1 Samuel 1:6

Elkana, Hanna en Peninna naar Silo

Het lijkt erop dat bij het opgaan naar Silo steeds een gemeenschappelijke offermaaltijd wordt gehouden. Elkana geeft bij die gelegenheid aan ieder van zijn gezinsleden een deel van het dank- of vredeoffer. De liefde van Elkana gaat bijzonder uit naar Hanna, wat hij laat blijken door haar een dubbel deel van het dank- of vredeoffer te geven (vgl. Gn 43:34). Dat lijkt tegelijk de aanleiding voor het hatelijke gedrag van Peninna te zijn. Elke keer als Elkana Hanna zijn liefde betoont, herhaalt Peninna haar venijnige, tergende opmerkingen.

Door het hatelijke gedrag van Peninna is het opgaan naar Silo voor Hanna telkens een kwelling. Peninna gedraagt zich zo jaar op jaar. Peninna tergt Hanna vooral door haar te bespotten vanwege haar kinderloosheid, zo lijkt het eind van 1Sm 1:6 aan te geven. Mogelijk suggereert ze dat Hanna kinderloos is als gevolg van een oordeel van de HEERE en dat haar vroomheid daarom niet oprecht zal zijn. Haar gedrag doet denken aan Hagar die vanaf het moment dat ze zwanger is met verachting naar Sara kijkt (Gn 16:4), terwijl ook Sara net als Hanna later een zoon krijgt.

Van Hanna lezen we niet dat zij Peninna uitscheldt om haar getreiter. Zij verdraagt de smaad. Ze is daartoe in staat omdat ze de gezindheid van de Heer Jezus heeft, “Die als Hij uitgescholden werd, niet terugschold, als Hij leed, niet dreigde, maar [Zich] overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt” (1Pt 2:23). Toch is haar verdriet zo groot, dat zij niet kan deelnemen aan de maaltijd (vgl. Dt 26:14a).

Copyright information for DutKingComments