1 Samuel 17:34-37

David zegt dat hij Goliath zal verslaan

De woorden die David spreekt, bereiken ook het oor van Saul. David heeft zich door zijn woorden bekendgemaakt. Het zijn woorden van geloof. Daardoor wordt het nieuws bekend dat er iemand is die ongevoelig is voor wat de Filistijn bralt. Als David bij Saul is gekomen, herhaalt hij de taal van het geloof. David spreekt nog niet direct over de HEERE. Hij bezit de juiste eigenschappen om zo te kunnen spreken, zonder de Naam van de HEERE te noemen. Het zal wel blijken uit zijn optreden dat hij alleen op de HEERE vertrouwt.

David is er niet mee tevreden persoonlijk geen angst te hebben, maar wil ieder bemoedigen diezelfde zekerheid te bezitten. Hij wil allen vullen met hetzelfde vertrouwen dat hij bezit. Daarin komt zijn diepe verbondenheid zowel met de HEERE als met Zijn volk tot uiting.

De reactie van Saul is de taal van de nuchtere waarneming, zonder geloof. Daarom begrijpt Saul ook niets van wat David zegt. Hij heeft geen oog voor de krachtbron die David ter beschikking staat. David zegt niet alleen wat hij van plan is, maar ook dat hij al eerder bewezen heeft vijanden te bestrijden en te verslaan. Hij gaat niet voor de eerste keer de strijd met de vijand aan. Hij weet wat het is om zijn leven in de waagschaal te stellen voor weerlozen. Het volk is de kudde van God en David zal zijn leven ervoor in de waagschaal stellen.

De Heer Jezus heeft niet alleen beloofd Zijn leven te geven, Hij heeft het gedaan. Hij heeft ook eerst de satan in het verborgene van de verzoeking in de woestijn overwonnen (Mt 4:1-11). Daarna heeft Hij de openlijke overwinning over hem op en door het kruis behaald (Ko 2:15). David is een beeld van de Heer Jezus Die heeft kunnen zeggen dat Hij de schapen in de Naam van de Vader heeft bewaard (Jh 17:12a). Daarom zegt Hij als ze Hem gevangen komen nemen: “Als u dan Mij zoekt, laat dezen heengaan” (Jh 18:8).

Als David tegen Saul over zijn overwinningen vertelt, spreekt hij niet over de kracht van de HEERE. Toch is hij zich er terdege van bewust dat hij de kracht van de HEERE ervoor heeft gekregen en dat zegt hij nu. Hij rekent op de trouw van God voor Israël ondanks alle omstandigheden. Hij weet dat hij Gods voorwerp van zorg is, want zo redeneert het geloof altijd. Hij is Gods voorwerp van belangstelling en dat te meer omdat zijn enige verlangen is de heerlijkheid van de HEERE te handhaven. Saul reageert hierop met een vrome wens dat de HEERE met David zal zijn. Helaas is deze wens niet de taal van zijn hart.

Copyright information for DutKingComments