1 Samuel 17:58

Saul vraagt wie David is

De vraag van Saul aan Abner van wie David de zoon is, doet veronderstellen dat Saul David niet kent, terwijl David toch al meerdere keren bij Saul aan het hof is geweest. Ook Abner weet niet (meer) wie David is en kan de vraag niet beantwoorden. Waarschijnlijk komt dat omdat ze David alleen als harpspeler kennen (1Sm 16:23).

Nu komt de jongeling op speciale wijze voor Sauls aandacht. Hij bekijkt hem op een nieuwe manier. Als een jongeman in staat is zo’n overwinning te behalen, moet hij wel een bijzonder mens zijn. De vraag naar zijn vader is meer dan alleen het leren kennen van de naam van zijn vader. Het gaat meer om het karakter van de man die een zoon als David heeft met een moed die bijzonder is. Dan komt de vraag op bij welke familie hij hoort, wat zijn afstamming is. Zo kunnen mensen ook onder de indruk komen van Wie de Heer Jezus is, zoals we in de evangeliën lezen.

Abner brengt David bij Saul en deze stelt dan zelf de vraag van wie David de zoon is. De vraag laat zien wat er in Saul is. Saul heeft geen inzicht in de gedachten van God. Zijn gedachten verheffen zich niet boven de aarde. Hij heeft geen oog voor David zoals God hem ziet. Voor Saul moet hij uit een geslacht van geweldenaars, een godengeslacht, komen. Het is als met de Heer Jezus over Wie ook de vraag gesteld is: “Hoe is Deze zo geleerd zonder onderwezen te zijn” (Jh 7:15)?

David antwoordt in nederigheid. Zijn antwoord is mooi: “Ik ben een zoon van uw dienaar Isaï.” Isaï betekent, zoals al is opgemerkt, ‘Jahweh bestaat’ en van Hem is hij de dienaar. Dat bepaalt mij bij de vraag of God voor mij concrete werkelijkheid is, of Hij voor mij de bestaande God is.

Copyright information for DutKingComments