2 Chronicles 13:3

Inleiding

Het is goed eraan te denken dat we hier nog steeds beginselen vinden die te maken hebben met het koninkrijk Gods en wel zoals het in de huidige bedeling is toevertrouwd aan mensen en wat zij ermee hebben gedaan. We zien wat de koningen met hun verantwoordelijkheid doen. Daarbij zien we in 1 Kronieken en 2 Kronieken wat de genade van God ondanks het falen teweegbrengt. Herstel is steeds het gevolg van die genade, waardoor God Zijn werk in stand houdt. Dit beginsel zien we op duidelijke wijze in dit hoofdstuk.

Oorlog tussen Abia en Jerobeam

Abia wordt koning (2Kr 13:1). Dat wordt hij niet omdat hij door de HEERE wordt aangesteld – wat het wel het geval is bij David en Salomo –, maar omdat zijn vader dat heeft bepaald (2Kr 11:22). Hoewel hij niet door de HEERE is aangesteld, zien we dat God door alle menselijke handelen heen Zijn plan vervult en zo het koningschap van het huis van David handhaaft. Hij doet dat met het oog op de grote Zoon van David.

Abia regeert drie jaar (2Kr 13:2), van 913-911 v.Chr. In 1 Koningen 15 hebben we ook de geschiedenis van Abia (zijn naam betekent ‘Jahweh is mijn Vader’). Daar – hij wordt daar Abiam genoemd – ligt de nadruk op het kwalijke karakter van Abia. We zien daar dat zijn hart niet de rechte gezindheid heeft (1Kn 15:3). We lezen daar niet over zijn strijd met Jerobeam, terwijl die hier breed wordt uitgemeten.

Wat de HEERE zijn vader Rehabeam heeft verboden (2Kr 11:1-4), doet Abia: hij bindt de strijd aan met Jerobeam (2Kr 13:3). Hij legt zich niet neer bij een situatie waarvan de HEERE heeft gezegd dat die bij Hem vandaan is gekomen (2Kr 11:4). Als hij dan ook de strijd met Jerobeam aanbindt, doet hij iets waarvoor hij geen opdracht van de HEERE heeft gekregen. Wij worden er ook niet toe opgeroepen te strijden tegen medechristenen om hen aan ons te onderwerpen. We moeten de waarheid verdedigen, maar die niet opdringen. Onze strijd is een verdedigende strijd, geen aanvallende.

De krachtsverhouding tussen de beide legers is die van 1 tegen 2 (vgl. Lk 14:31). Enig nadenken zou Abia van die strijd hebben moeten weerhouden. Hij zal immers hopeloos verliezen als hij het van zijn eigen kracht moet hebben. Hij ziet zijn wanhopige toestand ook pas in, als Jerobeam hem heeft ingesloten (2Kr 13:13). Dan pas roept hij tot de HEERE.

Copyright information for DutKingComments