2 Chronicles 9:23-24

Rijkdom van Salomo

Salomo krijgt jaarlijks liefst zeshonderdzesenzestig talent goud binnen (2Kr 9:13). Daarnaast heeft hij ook inkomsten door handel en inkomsten van geschenken van “alle koningen van Arabië” (2Kr 9:14). Ook landvoogden leveren hun bijdrage aan de inkomsten van Salomo. De rijkdom van Salomo is enorm, maar niet compleet. Dat kunnen we afleiden uit het gewicht aan goud dat in één jaar voor hem binnenkomt, namelijk zeshonderdzesenzestig talent. Dit getal is “[het] getal van een mens” (Op 13:18) en wijst op zwakheid, terwijl het getal zeven volmaaktheid aangeeft.

Van het goud maakt Salomo grote en kleine schilden (2Kr 9:15-16). De grote schilden beschermen het hele lichaam, de kleine schilden worden verondersteld als statussymbool te dienen. In totaal maakt hij vijfhonderd schilden met een gezamenlijk gewicht van ongeveer vierentwintighonderd kilo goud. Salomo legt alle schilden in “het huis van het Woud van de Libanon”, waardoor dat huis verandert in een vesting (vgl. Js 22:8).

We kunnen wel zeggen dat de troon de climax vormt van de hele beschrijving van Salomo’s heerlijkheid (2Kr 9:17-19). Het is een indrukwekkende troon. Er is een zevenvoudige opgang, waarbij de troon op de zevende trede staat. De leeuwen symboliseren zijn koninklijke majesteit.

Het woord dat met “voetbank” (2Kr 9:18) is vertaald, is een moeilijk te vertalen woord. Het woord heeft waarschijnlijk betrekking op iets wat te maken heeft met het schaap of het lam. Dat verbindt het lam met de leeuw. Dat brengt tot de gedachte die we ook in Openbaring 5 vinden. Daar wordt de blik van Johannes van de leeuw (Op 5:5) gericht op het Lam (Op 5:6a). Het Lam laat de weg zien waarlangs Hij tot de troon is gekomen: door de weg van de dood.

De zes treden stellen de weg voor die het Lam is gegaan om op de troon plaats te kunnen nemen. De zevende trede is het Zich zetten op de troon. We kunnen hierbij denken aan de volgende ‘treden’:

1. De weg van het Lam is begonnen in de raad van God om te komen tot het koninkrijk van God.

2. De tweede stap of trede naar de troon is Zijn Menswording en de weg die Hij is gegaan als Mens op aarde.

3. De derde trede is Zijn dood. Ook die trede moest worden beklommen.

4. De vierde trede is Zijn opstanding.

5. De vijfde trede is Zijn verhoging aan de rechterhand van God.

6. De zesde trede is Zijn terugkeer naar de aarde, om hier

7. De zevende stap te zetten en te gaan zitten op de troon van Zijn heerlijkheid.

Om de onmetelijke, spreekwoordelijke rijkdom van Salomo te beschrijven wijst de kroniekschrijver op het gouden drinkgerei en de voorwerpen van bladgoud in het huis van het woud van de Libanon (2Kr 9:20). Dat er niets van zilver is, dat zilver zelfs als niets wordt geacht, verhoogt het beeld van de rijkdom van Salomo. Veel rijkdom komt uit Tarsis (2Kr 9:21).

Behalve rijk aan goud is Salomo ook rijk aan wijsheid. Die combinatie maakt hem “aanzienlijker dan alle koningen van de aarde” (2Kr 9:22). Alle koningen zoeken hem ook op vanwege zijn wijsheid (2Kr 9:23). Ze komen niet met lege handen (2Kr 9:24). Hun geschenken maken hem nog rijker.

Ook heeft Salomo een grote hoeveelheid stallen voor zijn vele paarden (2Kr 9:25). Hij heeft ook strijdwagens en twaalfduizend ruiters. Deze versterkingen legt hij in wagensteden en ook bij zichzelf in Jeruzalem. De omvang van zijn rijk, naar de belofte aan Abraham gedaan (Gn 15:18), wordt genoemd (2Kr 9:26). Er wordt nog eens met andere voorbeelden gewezen op Salomo’s grote rijkdom (2Kr 9:27), terwijl erop wordt gewezen dat de paarden voor het leger van Salomo worden aangevoerd uit Egypte “en al die landen” (2Kr 9:28). Het toont zijn opperheerschappij over alle koninkrijken. De grote wereldrijken zijn als het ware provincies in zijn rijk geworden.

Dat Salomo zoveel goud en paarden heeft, lijkt in strijd met de waarschuwing in de koningswet dat de koning juist niet veel goud moet nemen en ook niet veel paarden moet aanschaffen (Dt 17:16-17). Daar wordt ook gewaarschuwd tegen het nemen van veel vrouwen. Dit laatste vinden we hier niet, wel in 1 Koningen. Hier in 2 Kronieken moeten we het vermeerderen van goud en paarden dan ook niet zien als iets verkeerds, maar als een teken van zijn rijkdom en macht.

Copyright information for DutKingComments