2 Chronicles 23:6

Joas tot koning uitgeroepen

Na de presentatie van de koning in een besloten kring van ingewijden moet nu de openlijke presentatie van de koning plaatsvinden. Ook voor die presentatie heeft Jojada een plan van aanpak en geeft hij aanwijzingen (2Kr 23:4). Hij bepaalt dat er drie groepen moeten worden gevormd. Een derde deel van de priesters en de Levieten moet dienst doen als deurwachters. Zij moeten de wacht betrekken bij de poorten van de tempel, waar de koning verborgen is, om alle indringers te weren.

Een ander derde deel moet toezicht houden op de gang van zaken met betrekking tot het paleis, de toekomstige woonplaats van de koning (2Kr 23:5). Het laatste derde deel moet zich bij de Fundamentpoort opstellen. Verondersteld is dat door deze poort de koning van zijn huis naar de tempel gaat. Ten slotte moet heel het volk, dat wil zeggen allen die in Jeruzalem zijn, mogelijk ter gelegenheid van de uitgeroepen feestdag, “in de voorhoven van het huis van de HEERE” gaan staan.

Van heel het volk mag niemand, naar de voorschriften van de HEERE, de tempel binnengaan (2Kr 23:6). Het binnengaan van de tempel is alleen toegestaan aan de priesters en de Levieten die dienst doen, “want zij zijn heilig”, dat wil zeggen dat zij voor dat doel afgezonderd zijn van het volk. Ook nu is het zo, dat alleen zij die een heilig priesterdom vormen, God offers mogen brengen (1Pt 2:5).

De Levieten, de dienaren van de priesters, moeten de koning beschermen (2Kr 23:7). Zij moeten gewapend zijn en die wapens ook in de hand hebben om ze direct te kunnen gebruiken om een aanval op de koning af te slaan. Ze mogen geen moment van de zijde van de koning wijken, “waar hij ook gaat of staat”. Letterlijk staat er: “Wanneer hij naar binnen gaat en wanneer hij naar buiten gaat.” Dat betreft het binnen gaan in de tempel en het weer naar buiten komen uit de tempel. Het leven van de koning staat helemaal in verbinding met de tempel. Hij is Gods vertegenwoordiger, en om Hem goed te kunnen vertegenwoordigen moet hij regelmatig Diens tegenwoordigheid opzoeken.

Deze opdracht geldt ook voor ons. Ieder van ons is niet alleen een priester, maar ook een Leviet. Wij moeten onze Heer, Jezus Christus, beschermen tegen aanvallen op Zijn Persoon. De wapens die ons in de hand zijn gegeven, zijn geestelijke wapens (2Ko 10:4; Ef 6:10-17). Wij zijn goede soldaten als we de belangen van onze Heer beschermen. Daarvoor is het nodig dat wij dicht bij Hem zijn en blijven. Om dicht bij Hem te zijn zullen we moeten zijn waar Hij ook gaat of staat, waar Hij ons ook heen stuurt of waar Hij ons ook laat blijven.

De Levieten en heel Juda doen precies wat Jojada heeft geboden (2Kr 23:8). Gehoorzaamheid is van het grootste belang om werkelijk de belangen van de koning te kunnen dienen. Het is gehoorzaamheid die in verbinding staat met dienst op de sabbat. Regel is dat er een ploeg is die dienst doet, terwijl een andere ploeg vrij van dienst is. In dit geval heeft Jojada alle verloven ingetrokken. De Levieten die dienst gaan doen en de Levieten die afgelost worden, moeten paraat blijven.

Ten opzichte van de Heer Jezus geldt ook voor ons dat gehoorzaamheid van het grootste belang is. In die gehoorzaamheid is geen tijd voor verlof, want er is een strijd te strijden voor Christus. Hier is het woord uit Prediker 8 van toepassing: “Er is geen vrijstelling in [deze] strijd” (Pr 8:8). Voor ons spreekt de sabbat van de rust voor onze zielen die de Heer Jezus voor ons heeft bewerkt door Zijn werk op het kruis (Mt 11:28-30). Er moet innerlijke rust zijn om te kunnen gehoorzamen en strijdbaar te zijn.

De wapens die Jojada de bevelhebbers ter hand stelt, zijn uit de tijd van koning David en komen uit het heiligdom (2Kr 23:9). Dat houdt voor ons de les in dat wij alleen de strijd kunnen voeren met wapens die ook door de Heer Jezus, van Wie David een beeld is, zijn gebruikt. Hij heeft het Woord van God gebruikt om de duivel te verslaan (Mt 4:1-10). Het Woord van God is het Woord dat in het huis van God, de woonplaats van God, Zijn thuis heeft. Als we het Woord van God lezen en bestuderen, zijn we, als onze gezindheid goed is, in het heiligdom. Daar leren we door Gods Geest de betekenis van Gods Woord en hoe we het moeten gebruiken.

Na de aanwijzingen voor de priesters en de Levieten met betrekking tot hun plaats en taak met het oog op de koning stelt Jojada ten slotte “heel het volk op rondom de koning” (2Kr 23:10). Elk lid van het volk staat in verbinding met de koning en met elk ander lid. Ze hebben ook ieder hun wapens in de hand, klaar voor onmiddellijk gebruik. Het veiligheidskordon staat voor de volle breedte van het huis. De opstelling is zo, dat ze het oog hebben op het altaar en op het huis.

Deze opstelling laat ons zien hoe belangrijk elk lid van het volk van God is voor de bescherming van de koning. We kunnen dat toepassen op de gemeente en de leden ervan. We moeten “vast aaneengesloten” zijn (1Ko 1:10), geen lid mag ontbreken of zijn taak verzaken (1Ko 12:14-19). Elk lid moet in staat zijn de geestelijke wapens te gebruiken die hem ter beschikking zijn gesteld.

Samen moeten ze voor het hele huis van God, dat is de gemeente van de levende God, staan om de waarheid daarvan te verdedigen. In dat huis bevindt zich de Heer Jezus, “de verborgenheid van de Godsvrucht” (1Tm 3:15-16). Daarbij moeten we het oog gericht houden op de tafel van de Heer, waarvan het altaar een beeld is, terwijl we ook oog blijven houden voor het huis, de hele gemeente (1Ko 10:16-18).

Als alle voorbereidingen zijn getroffen en ieder zijn plaats heeft ingenomen, breekt het grote moment aan dat de koning aan het hele volk wordt gepresenteerd (2Kr 23:11). Joas krijgt de diadeem op die hem koninklijke waardigheid verleent en zijn macht over het volk symboliseert. Ook krijgt hij “de getuigenis” in zijn handen, dat is een afschrift van het wetboek. Iedere koning moet dat hebben om daarop zijn regering af te stemmen (Dt 17:18). Het wetboek duidt zijn afhankelijkheid en onderworpenheid aan. Gezag en macht worden alleen naar Gods gedachten uitgeoefend als het gebeurt in afhankelijkheid van en gehoorzaamheid aan Hem. Daarna zalven Jojada en zijn zonen – Jojada betrekt zijn gezin bij deze gebeurtenis – Joas tot koning.

Voor ons gaat het erom dat wij de Heer Jezus als Heer erkennen. Wij zijn gemaakt tot een koninkrijk waarover Hij regeert. Om ons koninklijk te gedragen moeten wij de Bijbel lezen (Op 1:3). Daarin wordt ons verteld wat de Heer Jezus van ons verwacht. Dan blijven we ook bewaard voor hoogmoedig en eigenmachtig handelen. Het is belangrijk dat we onze kinderen betrekken in onze erkenning van de Heer Jezus als Heer. Als dat ons verlangen is, zullen wij hun zo jong mogelijk Gods Woord geven om daarmee vertrouwd te raken.

Copyright information for DutKingComments