1 Samuel 18:18

Saul belooft David Merab

David moet nog de beloofde dochter vanwege de overwinning op Goliath krijgen (1Sm 17:25). Saul heeft daar geen zin in. Hij misbruikt zijn belofte om een nieuwe voorwaarde met een sluwe bedoeling aan David voor te houden. Hij huichelt als hij David vraagt de oorlogen van de HEERE te voeren, want hij hoopt dat David in de strijd zal worden gedood.

De oorlogen van Gods volk zijn werkelijk oorlogen van de HEERE, zoals Saul ze noemt, omdat ze worden gevoerd op uitdrukkelijk bevel van God. Maar als de geest van de wereld en heerszucht daarmee worden vermengd, zijn ze dat niet langer. Dan zijn het slechts oorlogen van wereldse begeerten.

Of David zich dat bewust is of niet, hij toont zich nederig in zijn reactie op de door Saul gedane belofte. Hij zegt dat hij zich te klein voelt om schoonzoon van Saul te worden. Of hij Saul op zijn woord gelooft, weten we niet. Hij kent Saul wel als een onberekenbaar man. Het wordt spoedig duidelijk wat het woord van Saul waard is.

Saul breekt zijn woord door de aan David beloofde dochter aan een ander te geven. Dit is de grootst mogelijke belediging die Saul hem maar kan aandoen. Hij treft hem daarmee zowel in zijn eer als in zijn liefde. Mogelijk wil hij David tot een reactie uitlokken die hij kan gebruiken om hem te veroordelen en uit de weg te ruimen.

Copyright information for DutKingComments