2 Chronicles 18:13

De boodschap van Micha

De bode waarschuwt Micha ervoor op te passen wat hij zegt nu de vierhonderd profeten allemaal hetzelfde hebben gezegd (2Kr 18:12). Maar Micha is er niet van onder de indruk. Hij zal alleen spreken wat zijn God zegt (2Kr 18:13). Dit is het kenmerk van de ware dienaar. Micha is een gevangene voor God (vgl. Ef 3:1; Ef 4:1), terwijl Josafat een heerser en tevens bondgenoot en daardoor een gevangene is van een goddeloze.

Als Achab Micha de vraag stelt of hij wel of niet zal optrekken, krijgt hij antwoord (2Kr 18:14). In dat antwoord steekt Micha de draak met de koning door hetzelfde te zeggen wat de profeten ook al hebben gezegd. Achab voelt dat aan, zo kent hij Micha niet en bezweert dat Micha de waarheid zal spreken waarvoor hij juist zo bang is (2Kr 18:15). Achab beseft ook dat de vierhonderd alleen maar hebben gezegd wat hij graag wil horen.

Als we een vergelijking maken met de kerkgeschiedenis, is het duidelijk dat het met de gemeente niet de goede kant opgaat. Toch zien we dat er een evangelie gepredikt wordt dat het allemaal mooier en beter wordt, zoals: ‘Er zal een opwekking komen.’ Men stelt voor om met de wereld in gesprek te gaan en mee te doen in het dragen van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om van de christenheid een invloedrijke macht op aarde te maken.

Er zijn wel enkele ‘doemdenkers’ die daartegen ingaan. Van hen wordt gezegd wat Achab van Micha zegt: ‘Heb ik het je niet gezegd? Zij prediken niets anders dan onheil en teleurstellingen en dat het slechter zal gaan met de wereld en dat het niet goed is wat ik zeg en wil.’ Ze proberen daarmee hun visie goed te praten, maar uiteindelijk zal duidelijk worden wie ‘de profeet van God’ is.

Micha laat het woord van de HEERE horen (2Kr 18:16). Achab begrijpt dat het woord van de HEERE oordeel is. Hij richt zich tot Josafat om hem eraan te herinneren dat hij heeft voorspeld dat het zo zou gaan (2Kr 18:17). Josafat hoort het en doet er niets mee, omdat hij gevangenzit in de strik van zijn verbond met de goddeloze Achab.

Micha heeft niet alleen voor Achab een boodschap, maar ook voor de vierhonderd profeten (2Kr 18:18-22). Hij heeft in een visioen gezien wat zich in de hemel heeft afgespeeld. Wat zich in de hemel afspeelt, hebben alleen mannen Gods gezien als Jesaja en Ezechiël en hier ook Micha. Micha vertelt Achab en zijn profeten wat hij heeft gezien en gehoord. Dat zal hem trouwens enorm hebben bemoedigd in zijn eenzame optreden tegenover die massa valse profeten. Hij heeft engelen gezien rondom God op Zijn troon. Hij beschrijft hoe de HEERE in gesprek is gegaan met Zijn hofhouding (vgl. Jb 1:6; Jb 2:1).

Er is hier geen scheidslijn tussen goede en kwade engelen. Engelen kunnen ten goede worden uitgezonden, maar ook ten kwade. Bij Saul is er een boze geest van de HEERE die hem angst aanjaagt (1Sm 16:14). Het leert ons dat God over alle machten, goed en kwaad, beschikt. Deze geest wordt gebruikt in Gods hand om de profeten te misleiden.

De profeten van Achab worden gedreven door demonen, terwijl daarachter een geest zit die door de HEERE is aangewezen om de demonen hun werk te laten doen in die profeten. Het gaat uiteindelijk niet om een strijd tussen twee legers, een leger van God en een leger van de satan, alsof het om twee gelijkwaardige machten zou gaan. God staat boven alles en gebruikt alles voor Zijn doel. De leugengeesten in de monden van valse profeten kunnen niet verder gaan dan God toestaat.

Zedekia wordt woest en slaat Micha op de kaak (2Kr 18:23). Hij voelt zich in zijn eer aangetast. Micha gaat niet argumenteren om te bewijzen dat hij de woorden van God heeft gesproken (2Kr 18:24). De waarheid ervan zal blijken in de vervulling. Voor Zedekia komt er een aparte profetie. Hij zal van kamer tot kamer vluchten en ook daaraan zien dat Micha de waarheid heeft gesproken (vgl. Dt 18:22).

Micha wordt afgevoerd (2Kr 18:25). Wat zal er door Josafat zijn heengegaan als hij ziet wat er gebeurt met een trouwe profeet van de HEERE?

Copyright information for DutKingComments