2 Corinthians 11:9

Paulus en de valse apostelen

2Ko 11:5. Er is Paulus heel wat in de schoenen geschoven. Er doen lelijke praatjes de ronde over hem. De valse apostelen hebben verhalen in omloop gebracht die er bij de Korinthiërs goed ingaan. Omdat hun hele christen-zijn op het spel staat, is Paulus in de verdediging gegaan. Hij heeft de Korinthiërs te lief om hen een prooi te laten worden van deze bedriegers. Daarom voelt hij zich genoodzaakt om over zichzelf te spreken en de Korinthiërs het verschil te laten zien tussen de manier waarop hij bij hen heeft gewerkt en de wijze waarop deze misleiders onder hen hebben vertoefd. Je proeft de ironie als hij zegt dat hij zich best kan meten met deze ‘super’ apostelen.

2Ko 11:6. Hebben ze van hem gezegd dat hij niet goed uit zijn woorden kan komen en geen vloeiend betoog kan houden? Nou, dat kan best zo zijn (hoewel hij daarop niet ingaat), maar wat hij wel bezit, is “kennis”. Daar kunnen ze niet onderuit, dat moeten ze toegeven. Hij heeft die immers aan hen bekendgemaakt? In zijn eerste brief heeft hij hun geschreven dat ze rijk zijn geworden in Christus doordat ze alle kennis bezitten (1Ko 1:5). Hoe zijn ze daaraan gekomen? Is hij daarvoor niet het middel geweest? Dat hebben ze echt niet te danken aan de indringers die zich tussen hen en hem willen dringen.

2Ko 11:7. Er is nog een ander groot verschil tussen hem en die anderen. Hij heeft nooit een cent ondersteuning van hen aangenomen, terwijl die anderen dat wel hebben gedaan. De manier waarop hij dat zegt, moet de Korinthiërs wat hebben gedaan. Het lijkt wel of ze hem van een zonde beschuldigen omdat hij zich zo vrij van hen heeft gehouden. Die zogenaamde zonde bestaat dan uit zijn weigering om geld van hen aan te nemen.

Hij laat hun weten dat hij zich op deze nederige wijze heeft gedragen, opdat zij verhoogd worden. Door zijn belangeloze prediking kunnen ze moeilijk zeggen dat hij naar hen toe is gekomen om wat aan hen te verdienen. Hij heeft uitsluitend hun belang op het oog gehad, namelijk dat ze bevrijd zouden worden uit de macht van de zonde en verhoogd tot het hart van God.

De valse apostelen hebben in zijn belangeloosheid een nieuw argument gevonden om hem zwart te maken. Zij zeiden dat elke zichzelf respecterende dienaar geld aanneemt van een gemeente waar hij werkt. Er is iets niet in orde met Paulus omdat hij geen geld heeft aangenomen. Welnu, er zit ook iets niet goed. Alleen ligt dat niet aan Paulus, maar aan de Korinthiërs zelf. Zij zouden daardoor weer een reden meer hebben gehad om zich te beroemen. Ze zouden zichzelf op de borst hebben kunnen slaan, en zeggen dat zij hem dan toch maar hadden geholpen om zijn werk te kunnen doen. Dat wilde Paulus niet. Het gaat hem erom dat alleen God wordt verheerlijkt.

2Ko 11:8. Van andere gemeenten, die veel geestelijker zijn dan de Korinthiërs, heeft hij wel geld aangenomen. Dat heeft hij gedaan omdat hij weet dat die gemeenten dat geld hebben gegeven met een goed motief. Die gemeenten dragen financieel bij om het werk van de Heer ermee te ondersteunen en niet om zichzelf te beroemen op hun vrijgevigheid. Die gemeenten hebben ook niet gegeven om daardoor een bepaalde claim op Paulus te leggen. Je ziet, geven is niet alleen een daad, het is ook een gezindheid.

2Ko 11:9. Het gaat hier echter niet in de eerste plaats om de gever, maar om de ontvanger. Paulus is niet iemand die zonder meer aanneemt wat hem wordt gegeven. Zelfs toen hij gebrek had tijdens zijn verblijf bij de Korinthiërs, heeft hij hun daarvan niets verteld. Dat is iets wat je van Paulus kunt leren. Wanneer je wat krap bij kas zit, probeer het dan niet aan anderen te vertellen. Vertel het aan de Heer en Hij zal voorzien. “Want uw hemelse Vader weet dat u al deze dingen nodig hebt. Zoekt echter eerst het koninkrijk en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden” (Mt 6:32b-33).

Er worden heel wat bedelbrieven van of ten behoeve van christelijke werkers rondgestuurd. Ik kan die niet direct een sieraad van geloofsvertrouwen noemen. Het maakt zulke werkers ook helemaal niet uit van wie ze het geld krijgen. Op die manier is Paulus in elk geval niet te werk gegaan.

Het zal voor de Korinthiërs, waaronder zeker ook welgestelde gelovigen waren, een schok geweest zijn hier te moeten horen dat Paulus bij hen gebrek heeft geleden. Ik stel me voor dat ze het schaamrood op de kaken kregen toen ze lazen dat die arme gemeenten in Macedonië Paulus hadden gezonden wat hij nodig had. Hoe dan ook, hij heeft bewust afstand gedaan van een financiële ondersteuning door de Korinthiërs en hij zal die voorlopig niet aannemen ook.

2Ko 11:10. Hij onderstreept zijn opstelling in deze zaak door te zeggen: “[De] waarheid van Christus is in mij.” Hij weet wat hij zegt en wat hij doet. Hij laat zich niet zomaar tot een andere manier van handelen brengen. Daarvoor moet eerst een verandering bij de Korinthiërs zichtbaar worden. Voor hem staat de prediking van Christus centraal. Al het andere moet daaraan ondergeschikt worden gemaakt. Wanneer hij geld aanneemt van de Korinthiërs, bestaat het gevaar dat “deze roem” – dat is de prediking van Christus en verder niets – bij hem verhinderd wordt.

2Ko 11:11-12. Ook dat kan weer verkeerd worden uitgelegd. Er kan gezegd worden: ‘Nu willen de Korinthiërs graag wat geven en nu mogen ze niet van Paulus. Hij houdt zeker niet van hen.’ Daarover gaat hij niet in discussie. Wie kwaaddenkend is, is niet van zijn ongelijk te overtuigen. Paulus roept God aan als Getuige van zijn liefde voor hen. Hij zal zich onophoudelijk inzetten voor zijn geliefde kinderen in het geloof en elk argument van de bedriegers ontzenuwen. Die zullen openbaar worden als valse apostelen, zoals hij openbaar is geworden als een echte apostel.

2Ko 11:13-14. En dan zegt hij onomwonden wat voor soort mensen het zijn die bij de Korinthiërs zijn binnengedrongen: dienaars van de satan. Het leek erop dat zij apostelen van Christus waren, maar in werkelijkheid is de satan hun meester. Ze kunnen prachtig spreken, maar hun woorden zitten vol dodelijk venijn. Dat is precies wat de satan doet. Hij “doet zich voor als een engel van het licht”, maar hij voert je naar de duisternis.

In de wereld lopen talloze jonge mensen hem met open, maar wel verblinde, ogen achterna. Hij belooft een schitterende ervaring, maar brengt ze op de weg van de dood. Op het christelijk terrein is het niet anders. Hij weet de dingen zo te draaien, dat je denkt met iets christelijks te doen te hebben, terwijl het om iets antichristelijks gaat. Laat je niet beetnemen.

Er is een goede manier om aan zijn listen te ontkomen en dat is je met Christus en Gods Woord bezighouden. Iets wat vals is, wordt ontdekt door het te vergelijken met wat echt is. Iemand die met bankbiljetten werkt en door nauwkeurige studie weet hoe een echt bankbiljet er uitziet, kan de valse bankbiljetten er zo tussenuit halen. Het is voor hem echt niet nodig om eerst allerlei valse bankbiljetten te bestuderen. Valsemunters proberen het steeds weer anders. Dit is een goede vergelijking om te ontdekken of dat wat er op je afkomt, echt of vals is, zoals Paulus hier steeds doet. Hij laat zien wat een echte apostel doet. Wanneer hij straks over zijn lijden als apostel gaat spreken, komt dat ook duidelijk naar voren.

2Ko 11:15. Wat de satan doet, komt ook in zijn dienaars tot uiting. Daar hoef je niet vreemd van op te kijken. Ze doen zich voor als voorvechters van het recht, maar ze trekken je van het ware doel van je leven af. Dat ware doel is: Christus verheerlijken in alle onderdelen van je leven.

De mensen die bewust bezig zijn dat doel onbereikbaar te maken, zullen een einde hebben dat overeenstemt met hun werken. Ze zullen, na het werk van de satan gedaan te hebben, in het einde van de satan delen en na hem geworpen worden in de hel.

Lees nog eens 2 Korinthiërs 11:5-15.

Verwerking: Wat kun je leren uit de opstelling van Paulus tegenover valse beschuldigingen?

Copyright information for DutKingComments