die zijn in de dagen van Petrus niet of nog maar net in omloop. Wat wel bekend is bij zijn lezers, zijn de geschriften van het Oude Testament. Om te laten zien waarin het voorbeeld van de Heer bestaat, citeert Petrus uit Jesaja 53. In dat schitterende hoofdstuk schrijft Jesaja profetisch op uitvoerige en indrukwekkende wijze over de Heer Jezus. Lees dat hoofdstuk (nog) maar eens. Jesaja neemt je bij de hand en vertelt je over de geboorte, het leven, de dood, de opstanding en de heerlijkheid van de Heer Jezus op een manier dat je alles om je heen vergeet en alleen Hem ziet.

Het eerste citaat uit het boek Jesaja heeft betrekking op wat de Heer Jezus niet heeft gedaan. Hij heeft “geen zonde … gedaan” (Js 53:9; vgl. Jh 8:46; 2Ko 5:21; 1Jh 3:5). Hij heeft geen enkele zondige handeling verricht. Niets wat van Hem waarneembaar is geweest, is zondig geweest. De zonde is de wetteloosheid (1Jh 3:4). Hiermee wordt het wezen van de zonde aangegeven en dat is dat er geen rekening wordt gehouden met enig gezag. Dat betreft zowel het gezag van boven ons geplaatste mensen als het gezag van God. Bij de Heer Jezus was de volle erkenning van Gods gezag en ook van de door God gegeven gezagsinstanties. Hij was gekomen om Gods wil te doen en onderwierp Zich volkomen aan die wil (Hb 10:7).

Daarin is Hij een voorbeeld voor jou. Hij deed de zonde niet omdat Hij Zich volledig aan Gods wil onderwierp. Evenzo zul jij niet zondigen als jij je volledig aan Gods wil onderwerpt. Dat is ook mogelijk, want de Heer Jezus is jouw leven.

Het beste bewijs dat Hij de zonde niet heeft gedaan, blijkt uit een volgend citaat, waarin je leest dat Hij nooit een bedrieglijk woord heeft gesproken: “Geen bedrog werd in Zijn mond gevonden.” Zijn vijanden hebben vaak geprobeerd Hem op een verkeerd woord te vangen. Ze hebben daarnaar gezocht, zoals het door Petrus gebruikte woord “gevonden” veronderstelt. Hun pogingen zijn vruchteloos gebleken omdat Hij nooit iets zei dat onwaar was. Hij sprak alleen wat de Vader Hem zei dat Hij spreken moest (Jh 12:50).

Hoe staat dat met jou? Kan van jou ook gezegd worden dat je nooit op bedrog betrapt bent? Ik ken een gelovige die er eerlijk voor uitkomt hoe moeilijk hij het vindt om niet te liegen. Hij zegt dat liegen een tweede natuur voor hem was geworden. Nu hij zijn zonden heeft beleden en werkelijk met de Heer wil leven, ondervindt hij daar nog wel eens de gevolgen van en dan moet hij belijden dat hij toch weer in zijn oude patroon van liegen is teruggevallen. De Heer wil ook voor hem het Voorbeeld zijn. Als hij naar Hem kijkt en van Hem leert, zal hij ook hierin Zijn voetstappen kunnen navolgen.

1Pt 2:23. De wijze waarop Zijn vijanden Hem benaderden, heeft niets in de Heer naar boven gebracht wat met zonde en bedrog in verband kan worden gebracht. Hij heeft Zijn tegenstanders steeds op volmaakt rustige en overtuigende wijze geantwoord. Als reactie daarop namen zij hun toevlucht tot het uitschelden van Hem. Hij schold niet terug (Js 53:7). Toen zij Hem ten slotte in hun macht kregen, omdat het Gods tijd daarvoor was, en zij Hem op de vreselijkste wijze hebben laten lijden, heeft Hij niet gedreigd. In plaats van terug te schelden en te dreigen bad Hij: “Vader, vergeef hun” (Lk 23:34a).

Hij gaf alles over in de handen van Zijn Vader, Die Hij kende als de rechtvaardige God. Hij was Zich volmaakt bewust dat Zijn God eenmaal alles rechtvaardig zal oordelen. Als dit besef bij jou leeft, zul je ook in staat zijn het lijden te verdragen. De ongelovigen die je bespotten, het onbegrip waar je tegenaan loopt, het onrecht dat je wordt aangedaan, mag je allemaal overgeven aan God Die rechtvaardig oordeelt. Je mag jezelf helemaal in Gods hand leggen. Op Zijn tijd zal Hij de waarheid van alles wat jij voor Hem hebt gedaan en waarvoor jij hebt geleden aan het licht brengen. Geloof je dat?

1Pt 2:24. In dit vers wordt je blik gericht op het unieke lijden van de Heer dat Hij vanwege jouw zonden van de kant van God heeft ondergaan. Hierin is Hij geen voorbeeld voor jou. Hij is in dit lijden werkelijk onnavolgbaar. Toch moet dit aspect van het lijden ook worden genoemd omdat de Heer Jezus nooit een voorbeeld voor jou had kunnen zijn als Hij niet je zonden had gedragen.

Zijn dood is het gevolg van de toorn van God over jouw zonden die Hij op Zich heeft genomen (Js 53:12). Hij heeft deze weggenomen, zodat jij nu vrij bent van je zonden en in staat bent om Zijn leven als voorbeeld te nemen om dat na te volgen. Als jij nu toch weer zondigt en daardoor lijden over jezelf haalt als gevolg daarvan, is dat een miskenning van het werk van de Heer Jezus. Het werk van Christus voor de zonde is de basis om Hem te kunnen navolgen. Je hoeft in geen enkel opzicht toe te geven aan de zonde.

Het is nog belangrijk erop te wijzen dat de Heer Jezus niet tijdens Zijn leven op aarde de zonden heeft gedragen. Dat deed Hij alleen op het kruis, in de drie uren van duisternis. De gedachte dat Hij tijdens Zijn leven op aarde al onder de toorn van God stond, is volkomen misplaatst.

Het kan zijn dat die verkeerde gedachte voortkomt uit een verkeerde vertaling van het vers in de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap, waarin staat dat Hij ‘onze zonden in Zijn lichaam op het hout gebracht heeft’. Daarin ligt de suggestie dat Hij de zonden al op Zich had tijdens Zijn leven en ze naar het kruis heeft gedragen. Zoals gezegd, klopt daar niets van. Tijdens Zijn leven was de Heer Jezus volledig en volkomen het welgevallen van God, Die dat ook een en andermaal heeft uitgesproken (Mt 3:17; Mt 17:5).

De Heer Jezus heeft in de drie uren van duisternis jouw zonden gedragen en daarover Gods oordeel ontvangen. Hij is daar in jouw plaats gestorven en jij bent daar met Hem gestorven. Jij bent voor de zonde afgestorven. De zonde heeft geen gezag meer over je, je hoeft er niet meer aan toe te geven. Dat is echt een geweldige waarheid! God ziet jou nu in Christus en rekent jou toe wat Hij met de Heer Jezus deed. Overigens staat nergens in de Schrift dat jij voor de zonde moet afsterven. Jij bent gestorven. Als jij jezelf ziet zoals God jou ziet, zal de zonde in jouw leven geen kans krijgen om zich uit te leven.

In plaats van de zonde de gelegenheid te geven in je leven ben je door het werk van Christus in staat om “voor de gerechtigheid te leven”. Je leven is er niet meer op gericht om gerechtigheid te verdienen, maar je mag de verkregen gerechtigheid in Christus in je leven laten zien. Je bent nu in staat om te leven in overeenstemming met het recht van God. Die nieuwe levensinstelling is het gevolg van de “striemen” van het oordeel die de Heer Jezus door Gods kastijdende hand op het kruis troffen.

Bij ‘Zijn striemen’ moet je niet denken aan de geselslagen die Hem door de soldaten van Pilatus zijn toegediend. Het is natuurlijk onmogelijk dat die striemen jou redding en verlossing hebben bezorgd. Alles wat mensen de Heer Jezus hebben aangedaan, heeft hun schuld ten opzichte van Hem en ten opzichte van God alleen maar groter gemaakt. Nee, alleen wat God met de Heer Jezus heeft gedaan in het oordeel over de zonden van ieder die gelooft, maakt “gezond”. Het betreft hier de gezondheid van het geestelijke leven dat door de zonde aangetast en verwoest was.

1Pt 2:25. Dat je geestelijk gezond bent geworden, blijkt daaruit dat je bent “teruggekeerd tot” de Heer Jezus als “de Herder en Opziener” van je ziel. Zoals ieder mens van nature van God is afgedwaald en verdwaald is (Ps 119:176), was jij dat ook. Je was de weg kwijt en kon die niet terugvinden. Toen is de goede Herder gekomen om Zijn leven te geven en jou daardoor de weg terug te laten zien. Het zwaard van Gods oordeel was ontwaakt tegen de Herder (Zc 13:7), Gods Metgezel, en heeft Hem geslagen in jouw plaats. Daardoor is de weg terug naar de Herder geopend. Nu ben je tot Hem teruggekeerd.

Je hebt de Herder weer gevonden, dat wil zeggen dat de ‘Herder’ jou heeft gevonden. Hij wil je verdere leven leiden en het je aan niets doen ontbreken (Ps 23:1). Hij is ook de ‘Opziener’ van je ziel, Hij waakt erover. Als je bij de Herder blijft, Hem navolgt, zal Hij als de Opziener van je ziel deze in vrede en gezondheid bewaren.

Lees nog eens 1 Petrus 2:22-25.

Verwerking: Wat is het verschil tussen het lijden van de Heer Jezus van de kant van mensen en van de kant van God?

Copyright information for DutKingComments