‏ 2 Chronicles 18:29

Dood van Achab

Ondanks de duidelijke profetie van Micha gaat Josafat mee in de strijd (2Kr 18:28). Josafat is zover verstrikt, dat hij zelfs op aanraden van Achab als koning herkenbaar in de strijd gaat, terwijl Achab zich vermomt (2Kr 18:29). Hiermee geeft Josafat aan dat hij is als de koning van Israël. Hij geeft zijn eigen identiteit prijs en is voor de mensen van de ‘wereld’ de koning van Israël. Daarom richt de vijand zich op hem. De koning van Syrië heeft bevel gegeven zich om niets en niemand druk te maken dan alleen om de koning van Israël (2Kr 18:30). Die is het doel van de strijd. Als ze Josafat dan ook zien, menen ze dat hij de koning van Israël is (2Kr 18:31a). Ze omsingelen hem om hem te verslaan.

Dan gebeuren er twee wonderen. Het eerste is dat Josafat wonderlijk wordt gered en het tweede is dat Achab wonderlijk wordt gedood. Josafat wordt gered omdat hij de HEERE aanroept om hem te hulp te komen (2Kr 18:31b). Nood leert bidden. De HEERE helpt hem en wendt de vijanden van hem af door aan hen te laten zien dat hij de koning van Israël niet is (2Kr 18:32). Josafat wordt door pure genade bevrijd. David heeft hetzelfde ervaren. Hij is ook eens door de HEERE bevrijd uit een strik waarin hij zichzelf heeft begeven op zijn vlucht voor Saul (1Sm 27:1-3; 1Sm 29:9-11).

Achab sterft, zoals God gezegd heeft. Zijn vermomming heeft, uiteraard, niet mogen baten. Een man schiet, zonder te beseffen dat hij zijn pijl op Achab richt, zijn pijl op Achab af (2Kr 18:33). Het is niet juist om te veronderstellen dat de man in het wilde weg schiet. Zoiets doet een soldaat niet. Zijn “onschuld” bestaat hieruit dat hij er geen idee van heeft dat hij Achab tot doelwit van zijn pijl heeft gekozen. De pijl treft “de koning van Israël tussen de verbindingsstukken en het harnas“.

Josafat blijft bewaard ondanks zijn opvallende koninklijke kleding die hem tot doelwit van de vijand heeft gemaakt; Achab sterft ondanks zijn onopvallende wapenrusting, waardoor hij heeft gemeend aan de aandacht van de vijand te kunnen ontsnappen. Wie kan hen kwaad doen, die door God worden beschermd? En wie of wat kan hen beschermen, die God wil doden?

Achab beseft zijn situatie en geeft bevel hem buiten de strijd te brengen om zijn wond te verzorgen. Dat lijkt vanwege de aanhoudende strijd echter niet te lukken (2Kr 18:34). Hij is gedwongen in de strijd te blijven en bloedt langzaam dood. Tegen de tijd dat de zon ondergaat, gaat ook zijn leven onder en sterft hij. Verder wordt hier niet over Achab gesproken. Het gaat om Josafat.

Copyright information for DutKingComments