1 Samuel 15:6

Saul verslaat de Amalekieten

Saul treft voorbereidingen voor de strijd. Het lijkt erop dat hij de HEERE gehoorzaamt. Hij roept het volk op en er komt een groot leger op de been. Dat is wat anders dan de zeshonderd man die hij enige tijd geleden in zijn strijd tegen de Filistijnen bij zich had (1Sm 14:2). Door de overwinning van Jonathan en de resultaten daarvan heeft het volk weer moed gekregen om ten strijde te trekken.

Saul telt hen bij Telaïm dat ‘lammeren’ betekent. Hij telt hen als lammeren. Hij gaat ook niet overmoedig, maar met overleg te werk. Het leggen van een hinderlaag wijst daarop. Voordat hij Amalek aanvalt, bewijst hij nog een vriendendienst aan de Kenieten.

De Kenieten behoren tot de Midianieten. Daar kwam ook de schoonvader van Mozes vandaan (Ri 1:16; Nm 10:29). De Kenieten zijn door Mozes met Israël verbonden en hebben het volk een weldaad bewezen in de persoon van Jethro. Saul erkent de vriendelijkheid die hun voorouders aan Israël hebben bewezen, toen zij uit Egypte kwamen. Jethro en zijn familie zijn Israël behulpzaam en van dienst geweest bij hun tocht door de woestijn (Nm 10:29-31).

Hieruit kunnen we leren dat zij, die na ons komen, voordeel kunnen ondervinden van onze goede werken als wij er niet meer zijn. God is niet onrechtvaardig om ook maar één vriendelijkheid te vergeten die is betoond aan Zijn volk (Hb 6:10). Hij zal elke goede daad belonen, is het niet al op aarde, dan zeker in de opstanding.

Een andere les is dat het gevaarlijk is om in het gezelschap van Gods vijanden te worden gevonden. Hier krijgen de Kenieten een waarschuwing om daar te vertrekken. Deze waarschuwing geldt vandaag nog onverkort. Het is onze plicht en ons belang om te vertrekken uit elk gezelschap dat niet de Heer Jezus centraal stelt, opdat wij geen gemeenschap hebben aan de zonden van dat gezelschap en van de plagen die daarover komen, niet ontvangen (Op 18:4). De Joden hebben een gezegde: Wee de goddeloze, en wee zijn buurman.

Als de Kenieten uit het midden van de Amalekieten zijn weggegaan, verslaat Saul Amalek. Het is meer een ter dood brengen van veroordeelde misdadigers, dan een oorlog tegen strijdende vijanden. De uitslag kan niet twijfelachtig zijn, want de zaak is rechtvaardig en de roeping duidelijk. Saul voert het bevel van de HEERE uit.

Copyright information for DutKingComments