1 Samuel 28:21

Wanhoop en gelatenheid van Saul

Na deze boodschap valt Saul direct op de grond, “zo lang als hij was”. Door deze toevoeging wordt zijn lengte benadrukt. Dat is zijn trots en roem geweest. Al die hoogmoed stort ter aarde. Als God in Zijn Woord tegen de zondaars zegt wat voor vreselijk lot hen te wachten staat, opent Hij voor hen tegelijk een deur van de hoop. Die deur van de hoop kan een zondaar binnengaan als hij zich bekeert. Zij echter die zich om hulp tot de poorten van de hel wenden, kunnen alleen duisternis verwachten, zonder een straal van licht.

Terwijl hij nog op de grond ligt, vraagt de vrouw aan hem naar haar te luisteren. Nog eenmaal wordt Saul vriendelijk behandeld, maar dan wel door een medium. Zij stelt zich op als zijn dienares. Ze heeft ook geen enkel schuldgevoel, ze heeft haar beroep uitgeoefend. We zien hier wat al deze demonische praktijken opleveren. Het brengt alleen ellende en verslagenheid en totale geestelijke en lichamelijke verwoesting. Saul is elk eigen initiatief kwijt. Hij is in de macht van anderen, aan hen overgeleverd. De vrouw en zijn dienaren proberen hem op de been te helpen, iets beters kunnen ze hem niet bieden. Saul staat op en verdwijnt in de nacht, op weg naar zijn tragische, dramatische einde (vgl. Jh 13:30).

De tragiek is groot. De ondergang is zijn eigen schuld. Er is een donkere, demonische, nachtelijke duisternis in de ziel van Saul, zoals die er later ook in de ziel van Judas is. Hier al valt de nacht over het leven van Saul. Hij kan niet meer terug en gaat zijn ondergang onherroepelijk tegemoet.

Copyright information for DutKingComments