1 Samuel 22:19

Het vonnis en de voltrekking

Saul is niet van zijn voornemen af te brengen om Achimelech te doden. Hij spreekt zelf het vonnis uit. Achimelech moet sterven, samen met zijn hele familie (Pr 3:16).

Omdat de priester hem niet heeft verteld dat David bij hem is geweest, heeft hij dus met de vijand geheuld. Wie niet van dezelfde blinde haat tegen David is bezield, stelt zich per definitie achter David en moet worden gedood. Hij beveelt zijn lijfwachten het priestergeslacht te doden van wie hij ook nog zegt dat zij priesters van de HEERE zijn. Dat durven de lijfwachten niet te doen. Door een dergelijk bevel heeft Saul zijn gezag onder zijn ondergeschikten verloren.

Dan wendt hij zich tot Doëg met het bevel de priesters te doden. Die doodt zonder schroom vijfentachtig mannen en moordt daarna nog de hele priesterstad Nob uit. Doëg doet in opdracht van Saul wat Saul met Amalek had moeten doen en waarin Saul zelf heeft gespaard wat hij van waarde vond (1Sm 15:3-9). Door het hele geslacht van Achimelech te doden wordt het woord vervuld dat over het huis van Eli is gesproken (1Sm 3:11), want Achimelech is uit het geslacht van Eli.

Copyright information for DutKingComments