1 Timothy 1:16

Lofprijzing

1Tm 1:15. “Het woord is betrouwbaar.” Deze prachtige en moedgevende uitdrukking komt alleen in de pastorale brieven voor (1Tm 1:15; 1Tm 3:1; 1Tm 4:9; 2Tm 2:11; Tt 3:8). Als elke steun wegvalt en je er alleen voor lijkt te staan, zal het Woord van God je nooit in de steek laten. Je kunt er altijd een beroep op doen. Of het nu gaat om het behoud van zondaren (hier), of om de dienst in het huis van God (1Tm 3:1), of om de Godsvrucht (1Tm 4:8-9), of om onze toekomst (2Tm 2:11), of om onze erfenis (Tt 3:7-8), altijd geeft Gods Woord je houvast.

Omdat Gods Woord zo betrouwbaar is, is het ook “alle aanneming waard”. Deze toevoeging vind je ook nog in 1 Timotheüs 4 (1Tm 4:9). En waarom is het hier alle aanneming waard? Omdat “Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars te behouden” (vgl. Lk 19:10). Deze waarheid heeft geen enkel effect als ze niet in geloof wordt aangenomen. Er is alleen behoudenis voor wie deze onloochenbare waarheid gelooft (Rm 1:16).

“De wereld” geeft de sfeer aan waarin de Heer Jezus als Mens verkoos binnen te komen. Hij verwisselde niet alleen de hemel voor een plek op aarde, maar Hij kwam in een wereld waar zonde en dood heersen, het terrein waar zondaren wonen. Hij is gekomen uit de heerlijke sfeer van de hemel in een sfeer van duisternis, haat en dood, om uit die wereld zondaren te behouden.

Zondaren voelen zich in de wereld als vissen in het water. Terwijl de wereld in het boze ligt en rijp wordt voor het oordeel, is in Christus Jezus de mensenliefde van God onze Heiland in de wereld verschenen om mensen van dit oordeel te behouden. Voordat de Heer Jezus in de wereld kwam, heeft God alle middelen gebruikt om het de mens mogelijk te maken met Hem in verbinding te komen. De mens heeft echter hopeloos gefaald. Toen gaf God Zijn Zoon. Juist daardoor werd de hopeloze toestand van de mens ten volle openbaar, want toen bleek zijn haat tegen God. Tegelijk werd daar tegenover toen ook Gods liefde ten volle openbaar.

Hiervan is Paulus als geen ander doordrongen. Als hij aan zichzelf als zondaar denkt, kan hij alleen maar zeggen: “Van wie ik de voornaamste ben” (vgl. 1Ko 15:9; Ef 3:8). Hij wilde de actieve vijand zijn van het geloof, overal, om de Naam van Jezus uit te roeien. Daarvoor ging hij zelfs tot in de buitenlandse steden (Hd 26:11). Hij stond vooraan in de rij van hen die met haat tegen Christus vervuld waren.

Als Paulus dit zegt, is dat geen overdrijving, maar een diep ervaren bewustzijn van zijn eigen onwaardigheid. Hij zegt ook niet ‘van wie ik de voornaamste was’, maar “ben”. Dit bewustzijn wordt steeds groter naarmate hij steeds meer ziet van de genade van de Heer Jezus.

Je ziet zijn bewustzijn groter worden als hij zijn bekeringsgeschiedenis vertelt. Bij zijn bekering is er sprake van “een licht uit de hemel” (Hd 9:3). De eerste keer dat hij hiervan getuigt, vertelt hij dat “uit de hemel een fel licht” hem omstraalde (Hd 22:6). De tweede keer spreekt hij over “een licht uit de hemel, sterker dan de glans van de zon” (Hd 26:13). Kom jij ook elke dag steeds meer onder de indruk van wat God in jouw bekering met jou heeft gedaan?

1Tm 1:16. In 1Tm 1:13 noemt Paulus de oorzaak van Gods barmhartigheid tegenover hem, namelijk dat hij het in onwetendheid heeft gedaan. Hier zegt Paulus wat het doel is van de barmhartigheid die hem is bewezen, namelijk dat God hem tot een voorbeeld van het betonen van genade wilde stellen voor allen. Dat ligt opgesloten in het woord “opdat”, dat het doel aangeeft. De hem bewezen barmhartigheid is niet alleen voor hemzelf, maar heeft ook betekenis voor anderen.

Als de voornaamste van de zondaren behouden is, is er voor iedereen redding mogelijk. Je kunt het vergelijken met een sluis. Als het grootste schip door een sluis kan, kan elk ander schip er ook door. Paulus is vóór zijn bekering als het ware de belichaming van alle vijanden van Christus. Nu hij tot bekering tot God en geloof in de Heer Jezus is gekomen, is hij ook vertegenwoordiger van allen “die in Hem zouden geloven”.

God heeft aan hem “al Zijn lankmoedigheid” bewezen. ‘Lankmoedigheid’, of geduld, geeft aan hoe God reageert op het trappen en slaan van de opstandige mens die Paulus was. God heeft hem verdragen toen hij woest tekeerging tegen de discipelen van de Heer Jezus. De bekering van Paulus is het bewijs dat in de strijd om het behoud van een zondaar God de langste adem heeft. Zijn lankmoedigheid is volkomen.

De behoudenis van Paulus als de voornaamste van de zondaren is een voorbeeld voor elke andere behoudenis. Is Gods lankmoedigheid aan Paulus bewezen? Dan is Gods lankmoedigheid er voor iedereen. Paulus was de voornaamste, ijverigste en meest verbitterde vijand. En hij is behouden. Dan is hij de beste en krachtigste getuige dat de genade overvloedig is over de zonde en dat het werk van Christus volmaakt in staat is die zonde weg te doen.

Het voorbeeld van wat met Paulus is gebeurd, is niet bedoeld om aan te geven dat elke bekering zo moet verlopen. Het is bedoeld om aan te tonen wat God kan doen. Elke bekering verloopt anders omdat de levensloop van ieder mens anders is. God zal niet eerder een mens oordelen dan nadat Zijn lankmoedigheid ten volle aan die mens is bewezen en omdat die mens daarop niet reageert. In Paulus heeft Zijn lankmoedigheid het gewenste resultaat, een resultaat dat God voor iedere zondaar wenst (2Pt 3:9).

Het eeuwige leven is het deel van ieder die gelooft (Jh 3:16). Dat ziet op wat iemand innerlijk ontvangt. De Heer Jezus is het eeuwige leven. Wie gelooft, ontvangt Hem als zijn leven. Er is ook een toekomstig aspect. Paulus ziet het eeuwige leven hier als iets dat in de toekomst ligt (vgl. Tt 3:7). Als de gelovige bij de Heer Jezus in de heerlijkheid is, zal hij ten volle het eeuwige leven tot in eeuwigheid genieten: de ongestoorde gemeenschap met de Vader en de Zoon (Jh 17:3).

1Tm 1:17. In dit vers zwelt de dankbaarheid van 1Tm 1:12 aan tot een lofprijzing. Paulus is overweldigd door alles wat de Heer voor hem als zondaar heeft gedaan en wat Hij met hem heeft gedaan door hem in de bediening te stellen. Er komt een lofprijzing bij hem op voor die genade van God. In Romeinen 11 is de wijsheid van God de aanleiding voor een lofprijzing (Rm 11:33-35) en in Efeziërs 3 jubelt hij het uit vanwege de liefde van God (Ef 3:14-21).

Hij bejubelt God als “de Koning der eeuwen”. Als ‘Koning der eeuwen’ brengt God alles door de tijd heen tot Zijn doel. Daartoe bestuurt Hij de loop van de wereldgeschiedenis, maar ook de geschiedenis van ieder mens. In Zijn grote majesteit en soevereiniteit is Hij verheven boven de tijd en alle gewoel van de wereld en de mensen. Hij beschikt over de eeuwen. Hij volvoert Zijn heilsplan met de schepping en met mensen. Paulus heeft aan den lijve ondervonden dat God ‘de Koning der eeuwen’ is.

Hij eert Hem als de “onvergankelijke, onzichtbare, enige God”. ‘Onvergankelijk’ wil zeggen niet door de dood aan te tasten, en staat tegenover alles wat vergaat, vooral de vergankelijke afgoden (Rm 1:23). Hetzelfde woord wordt ook gebruikt voor de lichamen van de heiligen in de opstanding (1Ko 15:52), voor de erfenis van de heiligen (1Pt 1:4) en voor de zachtmoedige en stille geest van de Godvrezende vrouw (1Pt 3:4).

God is ook “onzichtbaar”, niet waarneembaar voor het oog van de mens (1Tm 6:16; Rm 1:20; Ko 1:15; Hb 11:27). In Christus heeft Hij Zich geopenbaard, dat wil zeggen zichtbaar gemaakt (Jh 1:18; Jh 14:9; Ko 1:15). Hij is tevens de “enige God” (Jh 5:44; Jh 17:3; Jd 1:25). Alle andere goden zijn afgoden, het werk van mensenhanden. God is absoluut uniek in Zijn Wezen en waardigheid.

Hij is alle “eer en heerlijkheid tot in alle eeuwigheid” waard. Al Zijn voortreffelijkheden die Hij heeft geopenbaard, Zijn heerlijkheid die zichtbaar is geworden, geven tot in alle eeuwigheid aanleiding Hem te bezingen. We mogen nu al daarmee beginnen en dat voortzetten zonder dat er ooit een einde aan komt.

Met een hartgrondig “amen”, dat betekent ‘voorwaar’ of ‘zo is het’, sluit Paulus zijn lofprijzing af. Daarmee stemmen wij natuurlijk van harte in.

Lees nog eens 1 Timotheüs 1:15-17.

Verwerking: Prijs God voor Wie Hij is, voor wat Hij voor jou heeft gedaan en voor wat Hij van jou heeft gemaakt. Gebruik de namen van God die je hebt leren kennen. Vertel Hem wat die namen voor jou betekenen.

Copyright information for DutKingComments