1 Samuel 16:3

Samuel heeft bezwaren

Samuel heeft tegenwerpingen. Hij heeft verdriet en zielenpijn vanwege de verwerping van Saul en tegelijk is hij ook bang voor Saul. Voor Saul is hij een vijand geworden, maar Saul is voor hem geen vijand geworden. Bij Samuel zijn geen gevoelens van vijandschap tegenover Saul.

Bij eerdere ontmoetingen met Saul heeft Samuel niet de minste vrees getoond. Hij heeft Saul onverschrokken meegedeeld dat God het koningschap van hem afneemt en aan zijn naaste geeft. Misschien heeft Samuel al met een woedeaanval van Saul te maken gehad, zoals we die verderop in dit hoofdstuk zien. Als zou uitkomen dat hij een andere koning heeft gezalfd, is Sauls razernij voorspelbaar.

De HEERE maakt Samuel geen verwijt over zijn bangheid, maar komt eraan tegemoet. Hij geeft hem een bescherming: een offerdier dat als dank- of vredeoffer moet dienen. Het offerdier dat Samuel moet meenemen, is niet alleen voor hemzelf. Het dient er ook toe om er een offermaaltijd mee te houden, waarvoor hij Isaï moet uitnodigen. Tijdens die maaltijd zal God zeggen wie Samuel moet zalven. Met Zijn aanwijzingen over het offerdier brengt God – in beeld – Zijn Zoon tot Samuel en Isaï en zijn familie om daarmee te laten zien wat de grondslag is waarop Hij met hem en hen handelt.

Copyright information for DutKingComments