1 Samuel 17:51

David verslaat en doodt Goliath

Het gevecht tussen de twee kampioenen brandt los. Voor de Filistijn lijkt het alsof hij tegen een dwerg moet gaan strijden. Als een voortschrijdende berg, overtrokken met koper en ijzer, gaat hij op David af. David gaat echter sneller Goliath tegemoet dan deze naar hem komt. Gedetailleerd beschrijft de Geest van God de handelingen van David, terwijl hij op de vijand afsnelt. Hij gaat op “de gevechtslinie” af, want in de Filistijn verenigt zich het hele leger van de Filistijnen.

Een van de steentjes is genoeg om de reus te vellen. God houdt ervan grote resultaten te boeken door kleine, eenvoudige middelen. Er is feitelijk geen strijd. Ook in de strijd aan het einde, als de Heer Jezus komt, is er geen strijd, geen heen en weer bewegende tonelen, alsof de duivel ook nog kans op de overwinning zou kunnen maken.

David overwint met een slinger en met een steen, meer niet. Door het juiste gebruik daarvan is in één klap alle kracht totaal verbroken, zowel van Goliath als van alle Filistijnen. De steen heeft de reus geveld. Het zwaard maakt een definitief einde aan de reus. David doodt de reus met diens eigen zwaard. Zo heeft de Heer Jezus door in de dood te gaan de dood overwonnen.

De beschrijving van de overwinning heeft in het origineel de vorm van een lied. Het gevolg van de overwinning op de reus strekt zich uit naar allen die bij de reus horen. Zowel David als Goliath vertegenwoordigt een volk. In het verslaan van Goliath is het hele leger van de Filistijnen verslagen. De verslagen vijanden slaan allemaal op de vlucht. Ze houden geen woord en worden geen gewillige slaven van de overwinnaar, zoals door Goliath in 1Sm 17:9 uitdagend voorgesteld is.

Copyright information for DutKingComments