2 Chronicles 20:35-37

Nog een verkeerde verbintenis

Het is alsof de kroniekschrijver zich ineens een gebeurtenis uit het latere leven van Josafat herinnert die hij ook nog wil vermelden. Natuurlijk gebeurt dit onder de leiding van Gods Geest. Toch is het opmerkelijk dat de kroniekschrijver deze gebeurtenis vermeldt nadat hij zijn verslag van het leven van Josafat heeft afgerond. Het toont aan dat we een moment kunnen bereiken dat we kunnen terugzien op een vervuld leven, maar dat er zolang we leven gevaar bestaat dat we toch nog een keer in een oude zonde vallen.

De bedroevende mededeling wordt gedaan van het derde verkeerde verbond dat Josafat heeft gesloten (2Kr 20:35). Na zijn militaire verbonden, eerst met Achab (2Kr 18:3) en later met Joram, de zoon van Achab (2Kn 3:6-7), sluit hij nu een handelsverbond met Ahazia, de koning van Israël. Deze Ahazia is een man die goddeloos handelt in alles wat hij doet.

Josafat neemt het initiatief voor een zakelijke verbintenis met deze goddeloze man. Hij doet dat omdat hij in die verbintenis winst ziet (2Kr 20:36). Samen bouwen ze schepen in Ezeon-Geber. Het geld dat met de bouw is gemoeid, zal volgens zijn berekeningen niet alleen worden terugverdiend, maar ook veel winst opleveren. Zo zal zijn verwachting zijn geweest.

Josafat heeft echter gerekend zonder met de HEERE te rekenen. De HEERE stuurt Eliëzer op hem af met een profetie. De profeet voorzegt hem dat van al zijn berekeningen niets zal uitkomen. Zijn werken zullen door de HEERE worden afgebroken vanwege zijn verbintenis met de goddeloze Ahazia. Die verbintenis is een oneer voor de HEERE. Dit ongelijke juk (2Ko 6:14) moet Hij verbreken. Gods tucht komt over Josafat. De schepen lijden schipbreuk nog voordat ze naar Tarsis uitvaren. Ze zijn als het ware nog maar net te water gelaten of ze zinken.

Het houdt voor ons de les in dat we niet samen met de wereld naar winst moeten jagen. Dat levert alleen verlies op en dat voor beide partijen.

Copyright information for DutKingComments