1 Samuel 28:17

Het oordeel over Saul bevestigd

Samuel richt zich niet via het medium maar rechtstreeks tot Saul. Hij herinnert aan wat eerder tegen Saul is gezegd en bevestigt wat Saul al moet weten. Hij noemt nu de naam van de man aan wie de HEERE het koninkrijk heeft gegeven (1Sm 28:17). Samuel houdt hem ook de oorzaak daarvan voor: één ongehoorzaamheid brengt deze rampspoed over hem (1Sm 28:18). Saul krijgt ook te horen dat hij de volgende dag zal sneuvelen en zijn zonen met hem. Samuel zegt dat Saul en zijn zonen morgen bij hem in het dodenrijk zullen zijn. Meer zegt hij niet. Hij zegt niet dat zij bij hem in de schoot van Abraham zullen zijn. Jonathan zal daar zijn, Saul echter niet.

Saul lijkt op Ezau die ook een zegen van God heeft veracht en die geen plaats voor berouw had en daarom deze zegen tevergeefs, hoewel zelfs met tranen, zocht (Hb 12:17). Nu richt Samuel zelf het woord tot Saul met een vraag. Saul antwoordt en maakt zijn wanhoop bekend. Het is de wanhoop van iemand die de toekomst wil weten, maar die deze niet meer van God te horen krijgt. De oorzaak daarvan is, dat hij God al te vaak heeft afgewezen, toen Hij hem de toekomst bekendmaakte. Mensen willen vaak weten hoe hun toekomst er uitziet, maar ze willen die niet van God horen. Voor zulke mensen is God een vijand geworden. Het is een vreselijke uitdrukking als van God gezegd moet worden dat Hij iemands vijand is geworden.

Copyright information for DutKingComments