2 Chronicles 19:2

Josafat bestraft

Josafats behouden thuiskomst staat in scherp contrast met Achabs einde (2Kr 18:27a; 34). Josafat keert “in vrede terug naar zijn huis in Jeruzalem” (2Kr 19:1). Daarmee krijgt hij meer dan hij verdient. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben als u” (2Kr 18:3). Hij is niet de weg van de rechtvaardige gegaan, maar die van de goddeloze. Op die weg had hij moeten omkomen: “Want de HEERE kent de weg van de rechtvaardigen, maar de weg van de goddelozen zal vergaan” (Ps 1:6).

Nog onder de indruk van het gebeurde – dat het woord van de profeet Micha is uitgekomen – komt er een boodschap van God. Thuisgekomen krijgt Josafat bezoek van een profeet, Jehu (2Kr 19:2a). Deze is de zoon van Hanani, die tegen Asa heeft geprofeteerd en daardoor in gevangenis is terechtgekomen (2Kr 16:7-10). Zijn zoon Jehu is daardoor echter niet bang geworden en profeteert onverschrokken tot de zoon van Asa nadat deze op een verkeerde weg is geweest. Hier heeft een trouwe vader een trouwe zoon. Gelukkig reageert Josafat anders dan zijn vader (Sp 15:5; 32).

De profeet spreekt duidelijke taal (2Kr 19:2b). Profeten noemen de dingen bij hun naam. Hij spreekt Josafat erop aan dat deze de zaken totaal op zijn kop heeft gezet door de goddeloze te ondersteunen in zijn slechte werk en liefde te tonen voor hen die de HEERE haten. Hij is het tegendeel geweest van de HEERE en Zijn beoordeling van de zonde. Daarom rust er “grote toorn van voor het aangezicht van de HEERE” op Josafat. De HEERE kan Zich niet verheugen over hem die de koning van Zijn volk is. Integendeel. Josafat is niet geweest als David die wel de kant van de HEERE heeft gekozen tegenover het kwaad en de kwaden (Ps 139:21; vgl. Jk 4:4; Lk 16:13).

Na zijn ernstige vermaning spreekt Jehu ook over de goede dingen die bij Josafat aanwezig zijn (2Kr 19:3). Een echte profeet heeft ook liefde voor degene tot wie hij spreekt en noemt ook het goede. De Heer weet het goede van ieder die Hem liefheeft. De les voor ons uit dit alles is dat wij alleen moeten liefhebben wat God liefheeft.

Het goede dat Josafat heeft gedaan, bestaat uit twee dingen. Het eerste is het verwijderen van de (aan de afgoden) gewijde palen. Dit is een uiterlijke actie. Deze actie bewijst ten tweede dat het met zijn hart tegenover God in orde is. Hij heeft zijn hart erop gericht God te zoeken. Dit is een innerlijke gezindheid, die tegelijk een actie van Josafat is. Beide zijn voor God aangenaam en worden door Hem opgemerkt en gewaardeerd.

Copyright information for DutKingComments