1 Samuel 3:18-21

Wat de HEERE heeft gezegd

In het algemeen roept God een profeet niet om een blijde boodschap te prediken. De eerste boodschap die Samuel moet brengen, is er een van oordeel. Hij zal niet meer geslapen hebben, zich bewust van de ernst van het visioen. Zijn boodschap heeft hem niet trots gemaakt. Hij is niet blij dat hij Eli het oordeel moet aanzeggen. Hij maakt voor het eerst kennis met de last van een profetische boodschap om aan iemand die hij liefheeft, waardeert en eert, een onaangename boodschap door te geven.

De HEERE beveelt Samuel niet om het visioen aan Eli te vertellen, maar hij voelt dat het moet. Eli helpt Samuel om te vertellen wat hij van de HEERE heeft gehoord. Hoewel God niet tot hem, de hogepriester, heeft gesproken, wil hij horen wat God heeft gezegd. Hij begrijpt dat het over hem gaat. Nu komt het ogenblik dat Samuel profeet wordt. Dit is het moment waarop hij de woorden van God tot Eli spreekt.

Profetendienst is vaak moeilijk. Het is het spreken van vermaning op de juiste tijd. Jeremia is ook jong als hij de opdracht krijgt om te profeteren en wordt door de HEERE bemoedigd: “Maar de HEERE zei tegen mij: Zeg niet: Ik ben [nog maar] een jongen, want overal waarheen Ik u zenden zal, zult u gaan, en alles wat Ik u gebieden zal, zult u spreken. Wees niet bevreesd voor hen, want Ik ben met u om u te redden, spreekt de HEERE. Toen stak de HEERE Zijn hand uit en raakte mijn mond aan. En de HEERE zei tegen mij: Zie, Ik geef Mijn woorden in uw mond” (Jr 1:7-9). De zwakste is als de sterkste als hij de woorden van God op zijn lippen heeft.

Eli aanvaardt het oordeel van God. Hij stribbelt niet tegen, maar erkent de grootheid en gerechtigheid van de HEERE. Hiermee erkent hij ook de profetendienst van Samuel. Toch komt hij niet tot berouw en een veroordeling van zijn zonen. Hij buigt zich onder Gods oordeel, dat is het enige wat hij kan doen.

De HEERE is met Samuel

Samuel wordt groot. Hij groeit niet alleen lichamelijk, maar vooral ook geestelijk. Omdat hij met de HEERE leeft, is de HEERE met hem. De HEERE verheugt Zich erin dat Hij Zich met Samuel kan verbinden. Hij laat aan heel Israël van het uiterste noorden, waar Dan ligt, tot het uiterste zuiden, waar Berseba ligt, zien dat Samuel Zijn profeet is door al Zijn woorden, die Samuel spreekt, in vervulling te laten gaan.

Het is alsof we de vreugde van Heilige Geest horen als Hij zegt dat de HEERE in Silo blijft verschijnen. De HEERE verheugt Zich erover dat er iemand is aan wie Hij Zich kan openbaren, iemand die Hem kent en voor Hem leeft. Hier hebben we het omgekeerde van 1Sm 3:7. Nu kent Samuel de HEERE en de HEERE openbaart Zich aan hem. Hij doet dat door Zijn Woord. Dat is nog steeds de manier waarop God Zich aan de Zijnen, aan ons, openbaart.

Alle openbaringen aan Samuel bewijzen het volk dat er een nieuwe verbinding is tussen hen en de HEERE. Hij openbaart Zich aan Zijn volk door de profeet, niet meer door de hogepriester. Samuel heeft een gewillig oor. Aan zulke mensen kan God Zijn wil bekendmaken en zulke mensen kan Hij gebruiken in Zijn dienst aan Zijn volk.

In zeker opzicht is Samuel ook nog priester en koning. God concentreert in tijden van verval vaak meerdere kenmerken in één persoon. God roept profeten als het volk in verval is. Samuel is de eerste van hen (Hd 3:24). Hij is ook de laatste richter, hij sluit als het ware de periode waarin God door richters met Zijn volk in verbinding stond, af (Hd 13:20b).

Copyright information for DutKingComments