1 Samuel 1:24

Hanna staat Samuel af

Als de tijd gekomen is – Samuel is dan ongeveer drie jaar oud –, staat Hanna hem af aan de HEERE. Ze vertrouwt hem toe aan de zorgen van Eli, van wie hij zijn verdere vorming en opleiding zal krijgen voor de dienst in de tabernakel. Ze heeft hem van de HEERE gekregen en geeft hem aan de HEERE terug (1Kr 29:14b).

Ze brengt de zoon van haar gelofte naar het huis van de HEERE, samen met een offer. Haar offer bestaat uit “een driejarige jonge stier, een efa meel en een kruik wijn”. De stier dient als dank- of vredeoffer of gelofteoffer, het meel als graanoffer en de wijn als drankoffer. Het doel van haar gelofte is Christus, want daarvan spreekt het hele offer.

De stier kan worden gebruikt als zondoffer en ook wel als een dank-of vredeoffer. Dit spreekt van het werk van de Heer Jezus op het kruis waardoor Hij de zonde heeft weggedaan (zondoffer) en gemeenschap met God heeft mogelijk gemaakt (dank- of vredeoffer). Hanna beseft – in beeld – dat ze alleen op grond daarvan haar zoon aan God kan aanbieden.

Het getal drie is het getal van de opstanding: de Heer Jezus is op de derde dag uit de doden opgestaan (Mt 16:21; Lk 24:46; 1Ko 15:3-4; 1Pt 1:21). Het fijne meel van het graanoffer spreekt van de Heer Jezus als de ware Mens Die in nederigheid op aarde heeft geleefd in volle toewijding aan God tot in de dood. De wijn spreekt van de vreugde die God in Zijn Zoon tijdens Zijn leven op aarde heeft gevonden. Die vreugde vindt Hij ook in allen in wie de Zoon op aarde zichtbaar wordt, zoals bij Paulus (Fp 2:17) en zoals het ook in het leven van Samuel zal gebeuren.

Met de woorden “[zo waar] u zelf leeft” wil Hanna zeggen: ‘Zo waar als het is dat u leeft, net zo waar is het dat ik hier toen bij u stond om tot de HEERE te bidden.’ Ze vertelt Eli over hun eerste ontmoeting en de verhoring door de HEERE. Dat zal meer dan drie jaar geleden zijn. Ze herinnert zich nog precies de plek waar ze stond. Zo gaat dat vaak met speciale gebeurtenissen in iemands (geestelijke) leven, of het nu gaat om lijden of om een bijzonder woord van de Heer of om een bijzondere ontmoeting. Hanna verheugt zich op dezelfde plek waar ze in haar droefheid tot de HEERE heeft gesproken.

Ook nu is er geen enkel verwijt in de richting van Eli. Ze komt niet verhaal halen voor het onrecht dat hij haar heeft aangedaan. Ze komt ook niet triomfantelijk haar gelijk vertellen. Het lijkt alsof ze dat allemaal vergeten is. Ze denkt op die plaats alleen aan haar gebed. Haar triomf is in God. Hem kent ze als de overvloedige Gever van al het goede. Ze komt haar gelofte inlossen. Hanna leert ons hoe we het onrecht dat ons door mensen is aangedaan, kunnen overwinnen en vergeten.

De eerste handeling die we van Samuel lezen, is dat hij de HEERE aanbidt. Dat is het resultaat van de melk die Hanna hem heeft gegeven. Hij heeft dit geleerd van zijn moeder. Zij is een bidder. Dat zien we ook in het volgende hoofdstuk. Haar lofzang daar is een gebed. Haar gebed is aanbidding of profetie. Vaak zal ze met Samuel hebben gebeden, vaak zal hij haar hebben horen en zien bidden. De indrukken die hij in zijn eerste jaren heeft opgedaan, hebben hem gevormd.

Copyright information for DutKingComments