1 Samuel 3:15

Wat de HEERE heeft gezegd

In het algemeen roept God een profeet niet om een blijde boodschap te prediken. De eerste boodschap die Samuel moet brengen, is er een van oordeel. Hij zal niet meer geslapen hebben, zich bewust van de ernst van het visioen. Zijn boodschap heeft hem niet trots gemaakt. Hij is niet blij dat hij Eli het oordeel moet aanzeggen. Hij maakt voor het eerst kennis met de last van een profetische boodschap om aan iemand die hij liefheeft, waardeert en eert, een onaangename boodschap door te geven.

De HEERE beveelt Samuel niet om het visioen aan Eli te vertellen, maar hij voelt dat het moet. Eli helpt Samuel om te vertellen wat hij van de HEERE heeft gehoord. Hoewel God niet tot hem, de hogepriester, heeft gesproken, wil hij horen wat God heeft gezegd. Hij begrijpt dat het over hem gaat. Nu komt het ogenblik dat Samuel profeet wordt. Dit is het moment waarop hij de woorden van God tot Eli spreekt.

Profetendienst is vaak moeilijk. Het is het spreken van vermaning op de juiste tijd. Jeremia is ook jong als hij de opdracht krijgt om te profeteren en wordt door de HEERE bemoedigd: “Maar de HEERE zei tegen mij: Zeg niet: Ik ben [nog maar] een jongen, want overal waarheen Ik u zenden zal, zult u gaan, en alles wat Ik u gebieden zal, zult u spreken. Wees niet bevreesd voor hen, want Ik ben met u om u te redden, spreekt de HEERE. Toen stak de HEERE Zijn hand uit en raakte mijn mond aan. En de HEERE zei tegen mij: Zie, Ik geef Mijn woorden in uw mond” (Jr 1:7-9). De zwakste is als de sterkste als hij de woorden van God op zijn lippen heeft.

Eli aanvaardt het oordeel van God. Hij stribbelt niet tegen, maar erkent de grootheid en gerechtigheid van de HEERE. Hiermee erkent hij ook de profetendienst van Samuel. Toch komt hij niet tot berouw en een veroordeling van zijn zonen. Hij buigt zich onder Gods oordeel, dat is het enige wat hij kan doen.

Copyright information for DutKingComments