1 Samuel 4:13

Bericht van de verliezen

Een Benjaminiet weet te ontkomen. Met grote snelheid bereikt hij Silo. Daar zit Eli op de stoel aan de kant van de weg. De boodschapper snelt Eli voorbij. Dat is niet de man aan wie hij als eerste denkt om zijn droevige boodschap te brengen. Blijkbaar wordt Eli niet betrokken in wat zich in het leven van het volk afspeelt. De Benjaminiet brengt zijn boodschap in de stad. Zijn gescheurde kleren zijn een teken van het verscheurde en verdeelde en verstrooide volk. De aarde op zijn hoofd wijst op de vernedering van het volk. Zijn uiterlijk geeft aan dat hij een boodschapper met een slechte tijding is.

Na het bericht ontstaat er luid geschreeuw in de hele stad. Alle inwoners zullen wel familie of vrienden in het leger hebben over wie zij in zorg zijn. Vooral het bericht over de ark zal hard zijn aangekomen. In elk geval is dat voor Eli de grootste zorg, groter dan de zorg voor zijn zonen. Wat met zijn zonen zou gebeuren, is hem aangezegd (1Sm 2:34).

Eli is wel blind, maar niet doof. De gescheurde kleren en de aarde op het hoofd van de boodschapper kan hij niet zien, maar hij hoort wel de uitwerking van de boodschap. Hoewel hij wel een idee heeft, wil hij de juiste reden van het gejammer weten. Dan komt de boodschapper ook naar Eli en vertelt hem wat er is gebeurd. Het verslag dat Eli krijgt, krijgt hij niet uit de tweede hand, maar van een ooggetuige. Het is ook geen verslag van een gebeurtenis die ver in het verleden ligt, maar van iets waar nog geen nacht overheen is gegaan.

Eli nodigt hem op een vriendelijke manier uit verslag te doen. Hij gebruikt het vaderlijke “mijn zoon”, opdat de boodschapper vrij en open, zonder iets achterwege te laten, hem alles zal vertellen wat er is gebeurd (vgl. 1Sm 3:16-18).

In zijn verslag vermeldt de boodschapper kort en krachtig vier zaken, waarbij elke volgende zaak ernstiger is dan de vorige.

1. Israël is voor zijn vijanden gevlucht. Dat Israël zijn vijanden de rug heeft moeten toekeren, bewijst de aanwezigheid van een groot kwaad. Het wijst op een ernstig afwijken van de HEERE, Die het omgekeerde heeft beloofd als het volk trouw zou zijn.

2. Er is een grote slachting onder het volk aangericht. Ze hadden ook verslagen kunnen zijn zonder veel verliezen. Van de strijdbare mannen zijn er echter niet veel over.

3. Zijn twee zonen zijn dood. Als vader zal hem dat nog meer gedaan hebben dan de dertigduizend andere doden. Te meer daar er weinig hoop is dat ze gestorven zijn in de vrede van God.

4. De ark van God is buitgemaakt. Dit is het meest gevreesde en vreselijkste bericht van alle. Nu heeft God Israël verlaten en is er voor Israël geen hoop meer op herstel.

Pas als er melding gemaakt wordt van het buitmaken van de ark, valt Eli van zijn stoel en sterft. Hoe zwak hij ook is geweest in het handhaven van de rechten van de HEERE, toch was er bij hem oprechte zorg voor het symbool van Gods tegenwoordigheid.

Copyright information for DutKingComments