1 Timothy 6:6-7

Rijk willen worden

1Tm 6:6. Paulus ontkent niet dat Godsvrucht een winstbron is. Alleen voegt hij er nog “tevredenheid” aan toe. Hij weet waarover hij het heeft (Fp 4:11-15). Zijn tevredenheid is het gevolg van zijn afhankelijkheid van God. Als je echt tevreden bent, ben je niet gericht op uiterlijke dingen, maar op de Heer, Die in al je behoeften voorziet. Tevredenheid kan ook het gevolg zijn van eigen inspanning. Zo wilden bijvoorbeeld de Stoïcijnen zich door niets laten beïnvloeden en alles aanvaarden zoals het kwam. Dat kan tevredenheid lijken, maar het is hardheid en het gevolg van eigen wilskracht.

Daarom moet tevredenheid samengaan met Godsvrucht. Dat levert dan niet zomaar winst op, maar “inderdaad een grote winst”. Die winst is niet te becijferen in harde valuta, maar ziet op geestelijke winst. Waar dingen gebeuren in gemeenschap met God en met het oog op Zijn eer, zul je geestelijk rijker worden.

1Tm 6:7. Wat had je bij je toen je in de wereld kwam, toen je geboren werd? Niets. Je zult het wel eens zijn met Job, die zei: “Naakt ben ik uit de buik van mijn moeder gekomen” (Jb 1:21a; vgl. Pr 5:15). Weet je wat je uit de wereld kunt meenemen, als je die weer moet verlaten? Ook niets (Ps 49:11-13).

Bij het begin en aan het eind van het leven leer je de werkelijke waarde van de materiële dingen inschatten. De bedoeling is dat je inziet hoe betrekkelijk alles is wat je aan geld en goed in dit leven zou kunnen verwerven. Het kan je allemaal tijdens je leven zomaar ontvallen (Sp 23:4-5). In elk geval moet je bij het verlaten van de wereld alles achterlaten. Misschien ken je de uitdrukking: ’Het doodshemd heeft geen zakken.’

1Tm 6:8. Als je “voedsel en kleding” bezit, heb je de beschikking over de basisbehoeften van het leven (Dt 10:18; Mt 6:25-32). Als je daarmee tevreden bent (Hb 13:5), ben je een gelukkig mens. Het bewaart je voor een rusteloos bezig zijn met de materiële dingen, zoals je dat waarneemt bij de mensen van de wereld om je heen. Deze oproep tot tevredenheid mag je natuurlijk niet misbruiken om luiheid goed te praten (2Th 3:10). Het gaat erom dat je niet koortsachtig op zoek bent naar steeds meer luxe.

1Tm 6:9. Het voorgaande wil niet zeggen dat het verkeerd is om rijk te zijn. Als iemand rijk is, kan dat het resultaat van de zegen van de Heer zijn (Gn 13:2; Sp 22:2; 1Sm 2:7). Het is wel verkeerd om rijk te “willen worden”. Ook is het belangrijk te zien dat rijkdom gevaarlijk kan zijn voor het praktische geloofsleven (Mt 13:22). Het kan zelfs een verhindering zijn om behouden te worden (Mt 19:23-24).

Als het je wil is om rijk te worden, zul je zeker “in verzoeking en in een strik en in vele onverstandige en schadelijke begeerten” vallen. Je zult niet de eerste zijn die in verzoeking valt om rijk te willen worden door kansspelen, door gokken, of door speculeren op de beurs. Rijk willen worden betekent dat je je laat meeslepen door “vele onverstandige en schadelijke begeerten”. Dan hoef je ook niet te bidden “leid ons niet in verzoeking”, want dan ben je er doelbewust op uit om rijk te worden.

Na de ‘verzoeking’ en de ‘strik’ wacht je aan het einde “verderf en ondergang”. Daarin zink je weg. ‘Wegzinken’ ziet op een schip dat overvol beladen is en daardoor zinkt. In het Nieuwe Testament komt alleen in Lukas 7 hetzelfde woord nog een keer voor en wordt het in letterlijke zin gebruikt (Lk 5:7). Hier, in 1 Timotheüs 6, betreft het iemand die overweldigd is door de zucht naar rijkdom en in de zee van zijn begeerten steeds verder wegzinkt. Het onverstandig omgaan met geld om maar meer te krijgen heeft al velen in het verderf gestort.

1Tm 6:10. “De geldzucht is een wortel van alle kwaad.” Dit vers moet je diep op je laten inwerken. Geldzucht is een vorm van hebzucht die in zijn wezen afgodendienst is (Ko 3:5; Ef 5:5). Het is niet de wortel, het is een wortel, maar wel een wortel waaruit elke mogelijke vorm van kwaad kan voortkomen. Er zijn meer wortels waaruit kwaad voortkomt, maar er is geen kwaad dat niet uit deze wortel, geldzucht, kan voortkomen.

De waarschuwing is ernstig en indringend: als je ernaar streeft om rijk te worden, is de kans groot dat je van het geloof afdwaalt! Je belijdenis dat je een christen bent, kan niet samengaan met liefde voor geld. Je liefde voor geld, in welke vorm van luxe je dat ook wilt vertalen, zal je ogen sluiten voor alles wat Christus je te bieden heeft. Alle geloofswaarheden zullen je niets meer zeggen.

Als geldzucht een reëel gevaar voor je is, kijk dan eens naar mensen die zich daar ook door hebben laten leiden. Er zijn verhalen van bittere ervaringen, kapotte familiebetrekkingen, losbandige, verkwistende kinderen, onophoudelijke vrees voor verliezen. Dit hoort er allemaal bij als jij rijkdom als doelstelling in je leven hebt. Denk ten slotte ook aan het hiernamaals (Lk 12:20-21). Wat een ontgoocheling moet het zijn als je op je sterfbed moet ontdekken dat je van alle aardse rijkdom niets kunt meenemen. Dit zijn enkele van de “vele smarten” waarmee je dan jezelf hebt “doorboord”.

Lees nog eens 1 Timotheüs 6:6-10.

Verwerking: Welke rol speelt geld in jouw leven?

Copyright information for DutKingComments