2 Chronicles 32:25

Ziekte van Hizkia

Hizkia wordt ziek (2Kr 32:24). Hij wordt ziek “in die dagen”, dat wil zeggen in de dagen dat de koning van Assyrië hem uitdaagt. Zijn ziekte is een nieuwe beproeving, maar een beproeving die hem in gebed uitdrijft naar de HEERE. De HEERE spreekt tot hem en belooft genezing, zoals we weten uit de beschrijving in 2 Koningen, waar ons ook over het wonderteken wordt verteld (2Kn 20:1-11).

De kroniekschrijver vat in dit ene vers de ziekte en genezing van Hizkia samen. Hij benadrukt de belangstelling die de HEERE in hem en zijn omstandigheden heeft. Terwijl Hizkia tegenover de vijand zonder kracht is en in zijn ziekte de dood nabij is, weet hij zich toch door Gods zorg ondersteund.

Na zijn genezing faalt hij (2Kr 32:25). Hij blijft niet afhankelijk. Hij vergeet dat hij alles aan de HEERE te danken heeft, zowel zijn genezing als zijn voorspoed. Hij verheft zich op zijn schatten en wordt hoogmoedig. Hoogmoed is de oerzonde. Zelfs een Godvrezend man als Hizkia kan in deze zonde verstrikt raken. Hij heeft wel de afgoderij uit het land weggedaan, maar nu wordt hij zijn eigen afgod. Daardoor komt de HEERE op een zijspoor.

Door zijn hoogmoed komt er grote toorn op hem en Jeruzalem te liggen. Dan ziet Hizkia zijn zonde in en vernedert zich “om de hoogmoed van zijn hart, hij en de inwoners van Jeruzalem” (2Kr 32:26). Daardoor ziet God voor de dagen van Hizkia ervan af om Zijn toorn over hen te brengen.

Copyright information for DutKingComments