2 Corinthians 11:3
De eenvoudigheid jegens Christus
Paulus gaat door met het ontmaskeren van de valse apostelen die leugens over hem vertellen. Misschien denk jij inmiddels: is het nu wel nodig dat we zo uitvoerig kennisnemen van Paulus’ verdediging? Toch is deze verdediging belangrijk, ook voor onze tijd. Er zijn namelijk nog steeds mensen die beweren dat je aan wat Paulus heeft geschreven geen gezag moet toekennen. Ze beweren ook rustig dat Paulus er in bepaalde gevallen helemaal naast zit, dat hij niet met zijn tijd meeging. De mensen die dat beweren, doen zich voor alsof zij de Bijbel kennen. Velen hebben zelfs een theologische opleiding gevolgd. Maar kritiek op wat Paulus heeft geschreven, is feitelijk kritiek op God, Die Paulus de opdracht heeft gegeven om te schrijven. Daarom is het goed al zijn argumenten in je op te nemen om je niet uit het veld te laten slaan als je mensen ontmoet die kritiek op Paulus hebben.Je merkt aan de manier waarop de apostel de Korinthiërs aanspreekt, dat zij al stevig beïnvloed zijn door die valse apostelen. Paulus wordt gedwongen om zijn doen en laten te vergelijken met dat van de mensen die de Korinthiërs voor zichzelf opeisen. Die vergelijking moet de Korinthiërs de ogen openen voor de onoprechtheid van die lieden, die doen alsof ze met een boodschap van God komen. 2Ko 11:1. Hij vraagt eerst of ze een beetje onwijsheid van hem willen verdragen, want het is onwijs om over jezelf te spreken. Heeft hij niet aan het eind van het vorige hoofdstuk nog gezegd, dat het alleen belangrijk is door de Heer aanbevolen te worden? En nu gaat hij zichzelf aanbevelen. Maar het is noodgedwongen, onthoud dat goed. Hij vraagt of ze hem willen verdragen, want hij moet hun toch een paar dingen zeggen die ze misschien niet zo leuk vinden. 2Ko 11:2. Hij doet dat omdat hij “na-ijverig” ofwel jaloers is. Jaloersheid wordt hier in de goede zin van het woord gebruikt. Bij jaloersheid denk je normaal aan iets verkeerds, iets negatiefs. Als je vriend of vriendin iets heeft wat jij niet hebt, kun je gemakkelijk een gevoel van jaloersheid bij je voelen opkomen. Bij Paulus gaat het om een jaloersheid die God ook heeft. Dat kan niet iets verkeerds zijn. Dat is een jaloersheid die te maken heeft met liefde. Paulus heeft de gelovigen in Korinthe door zijn dienst verbonden aan Christus. Hij vergelijkt dat met een verloving. Als een man en een vrouw verloven, is er een relatie tot stand gebracht die heel wat verder gaat dan vriendschap. Je kunt veel vrienden hebben, maar je kunt slechts één verloofde hebben. Het zal onverteerbaar zijn wanneer je verloofde zich niet veel van je aantrekt en misschien zelfs met andere mannen of vrouwen uitgaat. Dan word je jaloers. Je wilt de liefde van je verloofde alleen voor jezelf hebben, en terecht. Dat is de jaloersheid van Gods hart die bij Paulus openbaar wordt omdat de Korinthiërs zich afwenden van de Christus Die Paulus hun heeft gepredikt en daarvoor in de plaats luisteren naar wat bedriegers te vertellen hebben. Hij vergelijkt de Korinthiërs, en dat geldt voor de hele gemeente, met “een reine maagd”. Een reine maagd is iemand die nog geen gemeenschap met een man heeft gehad en zichzelf ook rein bewaart. Wanneer de gemeente haar verbinding met Christus vergeet en zich verbindt met de wereld, doet dat de Heer Jezus groot verdriet. 2Ko 11:3. Paulus is bang dat de gemeente hoe langer hoe minder beseft dat haar liefde alleen mag uitgaan naar de Heer Jezus, haar Bruidegom. Dat komt doordat zij de listen van de satan niet goed doorheeft, net zoals dat bij Eva het geval was. De gebeurtenis die Paulus hier als illustratie aanhaalt, vind je in Genesis 3. In het paradijs komt de slang bij Eva. De slang is de duivel (Op 12:9; Op 20:2). Hij benadert Eva op sluwe wijze. Hij begint niet met een grove leugen. Nee, eerst haalt hij iets aan wat God heeft gezegd. Maar let op, hij verdraait de woorden van God (vgl. Gn 3:1 en Gn 2:16). Dat is het eerste kenmerk van de duivel: hij haalt het Woord van God altijd aan op een manier die twijfel zaait. Vervolgens zegt hij glashard dat God niet waarmaakt wat Hij heeft gezegd (vgl. Gn 3:4 met Gn 2:17). Ten slotte vervangt hij wat God gezegd heeft door zijn eigen leugen (Gn 3:5).Het aantrekkelijke van deze leugen wordt onderstreept door wat Eva ziet als ze naar de boom van de kennis van goed en kwaad kijkt. Wat ziet hij er prachtig uit! Het is precies zoals de slang gezegd heeft. Dan kan hij toch geen ongelijk hebben? Wanneer ze zover is, is het kwaad geschied. Ze is vergeten wat God heeft gezegd en haar gedachten zijn bedorven door wat de slang heeft gezegd. Wat had ze moeten doen? Ze had eenvoudig moeten vasthouden aan wat God heeft gezegd.Maar is het met de gemeente beter gegaan? Heeft de gemeente steeds het Woord van God geraadpleegd als er iets gedaan moest worden of heeft ze zich ook laten misleiden door mooipraterij? Ik vrees het laatste. De gemeente is afgeweken “van de eenvoudigheid
Copyright information for
DutKingComments