1 Samuel 24:6

Nederlandse verzen (4-8)

David kan Saul doden

Op zoek naar David gaat Saul bij de schaapskooien aan de weg een grot binnen om zijn behoefte te doen. Er zijn veel grotten, die naar het schijnt als schaapskooien dienst doen, waar de herder zijn schapen naar toe kan brengen om ze daar te beschermen tegen de hitte. Gods voorzienigheid brengt Saul naar de grot waar David en zijn mannen zich hebben verborgen. De mannen van David zeggen tegen hem dat dit zijn kans is om zich te ontdoen van zijn en ook hun vijand. Zij zien Saul tegen het licht van de grotopening in deze vernederende houding en menen dat dit voor David een teken van de HEERE is om hem om te brengen en koning te worden.

Voor hen is het duidelijk Gods hand die de dingen zo leidt. Die conclusie is echter te snel getrokken. Niet in alle voorspoed moeten we een gelegenheid zien om onszelf uit een netelige situatie te redden. We moeten ook openstaan voor de mogelijkheid dat het een verzoeking van de satan is.

David gaat niet op de suggestie van zijn mannen in. Hij houdt zichzelf in bedwang en daardoor ook zijn zeshonderd mannen. Hij doet iets anders. Hij snijdt een stuk van de koninklijke mantel af. Als hij dat heeft gedaan, bonst zijn hart in hem, dat wil zeggen dat zijn geweten spreekt. Hij heeft Saul niet gedood, maar hij raakt wel zijn waardigheid aan. Dat alleen al doet zijn hart bonzen.

Hij ontneemt Saul niet zijn hele mantel, want hij wacht op de tijd dat God hem met de koninklijke mantel zal bekleden. Het is veel beter te wachten op de tijd van God dan zelf het initiatief te nemen en zo op Gods tijd vooruit te lopen. Dat laatste is altijd tot schade en schande, het eerste tot zegen en eer.

Als David terug is bij zijn mannen, legt hij hun uit waarom hij Saul niet heeft gedood. David staat helemaal alleen tegenover zijn zeshonderd mannen. Allen zouden ze maar al te graag persoonlijk Saul gedood hebben. Maar zie, hoe David over Saul spreekt. Hij noemt hem nog steeds “mijn heer”. Saul is nog steeds zijn heer en ook Gods gezalfde koning. Door zo te spreken weerhoudt David zijn mannen van het doden van Gods gezalfde koning. Uit zijn woorden blijkt dat alle koninklijke waardigheid bij David te vinden is.

Copyright information for DutKingComments