1 Samuel 25:3

Nabal en Abigaïl

Maon is een stad in Juda, in het gebied Karmel – er is ook een woestijn met de naam Maon (1Sm 23:24). De blik wordt eerst gericht op iemand die in die omgeving zijn bedrijf heeft. Voordat zijn naam wordt genoemd, wordt van de man gezegd dat hij “zeer aanzienlijk” is. Ook wordt gezegd waar hij zich bevindt en wat er gebeurt. Hij heeft een grote kudde schapen en geiten en is bezig de schapen van hun wol te ontdoen.

De naam “Nabal” betekent ‘dwaas’. Hij is wat zijn naam zegt, want hij houdt totaal geen rekening met God. Dat is precies het kenmerk van een dwaas, want die “zegt in zijn hart: Er is geen God” (Ps 14:1a). Hij is een beeld van het goddeloze volk dat niet aan God denkt. Bij iemand die dwaas is, is ook geen spoortje wijsheid aanwezig.

Zijn vrouw heet “Abigaïl”, dat betekent ‘vader van de vreugde’ of ‘wiens vader zich verheugt’. Zij is een volledig tegenbeeld van haar man. Bij haar zijn verstand en inzicht, die ze in dit huwelijk niet verloren heeft. Ook is ze een mooie verschijning. Dat zij ooit aan een dergelijke man in het huwelijk is verbonden, zal niet haar eigen keus zijn geweest, maar zal voor haar geregeld zijn.

Dan wordt nog van Nabal gezegd dat zijn optreden “hard en slecht” is. De voorvader van Nabal is Kaleb. Nabal heeft wel de bezitting van Kaleb geërfd, maar niet diens geloof en toewijding. Hij wandelt niet in de geest van zijn voorvader. We zouden nooit van Nabal hebben gehoord als hij niet, al is het slechts voor een ogenblik, in aanraking met David zou zijn gekomen.

Copyright information for DutKingComments