2 Chronicles 10:3
Inleiding
Hier begint een nieuw gedeelte. Van de koningen van Juda die nu voor onze aandacht komen, wordt van acht koningen vermeld dat zij doen wat goed is in de ogen van de HEERE. De andere koningen falen. Dat falen wordt geschilderd, ondanks het verschil met 1 Koningen en 2 Koningen, waar de nadruk ligt op de verantwoordelijkheid en daarmee op het falen. De nadruk in 1 Kronieken en 2 Kronieken ligt daar niet op, maar op de genade van God. Vanaf de regering van koning Rehabeam wordt 2 Kronieken een boek dat over een periode van bijna vierhonderd jaar (van 930-538/536 v.Chr.) een geschiedenis van falen en genade laat zien. De nadruk ligt daarbij op het herstel dat in Gods genade steeds weer mag volgen op het falen. God verhindert het falen niet, maar voorziet in herstel. We zien dat bijvoorbeeld bij Petrus, die faalt, maar voor wie de Heer heeft gebeden (Lk 22:32).In de boeken 1 Koningen en 2 Koningen wordt vooral de geschiedenis van de tien stammen beschreven met een enkele verwijzing naar de twee stammen. In 2 Kronieken gaat het hoofdzakelijk over de twee stammen met een enkele verwijzing naar de tien stammen. De nadruk ligt hier op de twee stammen omdat in Juda Jeruzalem ligt en in Jeruzalem de tempel staat en in Jeruzalem een vorst uit het huis van David op de troon zit. Daar is God met Zijn hart. In de tien stammen is geen enkele koning die doet wat goed is in de ogen van de HEERE. Daar is alles falen met misschien een kleine uitzondering bij Jehu, die in elk geval goed begon. 2 Kronieken zal een boek van opwekkingen blijken te zijn. Zo merken we bij Rehabeam op dat hij zich vernedert (2Kr 12:6; 12). Toch is hij geen type van de Heer Jezus, hoewel hij een zoon van David is, want ook hij doet wat slecht is in de ogen van de HEERE (2Kr 12:14). De Heer Jezus hoefde Zich nooit te vernederen. Hij kan zeggen: “Ik ben zachtmoedig en nederig van hart” (Mt 11:29). Vernedering komt altijd na de zonde, persoonlijk en gemeenschappelijk. Nederigheid is een aanwezige gezindheid en veronderstelt geen zonde. De HEERE heeft aan de koning die over Zijn volk regeert het gezag gegeven, dat gezag aan hem toevertrouwd. Alle koningen oefenen de macht van David uit. De vraag is alleen hoe zij dat doen. Zij zijn niets anders dan dienaren van God. In David en Salomo hebben we, naast verwijzingen naar het vrederijk, ook verwijzingen naar de tegenwoordige tijd. Ook wij hebben te maken met het koninkrijk van God. Van dat rijk is de Heer Jezus de Gezaghebber, de Koning, en de gelovigen zijn de onderdanen. Dat koninkrijk is geen openbaar koninkrijk, maar een koninkrijk in verborgenheid. Iedereen die Christus als Heer belijdt, is een onderdaan in dat koninkrijk. Overal waar het gezag van Christus als Heer gevestigd is en beleden wordt, wordt Gods koninkrijk zichtbaar. We kunnen daarbij vooral denken aan de levens en de gezinnen van de gelovigen. Dat gezag is niet altijd rechtstreeks, direct, gezag, maar ook wel indirect, bijvoorbeeld door ouders (Ef 6:1). Het koninkrijk van God is een belangrijk onderwerp voor de vroege gemeente, zoals we in het boek Handelingen zien. Nadat de Heer Jezus naar de hemel is gegaan, heeft Hij het bestuur in Zijn – voor de ogen van de wereld verborgen – koninkrijk toevertrouwd aan de verantwoordelijkheid van Zijn onderdanen. De vraag is dan, hoe iemand zich in Gods koninkrijk gedraagt, terwijl de Heer van dat rijk afwezig, in de hemel, is. We zien dat in de gelijkenis van de goede en de boze slaaf (Mt 24:45-51). Als de Heer komt om verantwoording te vragen van het door Zijn slaven gevoerde beleid, wordt duidelijk dat er trouwe en ontrouwe onderdanen (slaven) zijn. Bij hen die in dat koninkrijk een positie van gezag hebben, is het zo, dat hij die eerst een goede slaaf is, een boze slaaf wordt.Verzoek van Israël om verlichting van lasten
Rehabeam – hij regeert van 931-913 v.Chr. – gaat naar Sichem (2Kr 10:1). Sichem ligt in het gebied van de tien stammen, ongeveer zestig kilometer ten noorden van Jeruzalem, de stad van Gods keus. Rehabeam lijkt met zijn keus voor Sichem de noordelijke stammen, die ontevreden zijn, tegemoet te willen komen en hen gunstig te willen stemmen. Het volk is naar Sichem gekomen om hem daar koning te maken. Door daar naar hen toe te komen geeft hij de indruk dat hij voor hen kiest. Daarmee geeft hij het volk echter een verkeerde indruk en voert het daardoor weg van de stad waar God woont. Hij zegt als het ware wat Jerobeam later ook zal doen, dat de stad van God te ver weg is.Jerobeam, de Efraïmiet, is de natuurlijke aanvoerder van het volk. Hij hoort in Egypte, waarheen hij uit vrees voor Salomo is gevlucht (1Kn 11:26-40), van de troonswisseling en komt terug naar Israël (2Kr 10:2). Hij komt niet alleen op eigen initiatief. Het volk zelf wil hem als aanvoerder hebben. Daarom laten ze hem roepen (2Kr 10:3). Samen met heel Israël gaat Jerobeam naar Rehabeam met een verzoek. Hun verzoek is dat het zware juk dat Salomo hun heeft opgelegd, verlicht wordt. Dat verzoek dat hij en heel Israël doen, hebben ze nooit durven uiten tijdens de regering van Salomo. Dat is ook niet bij hen opgekomen. Ze zullen zeker veel aan Salomo hebben moeten geven en voor hem hebben moeten doen, maar ze hebben onder zijn regering zelf ook grote voorspoed, rijkdom en vrede beleefd. Salomo’s regering is een weldaad voor het volk geweest. Dat is veranderd toen Salomo van de HEERE afweek. Toen was het geen voorrecht meer om mee te helpen de voorspoed van hun koning op peil te houden. Wat een voorrecht was, is een juk geworden. Het zware juk waarover zij nu spreken, bestaat uit grote inspanningen en grote sommen geld die het volk moet leveren om al de heerlijkheid van Salomo te handhaven. Verlichting daarvan vragen is een programmapunt in een politieke campagne dat het altijd goed doet bij de achterban. Jerobeam maakt handig gebruik van de wetenschap dat het volk niet tevreden is met de hoge belastingdruk.Rehabeam hoort het verzoek aan en vraagt drie dagen bedenktijd (2Kr 10:5). Daardoor toont hij dat dit verzoek voor hem ook slechts onderdeel van een politiek steekspel is. Hij is er ook alleen maar op uit om zelf de grootst mogelijke winst uit deze zaak te halen.
Copyright information for
DutKingComments